Nieuw Jaar aan de Breit

De jaarwisseling hier in het Benoordenhout was niet rustig. Maar ik heb het wel erger meegemaakt. Vroeger werden op het kruispunt Breitnerlaan/Van Alkemadelaan grote stapels kerstbomen met autobanden verbrand, enkele jaren vóór de COVID-crises. En een keer zijn er auto’s in de lichte laaier gestoken onder de grote poort naar Wassenaar toe. Maar toen had ik nog buren met puberende kinderen die ook mijn wingerd in de hens staken die ik toen nog aan de voorgevel had groeien aan een houten rek.

Die ouders waren uiteraard weg. Naar ruchtbare glamour-events waar men zo van opknapt. En de zoontjes hadden ik weet niet hoeveel sixpacks bier in huis gehaald met bocht als Jägermeister in flessen en citroenjenever. Het werd een daverend feest voor boert, ontucht en jolijt zoals dat de modernen past. Brommers, snorfietsen en mopets verrieden dat er al vroeg duchtig werd aangepakt. Op het dak, waar de jongeren zich plachten te vermaken.

Ze hadden daar hun daktuin, gelukkig niet belendend aan de mijne, maar toch twee traveeën verder op. Daar was een daverend feest, eindigend in erotische vrij – en vervolgens braakpartijen. Maar ik zat met een geblakerd voorgevel. Ik ben naar de politiepost gegaan in Mariahoeve. Maar daar noteerden ze rustigjes een en ander en deden natuurlijk niets. Ik sprak de moeder, die altijd hoog van de toren blaast, wel erop aan. Ik ben gaan aanbellen. Maar dat mens wist niets anders uit te brengen dan dat ze haar zoons niet in de hand had. Ik antwoordde dat mij dat gans duidelijk was, maar dat ik haar dat niettemin euvel duidde, omdat ze altijd meteen ook de politie belde als ik de Mattheuspassion te hard had staan op Palmzondag met de deuren open.

De politie kwam dan wel, maar gaf ook meteen aan dat ze het onzin vond. Die familie vond dat de Breitnerlaan erg achteruitging en is, tot opluchting van de wijk, naar elders vertrokken. Ze kunnen echter elders, waar het ongetwijfeld beter is, niet aarden en worden regelmatig, luider van toon, toch nog in de sjieke zaken aangetroffen hier op het Hoytemaplein. Waar ze veel stennis veroorzaken en kapsones uitdragen, maar niets kopen. Gelukkig zal dat eerstdaags gecompenseerd worden. De gemeente gaat asielzoekers in de hoofdkantoren van de ANWB huisvesten. Dat zal ook op genoemd plein wel merkbaar worden. Op omroep West is al in een rapportage gedaan van de verschillende deftige oudere dames en heren die met belangwekkende dictie doen weten dat dergelijke lieden van elders herkomstig nu eenmaal niet in deze wijk thuishoren. Ze willen er ook niet wezen. Ze voelen zich er niet thuis. Als u dat maar wéét. De overheid die doet maar.

Ik luister nu veel naar de cantates van Bach voor het gewricht na het Hoogoctaaf van Kerstmis. De gelaten vroomheid van quietistische zetting in contrapunt. De koralen zijn een zieledesem van berusting in de ordening der dingen. Het leidend motief ruist vriendelijk en vertroostend de voorkamer tussen de kaarsenflakkeringen door. Het stalletje straalt ervan. Er is een zwarte koning bij. Die staat bedremmeld in een hoek terwijl de witte koning zich eerbiedig neigt naar de kribbe. Maria ziet dat het geen kwaad kan. De zwarte koning heft wel een wierooksvat. Maar sint Joseph let erop dat hij geen vonken doet regenen op de strooien vloer van de tijdelijke behuizing van het Heilig Huisgezin. Dat trekt eerstdaags naar Egypte, waar het ongetwijfeld beter is. Maar ik kijk er niet van op als Jezus later in deze donkere schemertijd toch nog aangetroffen wordt in een wandelwagen bij de drogist. Buiten op de stoep is een uitstalling met overtollige chocolade kerstmannen en ontraceerbare muizen, die, voor zover ik weet, in het kersttafereel geen plaats of functie hebben. Maar aangezien ze met korting verkrijgbaar zijn heeft Maria er geen bezwaar tegen dat ze op de stoep te koop staan. Ze is als practica van Nazareth van alle markten thuis en voor koopjes hypergevoelig. Dat zal de Openbaring eerstdaags verhalen. Niet alles tegelijk. Dat is de Goede Boodschap van deze dagen.