Postelectorale massale ambtelijke obstructie

Het is voorlopig duidelijk dat de formatie langdurig en gecompliceerd zal blijven, omdat nog altijd van de PVV “ongrondwettigheden” geducht blijven door Pieter Omtzigt en zijn partij Nieuwe Sociaal Contract (NSC). Wilders is nu al door diverse hoepeltjes gesprongen ten genoegen van NSC, maar het dunkt Pieter niet genoeg en niet geborgd. Wanneer Pieter bezwaren zou hebben tegen iedere wijziging van ons constitutioneel stelsel van waarborgen betreffende burgerlijke rechten van allen die binnen Nederland verblijven, dan verwerpt hij daarmee toch eigenlijk iedere wijziging binnen het vreemdelingenrecht die streng zou onderscheiden tussen illegalen en rechtmatig verblijvenden.

Waarbij illegalen ook rechtsingang bij de burgerlijke rechter maar ook de bestuursrechter geweigerd kan worden op strikt omschreven en welbepaalde gronden die verdragsmatig geoorloofd zijn. Want dat zou dan al “discriminatie” opleveren in de zin van artikel 1 van de Grondwet. Gaat het die kant op, dan is geen beheersing van de vreemdelingeninflux mogelijk. Maar niet omdat verdragen daartoe nopen. Maar omdat de nationale wetgever daar niet aan wil. Want juridisch mogelijk, effectueerbaar en internationaalrechtelijk geoorloofd is zulks wel degelijk, zulk een breed onderscheid: zie de gang van wetsontwerp-22375 die ik al herhaalde malen beschreef in voorgaande Blogs. Zie de Blogs https://gerardstrijards.nl/territoriale-toelatings-vereiste/ en de daarop volgende.

Die wet bleek aanvaardbaar. Maar leidde inderdaad tot versnelde terugleidingen, uitzettingen en verwijderingen, wat destijds breed in de samenleving ongenoegen veroorzaakte. Ik heb het over 1993-2000. Toen was de samenleving nog maakbaar op sociaaldemocratische grondslag en multiculturaliteit verdienstelijk.  De heer Cohen mocht een royalere vreemdelingenwet uitschrijven die ook illegalen verblijf, opvang en bread and breakfast verschafte. Wat aanzuigende werking had. Daarvoor werd destijds gewaarschuwd. In onderbouwde interdepartementale rapporten. Omdat het ook de collectieve zekerheidstelsels van zorgvoorzieningen voor rechtmatig verblijvenden zou aantasten. Goed, dat was een rechtspolitieke afweging.

Of die gedragen werd door een meerderheid der kiezers betwijfel ik. Zeker is dat onder de ambtenaren die een strengere wettelijke toelatingsregeling zouden moeten uitvoeren massale tegenkanting bestaat om zulks te doen, ook al zouden de wetsvoorschriften duidelijk zijn. Het interview dat de huidige Secretaris-Generaal van Justitie Dick Schoof (PVDA) heeft toegestaan aan De Groene Amsterdammer op 6 maart jongstleden doet dat vermoeden. Hij verzekert iets te vaak, dat zijn ambtenaren loyaal zullen zijn, ook bij gewetensbezwaren op ethisch niveau. En hij wijst er iets te vaak op dat dan rechters de overheid natuurlijk zullen corrigeren. Hij noemt onder meer de gezinsherenigingsstop die het kabinet beoogde in te voeren. En doet niet onduidelijk blijken dat deze correctie rechtsstatelijk noodzakelijk was. Wat hij verder niet toelicht. Overigens: wij weten nog steeds niet, hoeveel alleenreizende minderjarige asielzoekers deze hereniging bevorderen of begunstigen, reeds omdat er velen niet-geregistreerd staan als onrechtmatig verblijfhoudenden.

Hier speelt het probleem dat illegalen onder de radar blijven totdat ze tegen de lamp lopen. Maar ondertussen maken ze toch van voorliggende voorzieningen gebruik. Het kan zijn dat deze  secundaire migratie niet verontrustend is, kwantitatief gezien. Maar ze is principieel onjuist en noodt tot navolging, vooral wanneer de overheid gechaotiseerd is. De linkerhand weet niet wat de rechter doet. En de rechter evenmin.

En nu bedoel ik inderdaad de persoon met de toga en de bef. Die steeds beslist bij enig gebleken risico ten voordele van de aanvrager of klager. In vreemdelingenzaken. Zonder uitdrukkelijke wettelijke grondslag en zonder toepassing van een objectiveerbare hardheidsclausule. Dat het ambtenarenapparaat daaraan “onwijs loyaal” is, is inderdaad zeer aannemelijk. Alles moet blijven, zoals het nu is. Ongeacht de kiezer. Vandaar dat de obstructie postelectoraal zal blijken. Na de verkiezingen die onontkoombaar blijken. Dat is de open, professionele houding die Schoof verwacht.