Ditjes en datjes van Donald Duck

Deze site is nu met Blog twee jaar in de lucht. De Blogs hebben ditjes en datjes tot onderwerp, al zijn er ook wat ingewikkelde thematische blogblokken bij. Zoals die over de staatkundige verhoudingen binnen datgene wat steeds maar de representatieve democratie wordt genoemd, in één adem met het begrip constitutionele rechtsstaat. Mijn vorige Blog, gewijd aan de wat dreigende sfeer in de schemerochtend van Prinsjesdag, geeft aan dat er veel stoffelijke symptomen blijken die erop wijzen dat beide begrippen op dit moment naar koers- en beurswaarde wat wankel staan.

De plechtige dag wees er al op, want het scenario ervan was wat minder vanzelfsprekend en zelfbewust dan op de vorige Prinsjesdagen die ik meemaakte in Den Haag als bewoner van die stad achter de blonde duinen. Er wringt iets. Er broeit iets. Zeker, de optocht werd vlekkeloos afgewikkeld, in zoverre dat er geen koets omviel, geen paard overduidelijk uit de hand liep en geen demonstranten ingrepen om de vertoning eens flink te hinderen. Maar de Algemene Beschouwingen nadien hadden toch een eigenaardige teneur, omdat een meerderheid van de aanwezigen zich zeer bewust was dat zij voor het laatst ambtshalve deze gezamenlijke verenigde vergadering van de Staten-Generaal bijwoonde.

Ze stonden verder in het teken van de aankomende verkiezingen van 22 november, die beschouwingen: iedere spreker in de Tweede Kamer richtte zich tot het fictieve segment van het electoraat waarvan het meest aan stemmen verwacht werd. Vele beloften tuimelden daarom over elkaar heen in de richting van zo’n geprojecteerd segment. Geen berichten of aanzeggingen aan de leden van het kabinet, maar alleen maar mededelingen dat het anders zou moeten. Er was stomweg geen gemeen overleg over het voorliggend wetsontwerp tot vaststelling van de Rijksbegroting, terwijl dat toch eigenlijk het voorwerp van de besprekingen had moeten zijn op dat moment.

De Tweede Kamer amendeerde deze begroting, die allerlei dekkingsdefecten vertoont. Ze voegde er zonder problemen nog twee miljard EU aan toe, hoewel dat ook vier miljard kan zijn, want dat hangt af van het steeds onoverzichtelijk schuiven met en opstellen van cijfers. Waar de substantiële dekking daarvoor vandaan moet komen werd zelfs niet bij benadering geopperd. De rijksoverheid zal die zoeken bij de reeds zeer zwaarbelaste betere middenklassen die enig liquide of liquidabel te maken vermogen bezitten boven de ton, dat is het enige wat duidelijk is. Geen hond, zelfs geen geachte afgevaardigde, die daar enige aandacht aan wijdde. Dat betekent stomweg dat we weer eens te maken hadden met een veel te dure charade.

Waarbij in de wandelgangen inderhaast scenario’s werden ingelast voor de toneelvertoning die op gang was. Dat dekkingsprobleem, dat weten we allemaal, is geen onderwerp waar de afgevaardigden of ministers die thans nog zitten zich druk willen maken. Dat probleem wordt afgeschoven op de nieuwe Tweede Kamer en straks op de nieuwe regering, die nog wel heel lang op zich zal laten wachten. Het zal de dames en heren een zorg zijn. Na hen de zondvloed. Een stemming die al veel te lang heerst in Den Haag. Die steeds merkbaarder wordt. Het zal mijn tijd wel duren. Dat is het parool.

En daarom wel ditjes en datjes, het komend Blogjaar op deze site. Maar niet van Donald Duck in het dienovereenkomstig genaamde Vrolijk Weekblad dat door oom Donald zo vakkundig vol gekwaakt wordt en werd. Al begint de Staatscourant van het Koninklijk der Nederlanden daar wel erg op te lijken.