Personele logistiek van het centrum

Ursula von der Leyen heeft dus in haar hoedanigheid van commissievoorzitster besloten dat er een centrum moest komen van forensisch onderzoek, met het oogmerk de resultaten daarvan op te dragen aan een komend tribunaal. Daarvan staat vast dat dat tribunaal niet berust op een uitdrukkelijke verdragsbasis, op dit moment dan. Wel staat vast dat Hoekstra namens Nederland als gastland instemde met de oprichting van dat centrum met deze competentie. Er is dus een bilaterale basis voor deze entiteit en diens rechtsmachtvaardigheid. Waaraan ontleende Ursula de bevoegdheid om deze beslissing te nemen? Aan de grondwet van de Europese Unie, het beruchte Verdrag van Lissabon dat, overigens, door de meerderheid van het Nederlandse volk bij referendum is verworpen in 2004?

Bedenk: de Unie is voorshands nog steeds een opgetuigde handelsassociatie die binnen de gemeenschappelijke ruimte vrijheden ter begunstiging van die handel borgen moet. Vrijheid van de circulatie van goederen, diensten en kapitaal en de vrijheid zich als Europees burger met het oog op de uitoefening van die vrijheden binnen die rechtsruimte vrij te vestigen. Daar komen nu ook nog allerlei gemeenschappelijke inculturatievoorschriften bij om de Unie toch ook een zekere interne cohesie te geven op levensbeschouwelijk, staatshuishoudelijk, cultureel en infrastructureel gebied. Voor zover het noodzakelijk is voor die cohesie kan de Unie een gemeenschappelijke externe handelspolitiek voeren met mogelijke geopolitieke aspecten. Bijvoorbeeld door het sluiten van associatieverdragen, consulaire arrangementen en meestbegunstigingsverdragen.

Hoort daar ook bij de oprichting van een onderzoekscentrum ter schraging van een internationaal gerechtelijk vooronderzoek inzake misdrijven tegen het internationale humanitaire recht met als werkterrein het territoir van een staat buiten het Unie-gebied? Ik zou zeggen van niet. Maar Hoekstra zei niets, acteerde of dat alles wel degelijk binnen de Kompetenz-kompetenz van de Unie hoort. Hij impliceerde dat Nederland dat centrum zal huisvesten – kennelijk krijgt hij daarmee geen moeilijkheden met zijn eigen kabinet dat hij passeerde.  Hoekstra nam aan dat Nederland beambten zal ter beschikking stellen ter verrichting van inleidende bewijsgaringshandelingen in het gebied van het zich steeds maar uitbreidende gewapende conflict. Dat moeten dan Nederlandse beambten zijn. Wat zal de status van hun bediening zijn, nu ze overduidelijk strafvorderlijke bevoegdheden moeten gaan aanwenden? Want niemand kan menen dat het hier niet gaat om de uitoefening van penal enforcement power met machtiging van de Staat der Nederlanden. Macht die in ieder geval een uitdrukkelijke verdragsbasis moet hebben.

Aan het Nederlandse Wetboek van Strafvordering kunnen we hier niet denken: dat heeft betrekking op Nederlandse Strafvordering, dus op waarheidsvinding ten behoeve van het Nederlandse Strafrecht. Dus, gelet op het territorialiteitsbeginsel geformuleerd in artikel 2 van het Wetboek van Strafrecht op strafbare feiten in Nederland begaan. Op dat beginsel bestaan stellig uitzonderingen. In uitbreidende zin. Zo kan Nederland soms rechtsmacht claimen over delicten in het buitenland begaan tegen Nederlanders. Of over feiten begaan aan boord van vaar- of vliegtuigen die de Nederlandse vlag of registratie mogen voeren. Dat moet dan uitdrukkelijk een positieve machtiging hebben in het stellig volkerenrecht, maar dat vereiste is doorgaans vervuld door de talloze verdragen waarin extraterritoriale rechtsmachtclaims in volle zee, in volle burgervlucht of zelfs in het heelal zijn geregeld. Jazeker: er zijn verdragen in die zin over Outer Space, wat dacht u? Waar is hier die machtiging? Bij de uitoefening van de aan het Joegoslavië-tribunaal opgedragen rechtsmacht zijn Nederlandse forensische ambtenaren, doorgaans afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut, strafvorderlijk actief geweest binnen het gebied van het voormalig Joegoslavië.

Doorgaans beschermd door een detachement van de Koninklijke Marechaussee. Zo’n forensisch expert liet dan de schop zetten in private akkers, bewerkt door een Servische boer. Die vond dat niet goed. Helemaal niet. Hij had de pest aan experts van de VN, want die waren toch altijd tegen de Slaven. Hij bedreigde de expert met vuurwapens of er ontstond handgemeen. Ook bij ballistisch onderzoek in Kosovo. Er kwamen letselschades van. Op wie waren die verhaalbaar? Wie was aansprakelijk? Wie kon tegen die boer zeggen, dat hij moest opdonderen, nu, meteen? Omdat hij zich verzette tegen ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening? Die vielen onder een volkerenrechtelijk ook door Belgrado te respecteren status?  De vraag was dan onvermijdelijk: waar staat die status dan geregeld? In welk verdrag met arrangementen in de bijlagen, zoals Rules of Engagement? Daar zijn veel moeilijkheden door ontstaan. Bekwaam door de Nederlandse regering verheimelijkt, dat wel. Stelselmatig. Mokkende beambten die nu thuis hun verwondingen nog dagelijks bekijken weten er alles van.