De Raad der Ouden op het Voorhout

De interne ongeschreven en ook moeilijk definieerbare pikorde onder de professionele marktlui die echt op jaarbasis “standplaats innemen” bij de marktmeester leidt via een gestaffeld systeem tot een “Raad der Ouden” die op donderdagochtend de lijnen uitzetten van ’s werelds gebeuren. De Raad is, dat spreekt, letterlijk van alle markten thuis. Zijn bijeenkomsten zijn conform de  Rutte-doctrine nergens genotuleerd en luiden ook in een onherleidbaar sjibolleth, gelijk de bijeenkomsten van de vrijmetselaars in hun tempels. Woord, Aanraking en Gebaar beslissen dus over de peilloze diepgang en betekenissen van de deze ochtend geslagen eindbeslissingen. Alles op het stuivend grintpad onder de Voorhout-bomen. Het zoveel deftigere schelpenpad bestaat al jaren niet meer. De gedachtewisseling is er niet minder van hooggestemde toonzetting door.

Is Nederland nog een democratische rechtsstaat? Valt de gemeente Den Haag dan nog onder zijn organen die uitvoering geven aan de door de volkswil gelegitimeerde beslissingen? Het thema dat op de afbeelding van deze bijeenkomst besproken wordt kent vele dimensies, die vooral door de Leidse juridische boekenspecialist Hans Schokkenbroek als lichtend middelpunt van de conversatie scherp ter snede worden gedefinieerd. Men luistert devoot, want deze volkstribuun bedient zich van de Amsterdamse sprake die men in het wat achterhoudende en kokette Haegje zelden hoort. Heurt, dat is eigenlijk de uitdrukking. Maar de inleider, door de wol geverfd, illustreert zijn rechtspolitieke beschouwingen ter dege met allerlei navrante casus uit zijn langdurige praktijk als neringdoende.


Aangezien Schokkenbroek de boeken die hij verkoopt ook schijnt te lezen – althans, die reputatie heeft hij en hangt als een nimbus om hem heen – wordt zijn voordracht met welwillende aandacht verwerkt en overwogen. Ook dat is een unicum. Want de meeste Nederlanders ondergaan slechts node de monologen van hun medeburgers. Zij wachten slechts af tot deze voltooid is, want zij ervaren ze als nodeloze onderbrekingen van hun eigen doorleefde beschouwingen. Die ze onmiddellijk  aanvangen, zodra de inleider vermoeid zwijgt of ademhaalt. Dat gebeurt bij deze Raad der Ouden niet. Harrie, voor de bezoeker rechts van Schokkenbroek, heeft natuurlijk zijn antisceptische reserves. Maar hij luistert wel en laat de conclusies van de geachte inleider indalen. Dat geldt ook voor Gerrit uit Belgenland, die een héél eind met de geachte inleider kan meegaan. Maar ergens, ja, ergens scheiden zich toch hun wegen, al kan Gerrit nog niet aangeven wáár.

Dat evenwel de rijksambtenarij een onderlinge omerta heeft gezworen waardoor geen klokkenluider zijn loopbaan met geheven hoofde zal kunnen afronden – zoals Schokkenbroek volhardend en gedreven poneert, gebaseerd op uit het leven gegrepen voorbeelden – dat stemt Gerrit volgaarne toe. En ook hij kan dat treffend adstrueren. Maar dat doet hij pas tijdens de volgende koffieronde. De scheiding der machten, die grondwettelijk is geborgd, bestaat al lang niet meer en dat van die rechtsstaat, daar gelooft geen van de Raadsleden nog in. In dit opzicht bestaat dus de Harmonie die ook Mao zo dierbaar was in zijn hoogtijdagen. De samenleving gaat naar de kloten en de regering laat dat op zijn beloop. Het kabinet bestaat alleen nog maar uit baantjeszoekers en vakmatige beroepsopportunisten.

Maar dat is nu juist het regentendom dat Henk en Ingrid steeds maar blijven verkiezen, al begrijpt niemand waarom. De Raad der Ouden zou het, mits aaneengesmeed tot het Neutraal Afwijzend Blok, veel en veel beter doen. Het zou een extraparlementair kabinet kunnen formeren, waar iedereen van zou opkijken, vol daadkrachtige specialistenministers. Voorlopig moeten we ons dus behelpen, óók met de koffie-verkeerd die niet geheel geklopt is zoals wij mogen verwachten. Is dat nu de resultante van tweeduizend jaar innig beleden christendom?  Het valt te vrezen, mijnheer de voorzitter, dat de geachte afgevaardigde dit niet geheel ten onrechte ter tafel brengt. Wij zeggen deswege, resumerend, toe, dat zulks weggenomen zal worden in een inlegvellletje dat gehecht zal worden aan de akte van ratificatie die helaas reeds aan de finale redactiecommissie is toegezonden.