Het Permanente Strafhof als zelfstandige rechtsmachteenheid

Het Strafhof is, ik gaf het aan, een rechtspersoonlijkheid bezittende zelfstandige rechtspersoon die strafrechtelijke jurisdictie mag uitoefenen over alle personen ter wereld. Het betreft een beperkte verzameling misdrijven die gericht zijn tegen de integriteit van de menselijke samenleving of het mensdom. De delictsomschrijvingen zijn opgesomd in een op het oog beperkte reeks die het jurisdictie- of strafmachtsrecht definieert. Maar er zijn per misdrijf categorie steeds weer bijkomende beperkende strafmachtsvoorwaarden. Die staan soms nogal verscholen in de statutaire tekst.

Het Rotterdamse goudomlijste statieportretvan de Heer Burgemeester

De bedoeling van het instituut is, dat het mede superviseert of staten hun interne soevereiniteit ter publieke rechtshandhaving naar behoren handhaven. Hebben zij een interne openbare orde die een geregeld rechtsverkeer borgt aan de ingezetenen of nationalen?  Gebruiken de staten hun nationale jurisdictierecht sluitend, effectief, in overeenstemming met behoorlijke bestuursbeginselen en conform strafvorderlijke minima? In dit opzicht is het Permanente Strafhof een jurisdictioneel clearinghouse. Staten mogen geen interne anarchie of wetteloosheid dulden in hun publieke domein. Maar wat daarbij de basiscriteria zijn, dat is weer niet gecodificeerd. Dat geeft aan Aanklager en Rechtbank in eerste aanleg nogal wat speelruimte.

Mr Zimmerman in een voor zijn doen bescheiden pose

Het Hof kwam tot rechtsmachtvaardigheid toen een zekere euforie zich had meester gemaakt van de westelijke naties. Zij meenden, dat het neoliberale, op winstbejag steunende systeem tot uitwisseling van goederen en diensten in volle vrijheid zonder protectionisme, ultiem overwonnen had op totalitaire systemen zoals die van het communisme. Die gezindheid blijkt uit het Statuut, paragraaf na paragraaf. De westelijke heilsgeschiedenis was afgewikkeld tot een triomfantelijk einde, daar waren alle diplomaten het in 1998 in Rome op de diplomatieke topconferentie waarbij het Hof werd opgericht, het onuitgesproken over eens. Daarom mocht het Hof best wat kosten. Het was het palladium van de wereldrechtsorde.

Nederland wilde de zetelplaats en was bereid in de buidel te tasten. Het betaalde bij voorschotlening eigenlijk alle bouwkosten en voorzag ook in de huur van tijdelijke huisvesting. Het was kwistig met kwijtscheldingen toen het Hof waarachtig nog naar Den Haag kwam óók. Bijna alle leiders van delegaties waren in voor een topbaan bij het Hof. Daarom leek die ratificatiebijeenkomst in Rome ook wel een soort banenbemiddelingsbureau. Want de aan te stellen beambten zouden delen in het salarisstelsel van de Verenigde Naties en dat is niet kinderachtig. Het was dienvolgens heel druk bij de desk van de Nederlandse delegatie in de zittingszalen. Nederland bleef nadien vrijgevig. Inmiddels kampt het Hof niettegenstaande die welwillendheid met een structureel tekort dat inmiddels tot vijftig millioen is opgelopen. Lidstaten betalen hun contributie stomweg niet. Als rechterlijke beambten zien we vaak topdiplomaten opduiken die bij hun zendstaat niet echt goed liggen. Ik stipte het al aan. Functionarissen die problemen hebben in hun hiërarchieën, die hun professionaliteit niet op peil hebben weten te houden of niet voldoende omgevingsbewustzijn kunnen opbrengen, maar die in de thuisschalen zó hoog zijn gestegen, dat ze ook weer niet zonder opzien te baren ontslagen kunnen worden.

Meinoud Rost van Tonningen treedt in het huwelijk met zijn Florrie

Het kan niet verbazen. Bij de Volkenbond stationeerde Nederland ook bij voorkeur topambtenaren die in nationaal ressort problematisch waren geworden. De ex-burgemeester van Rotterdam Zimmerman trof men aan in de volkenbondskantoren als hoge commissaris, omdat hij suspect was geworden ter gelegenheid van Troelstra’s poging tot een staatsgreep in november 1918. Alfred Rudolph Zimmerman bood aan Troelstra Rotterdam aan als excercitieterrein voor zijn arsolraden. En dat vonden de kabinetten nadien toch een euvel van deze autoritaire burgervader. Rost van Tonningen, de beruchte voorman van de Nationaal-Socialistische Beweging in de Nederlanden kwam je óók aan het Meer van Genéve tegen, genietend van de voorjaarszon. Meinoud  was volontair geweest in verschillende ambtelijke aanstelling, hij was een begaafd en zelfs briljant jurist uit zeer goede familie. Maar een notoire dwarsligger met autoriteitsproblemen. De Volkenbondsstaten wisten het best van elkaar. Met de Verenigde Naties is het sedert 1945 niet veel anders gesteld. En dus was dat ook wel te verwachten met het Permanente Strafhof. Dat is dan ook uitgekomen.