Loopgravenoorlog

De jonge elitaire honden van de PVDA besloten dat zich een extreme Nieuw Linkse Voorhoede moest vormen, nu de Nacht van Schmelzer zo overtuigend had aangetoond dat de confessionelen, inzonderheid de katholieken, niet te vertrouwen waren. Het waren opportunistische vrienden van Het Kapitaal. Het was immers ongehoord dat een regeringspartij zomaar ineens een kabinet afschoot. Ongeacht wat er afgesproken was tijdens de kabinetsformatie. De KVP had geen enkel commitment met het rooms-rode kabinet-Cals getoond, enkel en alleen maar omdat Norbert Schmelzer er ineens achter kwam dat het wellicht toch makkelijk regeerde met de VVD, vooral als Norbert ook nog minister van Buitenlandse Zaken wilde worden binnen afzienbare tijd. De beuk erin. Weg met de confessionelen.

Weg met de Liberalen, inzonderheid de VVD. Dan maar oorlog. Totale oorlog. Aldus de leiders van deze rode vleugel: Hans van den Doel, Arie van der Hek, Reinier Krooshof, Han Lammers, Tom Pauka en Arie van der Zwan. Deze ellendelingen van rechts waren volksvijanden. Ze moesten eigenlijk uitgeroeid worden. Ze waren ondemocratisch en hadden geen contact met het veld of grondvlak. Aldus deze dogmatische intellectuelen die ook vaak de kolommen vulden van Vrij Nederland dat in deze tijd bepaalde wat een weldenkend persoon hoorde te denken. Polarisatie moest het sleutelbegrip zijn bij iedere politieke machtsvorming via een tijdelijke dictatuur van het proletariaat.

Daarom moest men op de persoon spelen en op rugnummers sturen. In 1972 kwamen de merkwaardige gedrochtige vruchten van deze tactiek ruimschoots aan bod in de periodieke pers waarbij de handel en wandel van mensen als Dries van Agt, Frans Andriessen, Piet Steenkamp, natuurlijk die Schmelzer, Harm van Riel, Haya van Someren-Downer (dat waren de twee VVD-ers die het het meest moesten ontgelden) breed uitgefileerd werden om de zwartheid van hun zielen den volke duidelijk te demonsteren. Dat werd litterair lang niet onbekwaam gedaan. De spraakmakende linkse pers serveerde de bijbehorende – vaak opgeblazen – details uit de persoonlijke levenssfeer ruimhartig en meedogenloos uit, terwijl en passant ook nog eens geëist werd dat in verband daarmee Nederland uit de NAVO moest treden, Nederland een Republiek zou worden, de Vietcong onvoorwaardelijk erkend moest worden en veiligheidsovereenkomsten moesten worden gesloten met Het Warschaupakt dat daarnaar al jaren hunkerde.

Met gifgasflessen vol van de meest schunnige aantijgingen, steeds weer direct op de persoon en diens karakter uitgeserveerd. Een vijandelijk minister werd geïnviteerd in een praatprogramma op de Verrekijk, meestal majesteitelijk voorgezeten door Sonja Barend, de Grand Old Dame van de VARA, de Vereniging van Arbeiders Radio-Amateurs. Die stelde de excellentie honend een vraag. Eraan toevoegend dat het antwoord vermoedelijk leugenachtig was, maar vooruit, daar zat de VARA niet mee: zij verwachtte niet beter. Aldus de media-liturgie tijdens het roemruchte kabinet-Den Uyl 1972-1977. De zaal zat vol met rode dolle honden die in een soort gejank vol verachting en dreiging losbarstte als de excellentie trachtte de door hem beoogde politiek te realiseren.

Nederland keek verbijsterd toe. Dat was het niet gewend. Maar bij nader inzien was het ook wel leuk een excellentie bijna huilend te zien wegwankelen terwijl men knetterend een nieuwe zak paprika chips los- en openscheurde. Politiek bleek onverwacht erg leuk, de verrekijk liet op vrijdagavond vele reputaties dwars door het ijs zakken, de kijkcijfers stegen, vooral die van de VARA. Het was inderdaad allemaal Tien over Rood. Of nog later. Maar de tegenpartij zon uiteraard op wraak. Dat is altijd het geval. Maar genoemde jonge honden vonden dat eigenlijk onsportief, vooral Marcel van Dam en Ed van Thijn, die ook waren komen aanschuiven om hun deel van deze pret te hebben. Wie loopgraven aanlegt moet erop rekenen dat de vijand dat ook doet. En dat het artillerieduel dat dan losbarst vooral onbeoogde schades zal veroorzaken aan de burgerbevolking. Dat kon deze honden niet veel schelen. Dat was voor een goed doel.