Command responsibility

In het Statuut van Rome-1998 is het begrip “aansprakelijkheid van een bevelsbevoegde meerdere” een centraal begrip in het Algemeen Deel waarin de gronden van de strafrechtelijke aansprakelijkheden worden gedefinieerd. Het uitgangspunt daarbij is dat alleen de individuele natuurlijke persoon die aansprakelijkheid draagt. Niet rechtspersonen, niet verenigingen, niet organisaties, ongeacht of ze wel of niet bevoegdheden uitoefenen die in het algemeen voorbehouden zijn aan soevereine staten. Jammer is dat zeker. Bij de Neurenbergse processen werd van den aanvang af niet uitgesloten dat ook organisaties of verenigingen, samenwerkingsverbanden en bestendig opererende groepen die aansprakelijkheid zouden kunnen dragen.

Vlag Wagnergroep

In Londen werd, bij de voorbereiding van de Verklaring van Saint James’s Palace in 1941 aangenomen dat een legerorganisatie — zoals de Duitse Wehrmacht – maar ook een private gewapende weerorganisatie of particulier weerkorps – zoals de Waffen-SS – net zo goed strafbare aansprakelijkheid kon dragen als de natuurlijke persoon. De volkenrechtelijke juristen waren goed op de hoogte met de merkwaardige verschijning van de private vrijkorpsen in Duitsland vanaf december 1918 toen de reguliere staatsorganisatie van Keizerlijk Duitsland welhaast volledig te niet scheen te gaan onder de druk van de Rode Spartakusbonden die onmiskenbaar dat Duitsland wilden omzetten in een Radenrepubliek zoals bij de Sowjets, die dat onder leiding van de Lenin-aanhangers schenen te ontwikkelen in Rusland.

Die analogie was schijn, omdat ook Lenin er niet over piekerde om het staatsgezag neer te leggen bij proletarische arbeiders- en soldatenraden, maar goed, Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg waren er destijds van overtuigd dat dat voor Duitsland een begaanbare weg was. Vooral omdat het Keizerlijk Leger, de grote machtsfactor in de Duitse staatsorganisatie, na de demobilisatie via de kazernes in het niets scheen te zijn opgelost. In plaats daarvan verschenen hecht georganiseerde private strijdeenheden, de vrijkorpsen, in het publieke domein die optraden als privélegers onder leiding van fanatieke frontofficieren, gefinancierd door grootondernemers en kapitaalkrachtige adel. Deze vrijkorpsen hielden de Duitse Republiek eigenlijk in stand.

Maar ze haatten dat staatsapparaat uit de grond van hun hart. Deze korpsen bleven dominant aanwezig, maar werden vakkundig omgezet in een privaat nationaal leger ten behoeve van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij en haar leider Adolf Hitler. Samengevoegd werden ze in 1933 officieel in het publieke domein als de SS, een paramilitair leger dat concurreerde met de Reichswehr, het officiële Duitse Veldleger. Die SS werd in Neurenberg wel aangeduid als misdadige organisatie, ook in de rechterlijke beslissingen. Het idee daarachter was dat dan de bewijslast vereenvoudigd zou worden ten laste van individuele SS-ers: hun lidmaatschap alléén zou dan al tot strafbaarheid kunnen leiden. Dat was de achterliggende gedachte bij de ondertekening van de uiteindelijke verdragstekst van 12 juni 1941 door de acht geallieerde regeringen in ballingschap. De tekst is gebaseerd op de Verklaring van het Paleis van Saint James. Die houdt de hoofdprincipes in, die bij de berechting van oorlogsmisdaden moeten worden gerespecteerd. Van die mogelijkheid is echter in de bijzondere nevenzittende tribunalen, de bijzondere strafkamers van het Neurenbergs rechterlijk apparaat weinig gebruik gemaakt.

Niet zozeer uit principe. Maar omdat dan de massaliteit van vervolgbare verdachten de afdoening van de grotere zaken tegen oorlogsmisdadigers die feiten hadden begaan of doen plegen van transterritoriale aard in bezette landen of regio’s het administratieve apparaat van de Aanklagers uiteindelijk verstopt zou hebben. Bij de vervolging van oorlogsmisdadigers in de geallieerde westelijke staten nadien is óók steeds bij leden van de Waffen-SS ervan uit gegaan dat naast het lidmaatschap bepaalde activiteiten vereist zouden zijn gericht op de schending van de wetten en gebruiken van de landoorlogvoering, daaronder begrepen het bezettingsrecht. Probleem blééf dat de officiële militaire opperbevelhebbers van korpsen of legerafdelingen geen directe bevelsbevoegdheden hadden over de leden van de SS en voorts, dat de leiders binnen de hiërarchie van de SS vooral stuurden op rugnummers van leden, te weten op basis van hun persoonlijke ruchtbaarheid in doortastendheid, politiek of ideologisch fanatisme, wreedheid of nietsontziendheid.

Keitel, Chef van het Oberkommando der Wehrmacht, kon makkelijk aantonen dat hij als Generaal van de Wehrmacht niets te bevelen had over de geringste Sturmbannführer. Dat bleek ultiem een zaak te blijven, die bevelsbevoegdheid, van Führer, Himmler en Heydrich/Kaltenbrünner. De constructie van command responsibility wegens de enkele rang van een commandeur in de militaire hiërarchie van het Duitse defensieapparaat bleek daarom in Neurenberg niet echt werkzaam. Bij de Wagnergroep, die op dit moment ten behoeve van het Russisch Veldleger opereert als huurlingenkorps, inzetbaar op betaalde bestelling, mits voorzien van voldoende middelen en logistieke ondersteuning, blijkt op diezelfde grond de constructie van de command responsibility voor wat de Russische regeringsleiding en Generale Staf kreukel.

Putin moest met deze paramilitaire organisatie tot een vergelijk zien te komen wilde deze Wagnergroep afzien van de zo pront ingezette mars op Moskou. Putin kon niet stomweg bevelen. Hij moest marchanderen, immuniteiten beloven, uitreizen van directeuren binnen de groep toestaan. Het is een privéleger van Prigozjin. Die stelt het tegen betaling ter beschikking van Putin, maar aanvaardt geen bindende opdrachten van het Russische ministerie van defensie. Ook al gebruikt het de infrastructuur van de Russische strijdkrachten, vooral die van de logistieke diensten. Het privéleger staat dus losser van Putin dan de SS van Hitler. Dat heeft de verijdelde staatsgreep van 29/30 juni van Prigozjin laten zien. Prigozjin blies de mars af. Omdat hij met Putin overeengekomen was dat te doen.

Later kwamen de verklaringen waarom hij die overeenkomst sloot – hij wilde de incompetenties van Stavka, de Russische Generale Staf aantonen – en die zullen nog wel herhaaldelijk gewijzigd worden. Inmiddels stond Putin toe dat de Wagnergroep het bericht deed uitgaan dat Prigozjin ter herbezinning was uitgeweken naar Wit-Rusland en zat te overwegen hoe hij de Wagnergroep in de Ukraïne zou willen hergroeperen en opnieuw inzetten. Of hij daar zit en of hij dat ook nog zal kunnen gaan doen is nog een open vraag. Maar duidelijk is, dat het met de command responsibility van Putin niet echt duidelijk zit. Dat was bij Hitler ook en zelfs op het eind, bij Der Untergang, wel anders.