Omtzigt en Fortuyn

Pim Fortuyn figureert nog steeds als een Messias, die tijdig en regelmatig gekruisigd werd na een kortstondig openbaar leven als Alverlossende Macht, in de geschiedenis van het Nederlands staatkundig leven: op you tube zien we deze persoon – meestal als “relnicht” omschreven door geïnterviewden – steeds weer figureren, steeds weer in nieuwe filmpjes, want de man blijft kennelijk intrigeren. Pim kwam op als een komeet. Hij beheerste het scherm, destijds. Op 6 mei 2002 werd hij vermoord. Met enkele schoten uit een vuurwapen. Door iets wat zich een links ideoloog, dieractivist en klimaatbeschermer noemde.

Pim Fortuyn in mei 2002, twee dagen voor zijn gewelddadige dood

Pim vond dat de zittende politici van Nederland er een puinhoop van hadden gemaakt. Daarbij concentreerde hij zich vooral op de euvelen van de multiculturele samenleving. Maar hij betrok het socialezekerheidsstelsel, de nationale economie en de belastingheffing, het onderwijs in alle geledingen ook in zijn beschouwingen die stellig consistentie vertoonden. Hij gaf een aardige diagnose van de samenleving in deze moerasdelta. Die gaat in veel aspecten nog op. Alleen kan ik mij niet ontveinzen dat de feilen inmiddels nog veel en veel groter zijn geworden. Omdat de politici niets hebben durven en willen oplossen, want de daarbij behorende ingrepen zouden heel pijnlijk zijn voor grote delen van onze al te welvarende medelanders.

Daarom hebben de politici alles voor zich uitgeschoven. Gaf Pim een fraaie diagnose, een bijpassende volledige therapie gaf hij niet. Dat is, vermoedelijk, voor een alleengaande politicus – dat was Pim in hoge mate – ook niet doenlijk. En hij kreeg ook de kans niet, want hij werd door dolgedraaide concurrenten werkelijk van alles beschuldigd wat dezen in hun razernij eruit konden flappen, ook op de overheidsmedia. De NPO gaf deze  tegenstanders die steeds vijandiger werden ruimschoots de kans. Het is duidelijk dat Omtzigt in vrijwel niets op Fortuyn lijkt, want deze demonisering van de persoon voltrekt zich aan hem geenszins. Omtzigt is een conciese systeemcriticus en speelt vrijwel nooit op de persoon, tenzij deze rancuneus een hetze inzet tegen Omtzigt als mens en als karakter.

Omtzigt verwerpt, anders dan Fortuyn, het bestel van de Nederlandse staatkunde niet. Hij geeft alleen aan dat niemand zich nog iets van de bij dat bestel behorende spelregels nog iets aantrekt en dat de fase, waarin dat verontwaardigd ook ontkend wordt, al lang voorbij is. Hij verwerpt de poppetjes die wij als systeembrekers hebben zien figureren maar zijdelings. Hij wijst omstandig op het feit dat ze zich niet aan de spelregels houden. Hij stelt, dat als ze dat wél zouden doen, het systeem beter zou functioneren en geeft aan waarmee begonnen zou kunnen worden: het accepteren van de scheiding van de machten, het aanvaarden van de volle strafrechtelijke en politieke verantwoordelijkheid van ministers voor inconstitutioneel optreden – van “beleid” kan doorgaans niet gerept worden – het realiter borgen van de openbaarheid van bestuur – gegarandeerd in diverse wettelijke regelingen maar vrijwel nooit nagekomen – en het herstellen van de tegenmacht van de volksvertegenwoordiging tegenover een kabinet: als dat allemaal echt zou gebeuren, dan zou er veel gewonnen zijn. Heel veel.

Dan zou het systeem van Thorbecke best goed kunnen werken, al was het nog lang niet af in 1853, toen Thorbecke door de zittende elite vaardig weggewerkt uit het regeerkasteel. Ik dacht, dat dat, in een notendop de therapie van Omtzigt ook best weergeeft. Hou je aan de beperkte regelingen over de staatshuishoudkunde die de Grondwet opgeeft of impliceert. Dat is Omtzigts boodschap. En oplossing voor de gezagscrisis. Omtzigts verhaal wordt alleen wat moeilijker als hij precies uiteen gaat zetten wáár, wanneer en hoe Rutte en de zijnen deze regelingen schonden, want die gevallen zijn er echt heel veel en ze weer reconstrueren, dat is niet in één zin gedaan. De rekening van Rutte staat open. En ze betreft beslist niet maar één post op de Rijksbegrotingen die Rutte de Tweede Kamer heeft doen passeren: het is immers overduidelijk dat de meeste posten die de kabinetten-Rutte heeft toegebracht aan de debetzijde van de financiële balans van de Staat der Nederlanden prijken op rekeningen die niet eens in enige goedgekeurde Rijksbegroting zijn terug te vinden. Ze zijn ook nimmer gevoteerd tegenover de Tweede Kamer.

Die heeft dat billijkend aanvaard, want die Kamer had alle redenen om te weten dat ze bestonden en wat ze eigenlijk vertegenwoordigden. Maar in het coalitieoverleg van iedere maandagochtend van Ruttes regeerperiodes was basisconsensus dat daarop niet inwendig dóórgevraagd mocht worden en extern door de partners niet in enig opzicht rekenschap gevraagd diende te worden. Dat was impliciet de basis voor het voortsudderen van de coalitie met instemming van alle deelnemers. Dat was dan ook het grootste euvel. Het was een stinkende wond aan het worden, die niet meer met de zalf die gebruikt werd ze af te dekken, naar enige heling geleid kon worden. Omtzigt heeft daarop, door de nood geprangd, uiteindelijk moeten wijzen als volksvertegenwoordiger en werd onmiddellijk, omdat zijn partij – het CDA — coalitiepartner was, persona non grata. Tegen wie dus alles geoorloofd was. Dat is de grondslag van Omtzigts optreden heden ten dage. Geen missie tot maatschappijverbetering, maar herstel in de toestand die er altijd had behoren te zijn, dat is zijn program. Restitutio in integrum, zo noemden de juristen van Justinianus dat. Ze zeiden meteen, dat die vrijwel nooit te verwezenlijken was.