In 1993 had niemand ooit verwacht dat Servië volksheld Slobo zou uitleveren. Het gevecht om meer grondgebied voor Centraal Servië was in volle gang. De volksdeportaties uit de door Slobo beoogde gebieden ter aannexatie bij Centraal Servië werden net opgestart. Het ging om gedwongen verhuizingen mét de bijbehorende onteigeningen van volksvijandige populaties. De haat was heftig, maar genocidale toeleg was er nog niet, reeds omdat daarvoor ook de toereikende technische middelen en bijbehorende personele en ruimtelijke logistiek ontbrak. Slobo, bovendien, had moeite genoeg om zich hiërarchisch te handhaven en verder was ook iedere Serf duidelijk dat het nationale prestige niet gedoogde dat Slobo ten val zou komen of doodeenvoudig afgemaakt zou worden door krachten uit de Servische achterban.
Die perspectieven werden pas interessant nadat de vredesregelingen van Dayton breder waren ingedaald en tevens duidelijk werd dat Servië het wel kon vergeten dat het havensteden zou kunnen bezitten aan het Adriaticum. Het zou wellicht in samenwerking met de tóch ontstane kuststaatjes maritieme waterwegen kunnen bemachtigen, maar de oude ambitie een transoceanische mogendheid te worden ten behoeve van alle Slaven maar vooral de Russische kon het beter geheel vergeten: Het westen lag daarbij als van ouds dwars en in de weg. De NAVO bleek ook niet inschikkelijk en was nog steeds bereid Servië te bombarderen als het niet aan het Dayton-lijntje bleef lopen. Maar Slobo scheen intern toch zo op het oog orde op zaken te kunnen stellen. Dat bleek uiteindelijk een indruk die op geen feiten kon rusten. En toen was de weg vrij om over zijn overlevering te gaan onderhandelen, ineens, bij verrassing. Bij Putin blijkt het niet veel anders te liggen al schijnt het op dit moment schier ondenkbaar dat Het Kremlin bereid zou zijn daaraan een begin van een gedachte te wijden. De positie van Putin is onherstelbaar beschadigd bij de mannetjesputters van gangsters en de generaals van wie hij het uiteindelijk, net als Slobo, moet hebben. Het Westen weet niet veel van de interne verhoudingen. Stafchef generaal Gerasimow is ineens bij belangrijke staatsgebeurtenissen van De Federatie niet aanwezig, maar de minister van Defensie Sjojgoe neemt, samen met Putin, nog steeds het geijkte militaire vertoon af en reikt zwijgend onderscheidingen uit. Gebleken is dat de Nationale Garde nergens was toen Progozjins opstandelingen ongehinderd oprukten ook al was de noodtoestand afgekondigd en Putin was drie dagen lang in geen velden of wegen te bekennen. En toen hij verscheen in het openbaar was dat om steun te vragen en te verzekeren dat hij standvastig zijn strategie tegen de Ukraïne bleef voortzetten. Maar hij had wel nodig gevonden de Veiligheidsraad bijeen te roepen. Dat gebeurde zonder dat Dmitri Medvedev, oud-president en vice-secretaris van die raad daarbij was. Die bleek ineens in Oman te zitten en komt waarschijnlijk voorshands niet terug. Want de macht die hij koestert, heeft even gebeefd. Het volk, de natie, staat er drommatig zwijgend naast, bij en klapt fanatiek als dat gedirigeerd wordt, wanneer Putin verschijnt om kinderen te knuffelen, weduwen te troosten en het voortgezette bloedvergieten als tijdelijk te vergoeilijken. Zo ging het bij Slobo ook. Den Haag doet nu openlijk kond van het komend Putin-tribunaal dat zich zal moeten concentreren op het misdrijf “agressie”. Zulks omdat vaststaat dat Putin de Ukraïne binnenviel en niet anders om. Daarom is Putin de agressor en daarom moet hij vervolgd worden voor een apart tribunaal. Los, zo heet het, van het Internationale Permanente Strafhof. In het Aegongebouw, waarin ook ICTY zetelde. Alsof niet het Internationale Permanente Strafhof juist opgericht is om het misdrijf “agressie” als universeel vergrijp tegen de mensheid te kunnen doen vervolgen ten laste van regeringsleiders. Man, daarmee begon juist het ILC-document in 1945. En daarmee opende het Neurenberg-Tribunaal. Waging a war of aggression. Daar ging het in eerste instantie om bij die zwijgende, grijze, benepen starende bejaarden in de beschuldigdenbank van destijds.