Zo is mijn Den Haag voor mij. Mijn Den Haag. Voor anderen is Den Haag volkomen anders. Maar Weber, Richard en De Niet deden mij deze zijde van de residentie kennen. We gaan nu huiswaarts, zorgvuldig links lopend aan de Herengracht. We houden de gevelwand links tot aan de boogbrug. We zien veel HORECA van minder allooi. Na de brug heeft de gemeente links flink in de buidel getast en veel aan Hertenkamp, Koekamp en Waterpartijen gedaan. Er zijn nu watergangen bijgekomen met rustieke bruggetjes. Romantisch. Bankjes. Maar daar liggen vooral veel zwervers op. Ze slapen nog. Passeer hen rustig.
Houdt nu de brug links, de brug waarop eerstdaags een landbouwtrekker bij de komende boerenprotesten dwars door het basement zal gaan. Nu is het nog stil. Doodstil. Maar van de zomer niet. Wanneer het kabinet toch blijk een machtigingswet voor te bereiden voor generieke onteigening van in bewerking zijnde hectare agrarische grond. Ik gaf in mijn Blogs aan, waarom ik denk, dat het kabinet dat beslist gaat doen. Maar nu oogt de brug vriendelijk, zo in het ochtendgloren. Vredig. Alsof de overheid je beste kameraad is. Na de brug is er een kiezelpad rechts. Met een rotonde. Steek nu over bij de Malietoren waar de werkgeversorganisaties zitten. Kijk omhoog. Zo’n mooie kantine hebt u vast nog nooit gezien. Ik denk het elke keer.
Haast u nu, want de auto’s vertragen niet automatisch als u de zebrapaden betreedt. We zijn nu in het Haagsche Bosch. Ook hier is het stil. Maar we kunnen nu in het struikgewas de tentjes ontwaren van de illegalen en de alcoholisten. Versnel uw pas. Sla rechtsaf. U loopt nu langs een tankgracht. De Duitse bezetters deden deze graven opdat de geallieerden niet zouden doorstoten bij een invasie vanaf zee naar het regeringscentrum. Bomen hangen scheef te mijmeren over de waterpartijen en er zijn veel eekhoorns. Maar ook egels die het nog erg druk hebben. Dit bruggetje maar weer over, links houdend.
U bent nu in de hoek waar ook weer een homo-reservaat placht te zijn. Voor mij toch bevreemdend, niet ontstellend, maar die sterk bewegende witte billen blijven natuurverschijnselen die ik niet nader wil bestuderen. Dat hoeft ook niet. De homo’s kunnen elders aan hun gevoeg komen. Maar ik ben hier, op dit pad inderdaad beleefd aangesproken door een knaapachtige jongeling, die belangstellend informeerde of ik ook een homo was. Ik deelde mede hem niet van dienst te kunnen zijn. Maar hij antwoordde koket dat hij die dienst juist had willen bewijzen, zij het tegen geringe vergoeding. Maar nu ik daar niet merkbaar om stond te springen, even goede vrinden en prettige dag verder. Zo hoort het eigenlijk. Vingerknippend ging de knaap fluks zijns weegs, zij het, dat hij als bij ingeving zich omwendde en stelde dat ik bij die loden jas best een shawl kon dragen, maar dan niet zo’n changeante groene daar zulks vloekte. Ik nam het voor kennisgeving aan. Maar de vent zal best gelijk hebben.
We lopen nu fluks recht door. We zien de contouren van het spierwitte Nirwanagebouw. Daar stopten de Blauwe Trams op hun rangeeremplacementen, de befaamde Boedapesters met hun oneindig weemoedig makende Roerdomp-roep. Je kunt dat geluid op internet vinden. Als u zelfmoordneigingen niet kunt onderdrukken moet u het eens een paar keer laten schallen. We zijn, dat wil ik maar zeggen, thuis. Ik dan. In het oneindig preutse, afhoudende en precieus roddelende Benoorden Hout. Hier gebeurt bijna niks. En zulks altijd te laat. En in de verkeerde richting. Daarom woon ik er.