De westelijke superioriteit

In deze periode waarin het ICTY werkte naar zijn jurisprudentiële hoogstandjes was er, ik kan niet anders zeggen, weinig interesse in de diepere belevingen van de zijde van de Slaven op De Balkan zelf en veel meer oostwaarts in Walachije, Moldavië, Teschen, Silezië, Gallicië, Transsilvanië, Georgië, Kaukasië en Trans-Kaukasië alsmede de Ukraïne. Deze staten hadden vanaf 1453 te maken gehad met de immense Ottomaanse Horden, invallen van de Zweden, Pruisen, Oostenrijkers, Russen en Polen. Zij hadden nooit de kans gehad zich te ontwikkelen tot bestendige sedentaire natiestaten.

Steeds waren ze heen-en-weer geschoven westwaarts en oostwaarts, steeds hadden ze te maken met navrante bezettingsregimes met eigen taalwetten, regelingen van de agrarische tienden, legeringskosten en deportaties en allen hadden ze hun eigen tragische vaderlandse geschiedenis gekoesterd omdat weinig anders meer bleef als nationaal fermentatiepunt. Wat driehonderd jaar geleden was voorgevallen scheen gisteren gebeurd. Dat alles werd levendig gehouden door rondtrekkende barden en toneelgezelschappen. Ze konden de wrok die ICTY moest wekken omdat het deed of vanaf 1993 de geschiedenis van Centraal Europa pas geldig geschreven werd in ieder geval begrijpen.

In Nederland was daar helemaal geen gevoel voor. Men realiseerde zich in deze moerasdelta niet dat de grenzen waarin het koninkrijk der Nederlanden werd gedefinieerd dateerden van de Vrede van Venlo in 1543 en dat de zuidelijke grenzen bepaald waren door de militaire afwachtingsopstellingen bij het Twaalf Jarig Bestand van 1609. Dat bleek pas als er weer eens heibel ontstond met België over de Wielingergeul naar de Westerschelde toe of de status van het Verdronken Land van Saaftinghe. Of als een burgemeester van Baarle bezwaren had tegen de regelingen over voortgezette politionele achtervolgingen binnen Nassause enclaves. Voorpaginanieuws werd dat niet, maar men keek er dan toch wel even van op.

De Serven kregen er steeds meer de pest in naarmate het aantal vooraanstaande politici dat in hun herkomst scheen te delen zich in Den Haag moest verantwoorden voor iets wat zij bleven beschouwen als gematigde vergeldingsacties. Omdat de rechters van het ICTY in de historische rechtvaardigingen niet belangstellend bleken en ook niet van zins waren in dit opzicht wat bij te leren. Milosevíc werd gallisch als hem bleek dat de liason-officer voor justitie maar niet wilde begrijpen dat de Serven in de Tweede Wereldoorlog ook voor Nederland tegen de nazi-invallers hadden gevochten en dat Hitlers betoverende Blitzkrieg-truppen operatie “Barbarossa”veel te laat hadden moeten inzetten omdat Belgrado opstand had gelast tegen het nazi-regime. Daardoor had Hitler eerst gewelddadig operatie “Bestrafung” moeten inzetten op de Balkan en een wijdverspreide guerrilla in steden, ten plattelande en in de bergen moeten neerslaan ten koste van vele verliezen. Zijn veldleger was daarom laat in de zomer pas kunnen beginnen aan de massale invasie in Rusland. Het Rode Leger had daarom gebruik kunnen maken van het vroeg intredend barre herfstregentij.

En daardoor waren de tanks van de Führer in de blubber vastgelopen en had generaal Winter de rest kunnen klaren, net als destijds bij Napoleon I. Zó hadden de Serven christelijk Europa gered. Zagen de Nederlanders dan niet in, dat zij vrij waren geworden door deze strijders voor het kruis? Hoe kon het dat zij daarom meewerkten aan de strafvervolging ten laste van de leiders van dit heldenvolk? Ten gunste, ook dat nog, van de Islamieten die hun Nederlandse blauwhelmen waren komen beschermen, heidenen nota bene en vijanden van de openbaring die Europa eens had verenigd? Nooit verhaalden hun kranten iets van de gruweldaden van de Islamieten tegen de Serven. Altijd waren het de Serven die het humanitaire recht schonden. Waar haalden de Nederlanders de a-historische godverdomde hoogmoed vandaan? Waarom las men daarover nooit iets in hun kranten? Waren ze ziende blind? Waarom gingen de rechters nooit eens op dat aspect in? Andere leiders van Servische denominatie herhaalden het in een weemoedig Slavisch koor.