Duitse immigratiemaatregelen II

Bij de Islamistische terreurdaad te Solingen zijn een 56-jarige vrouw en twee mannen van 67 en 56 om het leven gekomen. Van de acht gewonden zijn er vier nog in het ziekenhuis. Ze zijn volgens het ziekenhuis buiten levensgevaar. Maar hun toestand is nog instabiel. De man die dinsdag in de Duitse stad Moers (Noordrijn-Westfalen) agenten met messen aanviel en daarop werd doodgeschoten, kampte met ernstige psychische problemen.

Dat meldt het Duitse Openbaar Minister (OM). Ook in Recklinghausen (Noordrijn-Westfalen) schoot de politie woensdag eveneens een man neer die een mes dreigde te gebruiken. Ook hij trachtte gebruik te maken van de dekking die een groots feest opleverde en handelde lukraak, terwijl ook hij Allahoe Akbar riep. En ook hij had tevoren gewelddadig gehandeld terwijl hij al eerder verdacht werd van destabilisatiepogingen gericht tegen de Duitse samenleving.

De 26-jarige man in Moers was bekend bij de politie door meerdere veroordelingen. Hij zou dinsdagmiddag in zijn woonwijk op politieagenten zijn afgerend met twee messen van zo’n 30 centimeter lang. De agenten schoten de man daarop neer. Hij overleed aan zijn verwondingen. Zijn motief is nog niet bekend. Volgens de politie gaat het om een Duitse man.  Maar dat hij een Islamistische achtergrond had kon niet lang verborgen blijven. Het waren juist die voortgezette pogingen van de officiële media om zulks te verheimelijken die algemene verontwaardiging wekten en ook de lichtvaardigheid waarmee deze persoon weer in vrijheid was gesteld na eerdere incidenten. Als dat al gewaagde van een asielbeleid, dan kwam dat juist daardoor onder verhevigd vuur.

De 33-jarige man uit Recklinghausen zou al veel eerder agressief zijn geweest in een flatgebouw. Toen de agenten arriveerden ontstond er een dreigende situatie en werd er op de man geschoten. Hij overleed. Over zijn motief is nog niets bekend gemaakt.

Voordien waren er al maatregelen beraamd door de Bondsregering om de wederrechtelijke toegangsverschaffingen van illegalen tegen te gaan, waaronder de genoemde blokkades ter fine van controles aan de binnengrenzen met de voormalige Oostbloklanden Hongarije, Polen en Tsjechië. Omdat deze staten heel goed wisten dat zij niet het land van eindbestemming waren van deze illegalen.

Dat waren Nederland, Duitsland en de OSLOstaten Zweden, Denemarken en Noorwegen wegens het wereldwijd bekende royale opvangtraject in alle gevallen van wederrechtelijke toegangsverschaffing. Dat bleek wel degelijk aanzuigende werking te hebben, zoals in 1990 al door de Nederlandse interdepartementale stuurgroep immigratie en haar taskforces vastgesteld in hun periodieke rapportages. Een feit van algemene bekendheid.

Ontkend door alle Nederlandse houders van de leeropdracht immigratierecht aan de universiteiten. Men hanteert dan een conditio sine qua-non oorzakelijkheidsredenering. Zou de stroom óók wellen, wanneer niet algemeen bekend was hoe royaal dat opvangtraject is? Dat bewijs is er pas als men een proefopstelling zou kunnen scheppen van een illegalen-influx zonder zulk een vermaard traject en één influx waarin dergelijke ruchtbaarheid over de onderliggende voorzieningen bij opvang, huisvesting en bijstandsverlening níét zou bestaan.

En aangezien het in dit verband gaat om de mares die met name non gouvernementele organisaties dienaangaande plegen te verbreiden vooral in risicodragende landen is een dergelijke vergelijking nimmer te construeren. Dat weten de proffen maar al te best. Maar hardnekkig blijven ze in dit opzicht want het gaat om hun verdienmodel, dat van hun uitgebreide staven en hun faculteiten. Hou dat vooral steeds voor ogen.

Het presenteren van een afzonderlijk immigratierecht met bijzondere eigenstandige beginselen, oorzakelijkheidsketens, deelnemingsvarianten en processystemen zou eens nadere heroverweging behoeven. Want het gaat om iets wat oorspronkelijk behoorde tot het commune administratieve recht. Onderdeel van het algemene bestuursrecht, dus. Een merkwaardig specialisme dat zich, afhankelijk van een economische hoogconjunctuur, heeft kunnen ontwikkelen tot een aparte mandarijnenwetenschap — als het die naam al zou mogen hebben. Een zekere heroverweging zou tot een kritische herinventarisatie kunnen leiden die in ieder geval opschonend zou kunnen werken betreffende zekere onuitgesproken axiomatische vooronderstellingen.