Naderende Prinsjesdag

Er begint zich waarachtig nu van Den Haag een grimmige sfeer meester te maken. De stad bereidt zich politioneel, bestuurlijk en strafvorderlijk als het ware voor op een springtij van heftige demonstraties ter gelegenheid van de aankomende Prinsjesdag. De plechtige opening van de Staten-Generaal. Met de optocht van koetsen, cavalcades, fluks marcherende spelende militaire muziekkorpsen en de afdelingen van de nationale krijgsmacht. Koning en koningin in de grote glazen statieberliner van Willem II. Die overigens liever het paard naar de Balzaal van Willem VI, de gefaalde stadhouder, placht te rijden, de voormalige vergaderruimte van de Tweede Kamer, want dáár stond zijn enorme, in empirestijl uitgevoerde statiezetel die men voor deze aangelegenheid maar gemakshalve aanduidde als “De Troon”.

Om hem heen de hovelingen in hun merkwaardige bijeen geflanste hofcostuums met hoge stijve kragen, glinsterende zakklep- en rugpandpassanten en goud gegarneerde manchetten.  Daarvoor, gezeten, de ministers en Kamerleden in hun ook van goudgalon overtogen ambtsuniformen. Militaire uitdossingen, afgekeken van het militaire gevolg van Keizer Napoleon Buonaparte die zijn Corsicaanse herkomst als betwistbare lagere edele nooit geheel wilde en kon verbloemen.

De extinction rebellion-demonstranten hebben al beloofd dat ze hun bezettingen van de tunnelbak in de Utrechtse Baan of A12 juist op deze heugelijke dag der democratie gaan uitvoeren, mét de bijbehorende vastplakpartijen aan de weg en de vangrails in die bak. Dramatisch zullen zij zich laten afdalen in die bak aan touwladders, touwen en andere klimgerei. Abseilen zal wel niet kunnen. In afwachting van de Mobiele Eenheid. Maar tegelijkertijd zullen Boeren zich niet onbetuigd laten wanneer de plechtige staatsieoptocht van start gaan, deze keer, als de tekenen niet bedriegen, naar de Koninklijke Schouwburg toe.

Maar het kan ook, als het op het laatste moment noodzakelijk blijkt, de Grote Sint Jacobskerk worden. Want andere contestatieven hebben al aangekondigd over te zullen gaan tot min of meer harde acties op het traject vanaf de Heulstraat over Kneuterdijk naar het Lange Voorhout. Rijdend op mijn zwaarbeproefde Gazelle slalom ik tussen alvast opgerichte zware versperringsblokken en afsluithekken door op dat traject, wanneer ik noodzakelijkerwijze om medische redenen in het Haaglanden medisch Centrum moet wezen. Er liggen ook andere materialen en middelen teneinde de verkeerstromen te kunnen omleiden en ook zijn enige tramroutes geschorst en feitelijk tijdelijk omgeleid.

De burgemeester, Jan van Zanen broedt nog op gemeentelijke noodverordeningen en laat vanaf de achttiende alvast detachementen politietroepen legeren in de residentie. Dat belooft wat. Ik neem mij voor, wanneer Nederland dit ceremoniële feest der democratie te gaan vieren, geheel uit het centrum weg te blijven. Ook al moet ik eigenlijk bloed laten prikken. Natuurlijk weer ingeroosterd net op de negentiende. Dat zal je altijd zien. Maar de Nederlandse staatsburger is laconiek. En flexibel. En tolerant. Al merk je daar de laatste tijd hier in deze stad van Vrede en Recht achter de duinen ook weer niet echt veel van. De geesten zullen vaardig blijken te zijn. Dat zijn ze immers altijd.