Onmiddellijk heeft ook het Witte Huis naar aanleiding van het arrestatiebevel ten laste van Netanyahu deze American Service-Member’s Protection Act geschermd in de richting van Den Haag. Dat moest het niet verder wagen om nog zittende regeringsleiders te detineren op last van de ICC-Aanklager. Maar deze wet slaat daar in het geheel niet op. Ze betreft de arrestatie en detentie van USA-militairen, het is uit de inleidende rechtsoverwegingen, de zogeheten considerans ervan, meteen duidelijk: het gaat om een preventieve bescherming van USA-militair personeel. (ASPA, Title 2 of Pub. L. 107–206 (text) (PDF), H.R. 4775, 116 Stat. 820, enacted August 2, 2002).
In 2008 zijn daaraan nog beambten toegevoegd die met dergelijke USA-militairen gelijkgesteld kunnen of moeten worden. Deze bescherming geldt iedere last tot detentie herkomstig van een internationaal straftribunaal of hof. De wet gunt aan de USA-president een algemene machtiging om in zulke gevallen het publieke zwaardmonopolie van de USA aan te wenden, daaronder ook het binnenvallen van een expeditionaire militaire macht tot bevrijding van de reeds gedetineerde. De USA moet dan het betrokken tribunaal of hof niet erkend hebben.
In dat geval geldt verder het NAVO-verdrag niet, zegt deze wet: Nederland kan dat niet beschouwen als een daad van agressie van de USA in de zin van het NAVO-verdrag. Tenslotte is Nederland óók nog eens NAVO-bondgenoot. De Nederlanders hadden inderdaad Washington in 1998 nodeloos Washington getart bij de afhechting van de final act van het ICCS-concept in het FAO-gebouw in Rome. Ze hadden een lange neus getrokken tegen de USA, ondertussen scanderend roffelend op de desks. Dat was onprofessioneel, zeker als gastland-vertegenwoordigers, Theo van Boven, de delegatieleider triomfantelijk voorop.
Wat had Nederland, toch nog altijd Trans-Atlantisch georiënteerd, aan deze jenpartij? Ik heb mij daarover steeds verwonderd en ook nooit antwoord kunnen krijgen. Het was al direct een symptoom dat Nederland, gidsland tenslotte bij de doorontwikkeling van het internationale humanitaire strafrecht, het echt heel moeilijk ging krijgen met het neutraliteitsbeginsel, dat het te respecteren had, juist als gastland. En dat is sedertdien ook regelmatig gebleken.
Anderzijds: de Israëlische regeringsleider is geen USA-militair en wordt daar ook niet mee gelijk gesteld. Wat dus deze The Hague Invasion Act er in vredesnaam in dit verband toe doet blijft een vraagpunt. Dat had Veldkamp eens moeten laten sonderen door de Nederlandse ambassadeur te Washington. Die is daar tenslotte voor. De Nederlandse ambassadeur, Boudewijn van Eenennaam heeft in 2008 wel laten weten dat Nederland niet bijzonder geamuseerd was over de wet. En dat het ontwerp ook was toegelicht in minder passende bewoordingen.
De Tweede Kamer liet per motie weten dat ze bezorgd was over deze wet en verder over de daaraan verbonden verslechtering in de Trans-Atlantische relaties. Maar in Washington loopt de USA-president niet de postbode tegemoet als de laatste aflevering van de Kamerhandelingen II besteld wordt. Dat is een gebrek. Zeker. In Washington weten ze heel zeker dat Kopenhagen de hoofdstad is van Amsterdam, Holland. Daar groeien tulpen die niet mogen worden vertrapt als zo’n invasie begint.