Masseerenquêtes

De lezer zal menen, dat het toerekenen van het huidig basiswantrouwen jegens de overheid op basis van deze falende RSV-enquête veel te kort door de bocht is. En, voor zover het om jongeren gaat, die de overheid thans functioneel en systemisch als hun vijand zijn gaan zien, is dat terecht. Weten die jongeren tussen de 20 en 30 jaar veel? Die hebben hoogstens van Marcel van Dam gehoord als een van de ouwe mastodonten uit het politiek bestel die aanzette tot de moord op Pim Fortuyn zaliger nagedachtenis. Want dat die moord op die televisiegenieke volksheld de resultante is geweest van een zorgvuldig geregisseerd complot van een dynastie van gerontocraten, dat wil er nog steeds wel in. Kijk maar op de you-tubekanalen.

Maar deze enquête bleek de eerste te zijn van een hele reeks parlementaire onderzoekscommissies, staatscommissies met een thematische onderzoeksopdracht, bijzondere adviescolleges en reflectiekamers met een zogeheten afstandelijke mandaatstelling om overheidsfalen te detecteren. Je raakte gewoonweg de tel kwijt. En het overzicht. En vooral het inzicht betreffende het vervolgtraject dat was gegund aan conclusies, aanbevelingen en verbeterprotocollen waartoe deze commissies, colleges en expertgroepen kwamen. Want die logen er niet om. Net als bij de RSV-enquête. De commissie vond toen dat ze de getuigen en deskundigen eigenlijk geen ene moer kon maken, hoe oncoöperatief, meinedig, liegend en wederstrevend ze ook waren.

Ze kon geen medebrenging bevelen, bijvoorbeeld, als een opgeroepen getuige het verdomde om op te komen dagen. Ze kon geen gijzeling bevelen bij weigerachtigheid om verklaringen op vragen te geven. Ze kon ook zelf geen meinedigheid strafvorderlijk vaststellen. Ze kon geen uitlevering van stukken en boekhoudingsystemen vragen. Dat moest anders, zei Kees van Dijk, minzaam daarin aanbevelend. Maar vooral was gebleken dat de RSV-besturen zich nooit lieten gezeggen door experts van algemeen aanvaarde autoriteit, zoals de heer Stikker, toch ook een man die met groot-ondernemingen bekend was en hun feilen binnen de concernverhoudingen, terwijl Stikker er nota bene door de RSV persoonlijk voor aangesteld was. Een expert die tegenlag werd consequent gemarginaliseerd. Tot op het bespottelijke en vernederende af. Stikker erkende het, terwijl hij erbij zat als een geslagen hond. Kloeg die expert daarover, dan werd hij terstond aangemerkt als klokkenluider.

En met klokkenluiders loopt het steeds per definitie slecht af. Dat bleek een ervaringsfeit bij alle andere enquêtes. Kinderen, wordt toch geen klokkenluider. Het is nog beter om junk te worden of prostitué. De commissie beval aan bepaalde lieden toch echt te vervolgen, in ieder geval voor bepaalde blatante gevallen van meinedigheid waarvan zij aangifte had gedaan of waarover zij tenminste bij Justitie een klacht had ingediend. Maar niks. Noppes. Nada. En dat bleek bij bijna alle opeenvolgende enquêtes ook het geval.  Zoals bijvoorbeeld bij de IRT-enquête die het onderzoek deed naar de beweerde onrechtmatigheden van de opsporingsmethoden van het Interregionaal Recherche Team Kennemerland, dat de grootschalige georganiseerde drugsinvoeren en transporten van Colombiaanse onversneden cocaïne onderzocht over de havens van Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen.

Waarbij soms de methode van de “gecontroleerde afleveringen” werd gevolgd onder regie van het Ressortsparket-Amsterdam. Ook daar waren magistraten wederspannig, draafden niet op, weigerden verklaringen en lekten. De commissie scheen gevaarlijk dicht in de buurt te komen van corruptieve praktijken binnen de korpsleiding van wat toen nog de Amsterdamse gemeentepolitie heette. Maar die daaruit voortvloeiende gevolgen en mogelijke onthullingen werden nooit geopenbaard, al leek het erop dat de grondslagen van wat men toen nog onverkort de “rechtsstaat “heette zwaar aangetast werden. Enkele rechercheurs bij het team werden grondig op een zijspoor gerangeerd en er kwamen in het Wetboek van Strafvordering draconische bepalingen tegen bepaalde bijzondere opsporingsmethoden en middelen.

Maar de commissie bleef verder in het duister tasten en vroeg ook niet nader door. En liet ook de Tweede Kamer verder in de schemer van dien neerhurken, want de regeringscoalitie van het kabinet kwam in de gevaarszone. Net als bij de RSV-enquête gaf dat de doorslag. Het kabinet en de mogelijkheid van subsequente coalities waren de doorslaggevende belangen. En zo blééf het gaan. Tot aan de Toeslagen-enquête van kort geleden toe. Waarvan de leden uit de enquêtecommissie eigenlijk vaak in hun verder loopbaan de navrante gevolgen kregen te verduren.

Al was het maar, omdat ze, net als Joekes destijds, op onverkiesbare plaatsen op de groslijsten werden gezet, hoe succesvol en doortastend ze zich ook hadden willen opstellen in verband met de waarheidsvinding. Dat is de reden van de basicmistrust bij de burger. Niet alleen bij de jongeren. En daarvan zijn de mensen zo moe. De mensen in het land. Enquêtes zijn masseermiddelen geworden om beslissingen uit te stellen en nooit te hoeven doortasten.