Het Westen gaat lichtend voor

De basiscondities voor een prestigeverstarring zijn al geheid gelegd toen Volodymyr Zelensky als staatshoofd zijn daverende toespraak mocht houden voor het USA-Congress. Hij mocht dat doen voor een ovationeel Huis. Slechts onderbroken door stormen van sympathie, waarbij hij de Amerikanen als broeders toesprak. Broeders delend in dezelfde waarden als de Ukraïners, huiverend weggescholen in hun steden voor de ongebreidelde terreur van de Russen. Vrijheid. Rechtvaardigheid. Die waarden. Natuurlijk keek Zelensky wel uit dat hij deze transcendente idealen niet nader concretiseerde. Daar was het de tijd noch de plaats voor. En hij te handig. Hij kon Nancy Pelosi danken voor haar dappere bezoek aan zijn geteisterde land temidden van al het oorlogsgeweld.

Ukraïne hield, dankzij de USA-steun, stand. Verenigd staan we sterk. We veroverden de wereldgeest. Zonder vrees en aarzeling. Zelensky kon verwijzen naar het Ardennenoffensief december 1944: ook toen hield de USA stand voor de gehele vrije wereld tegen Hitler-Duitsland. Nu doet deze staat dat tezamen met de Ukraïne tegen Het Kremlin. Deze alliantie zal overwinnen. En dan zal ultieme rechtvaardigheid betracht moeten worden tegen de Russische terroristen. Dat zal, Zelensky impliceerde het al eerder, alleen kunnen tegenover een supranationaal tribunaal. Want hij kon Putin en de zijnen afschilderen als hostes generis humani, vijanden van het menselijk ras, die geen recht kunnen doen gelden op enige strafrechtelijke immuniteit. Zij worden de tempel uitgegeseld. Dat er oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid zijn begaan in de Ukraïne lijkt op dit moment nauwelijks voor betwisting vatbaar. Niet in Het Westen. Dat daarvoor individuele aansprakelijkheid moet bestaan, eveneens.

Maar vindt de rest van de wereld dat óók? Uiteraard sprak Zelensky daar niet over. Want het was evenmin daarnaar de tijd en de plaats. Hij kwam dus niet toe aan de strafvorderlijke voorwaarden waaronder deze aansprakelijkheid geldend gemaakt kan worden, evenmin als Woodrow Wilson dat deed toen hij vergelijkbare woorden sprak in datzelfde congres in februari 1918 ten laste van Keizer Wilhelm, nog altijd roemrijk regerende. Wilson liet doorschemeren dat dat een zaak van de Volkenbond zou moeten zijn. Die kreeg de kans niet. Uiteindelijk werd te Parijs toch besloten dat die berechting een zaak zou moeten zijn van de overwinnaars, geheel buiten het Volkenbondsstatuut om. De ellendige artikelen 227-230 van het Verdrag van Versailles waaraan uiteindelijk geen uitvoering kon worden gegeven: Frankrijk en Groot-Brittannië waren vast voornemens deze berechtingen buiten die Bond af te doen, omdat ze voor eigen misdrijven tegen menselijkheid en vrede geen aansprakelijkheid wensten te dragen voor het wereldforum. Dat kwam er dan ook niet. Zie mijn blogs vanaf 23 mei 2022.

Wat de geallieerden deden kwam erop neer dat zij zelf buiten de Bond om probeerden de wereldrechtsorde opnieuw samen te stellen, terwijl dat nu juist de exclusieve taak van de Bond zou moeten zijn. Dat begon al met het veelomvattende Vlootverdrag van Washington in 1922 waarin de relatieve sterkten van de onderlinge militaire marines werden gedefinieerd. Japan was er partij bij. En Tokio zag heel goed dat de westerlingen aldus hun eigen universele Bondsideaal corrumpeerden: die sterkte-verhouding had juist door de Bond gecodificeerd moeten worden, gelet op het belang wat destijds een grotere oppervlaktevloot had voor de wereldvrede en de daaraan immanente geopolitieke evenwichtsverhoudingen. In het Verdrag van Locarno flikten de geallieerden dat weer: een nieuwe, eigenlijk overbodige, garantie van de westgrenzen van Duitsland werd geaccordeerd buiten de Bond om. Bij het veelgeprezen Brand/Keloggpakt van 1928, waarin de agressie-oorlog werd verboden als misdrijf tegen de mensheid, was het van hetzelfde laken een pak. Daarop volgden nog meer pakten van die strekking, allemaal buiten de Bond en haar nog op te richten organen om: over de herstelbetalingen, de wederzijdse ontwapeningen, de vermindering van het economisch protectionisme dat de wereldeconomie verlamde, de meestbegunstigingsclausules.

De geallieerden hadden de Bond al afgeserveerd voordat Hitler haar verliet op 1 november 1933. Wanneer nu het Statuut van Rome van 1998 nog enige betekenis wil behouden betreffende de codificatie van de strafrechtelijke aansprakelijkheden van staatshoofden, regeringsleiders, militaire opperbevelhebbers en burgerlijk bevelsbevoegden in tijden van gewapend conflict, zal nu voor alsdan ten uiterste beproefd moeten worden dat de door Zelensky bepleite aansprakelijkheden rechts aanhangig gemaakt worden bij het Internationale Permanente Strafhof dat bij dat statuut werd opgericht. Daarop zou Den Haag, wil het de legal capital of the world zijn, moeten aansturen. Afstevenen is daarbij het werkwoord niet. Daarvoor heeft het te weinig eigenstandige doorzettingsmacht.