Een keer kwamen we als driekoningen-optocht niet verder dan de Rijstenweg, waaraan het voetbalveld van Door Broederschap Sterk ook belendde. Deze kortstondigheid van de expeditie was aan een disproportionele gift zijdens de dames Janssens te wijten. Deze dames, behorend tot de intellectuele bovenlaag van “’t Ven” waaraan de Zeelsterstraat competeerde, gingen over de Sinterklaasvieringen aan de roomse scholen in de parochie onder de patronage van Sint Teresia van het kindje Jesus. Zij ronselden het personeel voor deze godgewijde visitaties onder vrienden, bekenden, moeien en magen, waarbij de goedheiligman vooral gezocht diende te worden onder notabele ooms of ondernemende middenstand waarbij Van Hoeckels Pakhuizen aan de Hastelweg een grote rol speelden omdat daar de eigenaar ook vaak met overtollig speelgoed zat, vervaardigd in het Verre Oosten.
Daar wilde deze nijverheidsmagnaat ook wel op eerbare wijze van af. Dat kon via Sinterklaas. Hij kreeg dan de faam van liefdadigheidsbedrijver en kon de schappen lucratief zuiveren van winkeldochters, want ook dat speelgoed bleek aan modedriften onderhevig. Maar de Sinterklaas kon ook weleens uitvallen, door ziekten geveld of door een breuk die tijdelijke doch volstandige invaliditeit teweegbracht. De gevulde zakken met snoep en presenten bleven dan ongebruikt bij de dames, die doorgaans onderwijzeressen waren aan de schoolinrichtingen vanwege de Zusters van Schijnsel uitgebaat, achter. Met kerstmis wisten ze dan het grof gerei wel te slijten aan de dames Zelatricen van de Zonnebloem. Maar de inmiddels beschimmelde pepernoten, taai-taaipoppen, chocoladefiguren en boterletters werden op een onzer tochten uitgestort over wijzen en hun volgers, die gekromd hun ladingen niet verder wisten te torsen dan tot aan genoemde dwarsweg.
Er waren velen, die aanvankelijk besloten alvast één en ander te consumeren, vooral onder de volgers. De gedachte was dan de tocht aanmerkelijk verlicht voorgezet zou kunnen worden volgens het charitatief-strategisch uitgezet traject. Dit bleek een misvatting. Sommige versnaperingen bleken toch bedorven. En velen wensten onstuitbaar hun offering aan de menselijke beperktheden te brengen. Dat kon echter niet bij de adressen waar de wijzen aanbelden. Het kon wel in de rijke bosschages bij genoemd voetbalterrein, maar daar bleek de gure oostenwind toch te veel vat te hebben op de broekloze kleinen. Ik herinner mij wel dat de Zwarte Koning deswege later veel te verantwoorden had. Want de ouders kwamen wel degelijk verhaal halen betreffende het langdurig verblijf dat hun wenend kroost nadien door bracht op de respectievelijke kleine kamertjes. Ik was, uiteraard, gelet op mijn staat van dienst, onvermijdelijk de Witte Koning. Europa, dus. Leo, de Zwarte vorst, was Afrika. En de derde in de triade was Azië, al zag hij er niet echt geel uit. Europa wist bij deze schorsing van de expeditionaire operatie uiteraard van niets. Dat viel mij makkelijk. Omgevingsbewustzijn was niet mijn karakteristieke eigenschap. En verder worstelde ik vooral met de prachtige kroon die mij voortdurend over de ogen zakte. Ik verzinnebeeldde aldus treffend de koloniale geschiedenis van imperialistisch West-Europa. Onbewust. Dat geef ik toe. Aangezien de familie Flagge in een nimbus van onaanraakbaarheid vertoefde wegens de prominente positie van het hoofd, die bijna overal voorzitter van was kreeg Azië dus alles op zijn brood.
Melchior, afkomstig uit De Lievendaal, een arbeiderswijk, diende inderdaad zich te verantwoorden terwijl ik mij blank van ziel in mijn hoedanigheid van Caspar aan alle publieke schandaal wist te ontmaken. Zulks des te gereder, omdat ik ook nog het lof nadien moest dienen en haast had. Ons Trio bracht dus de geopolitieke verhoudingen uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw voortreffelijk tot uitdrukking, in symbool, woord en gebaar. Van het verhaal bij Mattheüs, 2: 1-12 bleef niet veel over. Maar dat kon niet bommen. Iemand moest de schuld hebben van deze deconfiture en dat die lag bij de koning die iets onduidelijks deed in oorden als Arabië, Calicut en Ceylon lag zo voor de hand dat dat verder geen toelichting of rechtvaardiging behoefde. Deze magiër had het op zijn geweten dat Josje Bolwerk de longen uit zijn lijfje had gebraakt. Wat je ver haalt is niet altijd lekker en bovendien wist niemand wat een Nubiër eigenlijk in Strijp te zoeken had. Ik verwijs naar mijn blogs dienaangaande van 27/12, 28/12-29/12 2021.