Geer past die pet helemaal

Een van de bekendere bestendige marktplaatsstandhouders – aldus het gemeentelijk jargon uit de Algemene Plaatselijke Verordening Den Haag – is onmiskenbaar Jan Overduin. Jan is ook een beoefenaar van de fotografie, een kunde waarin hij een grote bedrevenheid heeft ontwikkeld. Hij is het die zich bedient van het logo dat de bezoeker van deze site zo nu en dan bij opvallende foto’s van het immer bewegelijk marktgebeuren op het Lange Voorhout en áán het Plein aantreft. Zoals onder Geers bepet conterfeitsel bij deze blog van 2 december 2021.

De foto’s geven steeds taferelen weer uit het volle leven. Jan komt tersluiks langs, ziet, drukt af en overwint. Er mag in principe niet geposeerd worden. Het gaat om de spontaniteit van het moment, dat gefixeerd moet worden. Niet voor eeuwig. Maar wel voor lang. Daarbij weet Jan steeds een opmerkelijk kleurenpalet samen te doen treffen dat je gemakkelijk over het hoofd zou zien, ware het niet dat het juist pregnant wordt bevroren in de fotografische weergave, waarin de personages stollen tot deelnemers in een aldagelijks drama dat de vergankelijkheid van onze levensgang immer aan den lijve demonstreert. Daarin is Jan een meester. Het zijn kunstwerkjes mijnheer, al zijn de acteurs afzonderlijk dat meestal stellig niet.

Geer, zich steeds weer bewust van het feit dat hij maar een opdondertje is, vertoont zich doorgaans in het publieke domein met groot uitgevallen hoofddeksels. Die moeten imponeren. Wat Geer het liefst zou doen is: zich te vertonen met een militaire pet vol lovertjes en eikenbladen op de klep. Geer laat het na, door de ervaring gelooid, wetende dat zo’n pet hem vermaakt tot mislukte postbode. Maar, Freud wist het al, het onderbewuste dringt soms iedere bewuste remming genadeloos opzij.

Bij Jans kramerij lag een luchtmachtpet achteloos op een verloren doos. En Geer kreeg de plotsklapse floers die hij doorgaans kundig neervecht.  Geer zette de pet, zij het met zekere aanwending van spierkracht, op het ambtelijk hoofd. Het hoofd,  waaromheen men node de omlijsting van een loket mist. De pet was te klein, het moet gegaan zijn – bij de bevoegde drager van het uniformstuk – om een sergeant van de grondvoorzieningsafdeling van een luchtmachtbasis. Een onderofficier die geen al te grote schedelomvang had. Dat juist prikkelde Geers verbeelding. Die pet paste hem helemaal. Dat moest. Dat was het noodlot van dat moment. Zij het dan, dat de lederen binnenvoering het hoofddeksel vrij krachtig nagelvast vestigde op Geers hoofd. Jan legde het drama in drie fases vast. De aarzeling, de pet op te zetten: kijkt er iemand? Het opzetten van het uniformstuk, in de wetenschap dat je nooit zou weten welke huidziekten die hypothetische sergeant had gehad. Het ijlings afzetten van de pet. Het schielijk verlaten van het marktgebeuren, de aloude Hocus Pocus Pas-hoed op, nadat Geer doorkreeg dat passanten zijn voos bedrijf doorzagen en ook, welk verdrongen motief daaraan ten grondslag lag.

En niet slechts op dat moment. Inmiddels deed de pet Geer denken aan de Molukkers die in Eindhoven woonden in speciale woningen, bestemd voor inlandse militairen uit voormalig Nederlandsch-Indië, die door overheidsdwang na 1950 naar Nederland hadden moeten verkassen. Zij werden met aanzienlijke degradatie in de dienstrang tewerkgesteld, terwijl zij voordien het koloniaal gezag in de Archipel buitengewone diensten hadden verleend bij het neerslaan van inlandse opstanden en bij de manoeuvres die Nederland destijds politionele acties noemde.

De meesten hunner werkten, met tegenzin, op de militaire vliegbasis Welschap bij Eindhoven. Echte mannetjesputters. En zij droegen die pet. Met dat fantastische gouden wapen.  Dat verklaart, waarom Geer werd overweldigd door een innerlijke drang die hij niet kon wederstaan. Psychische overmacht, zoals gedefinieerd in artikel 64 van de Code Napoléon. Geer moest met die pet naadloos overgaan in een nieuwere persoonlijkheid, onvervaard het vaandel van wat dan ook volgend, op weg naar heldendaden. Het Es ist erreicht-gevoel moest Geer overweldigen.  Op deze verregende en winderige ochtend ervoer Geer, dat dat beslist  niet het geval was. Dit persoonlijk trauma, alstoen, aldaar, op die ochtend op dat Plein,  is thema van de volgende blogs.