Eigenrichtingsdrang

Zonder nu te willen vervallen in theorieën over een sociaal contract waarbij de burger met de centrale overheid een maatschappelijk verdrag heeft gesloten – de theorie van het contract sociale van Rousseau maar dat je ook bij Voltaire tegen komt – lijkt het toch juist ervanuit te gaan dat de ingezetene, onderdaan, burger of maatschappelijke participant met een gezag in een soort van stilzwijgende overeenstemming verkeert op basis waarvan dat gezag een geweldsmonopolie bezigt om de wederpartij bescherming te bieden. Via de zwaardmacht. De burgerlijke openbare wapende dragende macht.

Tegen misdrijven, verstoringen van de openbare orde, inbreuken op het geregeld verkeer, invasies door geweldplegers van buiten, afbreuken aan het handsverkeer. Zo zijn de Graven van Holland begonnen. Zij vroegen daarvoor belastingafdrachten. Om de ingezetenen van Kennemerland te beschermen tegen de Denen. Die met roofboten steeds maar de binnenwateren binnendrongen en marktplaatsen verramponneerden. Het eerste policiewezen. Wie het interview met Rinus Otte leest komt erachter dat hij voetstoots aanneemt dat vervolging van misdrijven uitzonderlijk zal zijn.

Het instellen van strafvordering dient bij Otte bijzondere rechtvaardiging, want het is zo complex, tijdrovend, logistiek niet behapbaar en door personeelsgebrek uiteindelijk ineffectief. Dat is wat de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal hanteert als uitgangspunt van het te plannen criminaliteitsbeleid. Wil de minister van Justitie in bepaalde gevallen persistente en sluitende vervolgingen, dan moet die bewindspersoon óf een aanwijzing geven óf meer logistiek, personeel en dus geld ter beschikking stellen. Otte vindt dat vanzelfsprekend.

De vraag of het Openbaar Ministerie zijn tussentijds enorm toegenomen personeelsbestand met vele managementslagen en een daarbij behorende piramidale hiërarchie eigenlijk wel effectief en efficiënt inzet laat Otte onbesproken. Dat dat het geval is schijnt vanzelfsprekend te zijn voor iemand die niet ambtshalve genoodzaakt is deel te hebben aan de intense vergadercultuur met de vele commissies waarin het Openbaar Ministerie zich wekelijks vermeit. Met allerlei expertisecentra, reflectiegroepen en denktanken en capaciteitsgroepen. Het OM seponeert dus het meeste. Geen tijd. Geen mensen. Geen gelegenheid. Ik betwijfel of dat alles wel klopt, en of ook in dit opzicht dat OM wel maatschappelijk realistisch bezig is, maar wijs erop dat, wanneer er toch doorgaans niets aan delicten gedaan wordt door de overheid via negatieve sanctionering de eigenrichtingsdrang van de burgers automatisch zal toenemen.

Dat is merkbaar, door de spontane burgerwachten en wijkcommissies die zich al roeren en symptomatisch zijn voor een basaal en breed gevoel dat in het publieke domein de rechtshandhaving uitermate gebrekkig is. Wie gelooft toch nog dat de recherche echt in de benen komt op de melding van vernieling, zaaksbeschadiging, braak, inbreking, inklimming en verbreking, enkelvoudige oplichting, tasjesroof en zakkenrollerij of winkelverduistering? De politiepost maakt een mutatie in het dagrapport. Mede voor de verzekeraar van de getroffene.

Dan is het beter de benadeelde direct een eigenstandig recht op strafvervolging te gunnen. Dat kan mooi meegenomen worden in het aanhangige ingewikkelde wetsvoorstel voor een brandnieuw Wetboek van Strafvervolging dat door de universiteiten is bij elkaar verzonnen, omdat het departement geen tijd had. De werkhypothese bij dat voorstel is dat het Openbaar Ministerie zijn ICT volledig op orde heeft en ook de cloud systemisch beheerst. Wie de kranten leest, weet dat dat niet kan kloppen.