Putintribunaal

De Nederlandse regering denkt traditioneel trans-Atlantisch westwaarts naar Washington toe. Dat heeft het sedert het Charterpartij werd bij het VN-apparaat – waaronder ook nog residuaire Volkenbondsorganen zaten – sedert de Declaration van San Francisco in 1945 consequent gedaan. Steeds wilde het een onvoorwaardelijke loyale bondgenoot zijn binnen het door Washington gedomineerde Westen, zelfs als Washington zich rechtstreeks en zelfs furieus richtte tegen rechtmatige Nederlandse belangen in voormalig koloniaal gebied zoals het Indonesië van 1950. Washington wenste geen begrip op te brengen voor Nederlands verlangen materiële compensaties — eventueel in internationale arbitrages nader vast te stellen met een wederkerig recht op gehoor en wederhoor — voor de dreigende Indonesische naastingen van alle Nederlandse infrastructuur in de Archipel en de daarmee verbonden Nederlandse multinationals.

Washington dééd dat op aangeven van Soekarno die Washington handig wist diets te maken dat Jakarta zelfstandig in staat zou zijn het rabbiaat oprukkende Stalinistisch communisme te onderdrukken. Daar hoefde Den Haag niets aan bij te dragen zei de Javaanse volksmenner. We moeten toegeven dat Drees geen tegenspeler kon zijn op supranationaal niveau van de Javaanse goochemerd die alle kaarten deskundig tegen de borst wist te houden tot en met de Nieuw-Guinea-crisis van 1960-1963. Goed, Drees had weinig goede adviseurs. Van Kleffens bleef ook in VN verband Nederland maar uitserveren als middelgrote koloniale mogendheid met een belangrijke strategische positie in Het Verre Oosten met alle minzame hooghartigheid die in de oval room niet anders dan misprijzen kon wekken.

Stikker en van Royen zagen de bui goed hangen, maar zij waren niet reҫues in de kringen waar Drees zich wilde ophouden en achter wier ruggen hij zich veilig waande. Beel begreep helemaal niets van de internationale verhoudingen en sprak zelfs geen redelijk Engels. Bij Luns was dat laatste wel beter, het eerste niet. Eigenlijk is het niet veel veranderd. In Den Haag. Wel in de wereld van vandaag die redelijk aan het chaotiseren is en rustig op dit moment multipolair te noemen is nu gans Azië op drift raakt onder voorstuwing van Beijing. Azië krabt de kop over de vraag waar en wanneer het de afslag zal nemen van het algehele Westerse rechtsmassief, maar niet óf het die nemen zal. En ook Azië ziet het Permanente Strafhof als een volkomen Westerse creatie. Iedereen die de geschiedenis van de totstandkoming van dat Hof enigszins tussen de oren heeft moet weten dát dat Hof inderdaad Angelsaksisch gericht is. Iedereen weet ook dat ontwakend Azië regelmatig, bestendig maar schuchter gevraagd heeft om de onderhandelingen tussen 1993-2001 in die richting mede te heroriënteren.

Er was wat dit werelddeel betreft echt wel wat af te dingen op de inrichting van deze supranationale rechtsmachtsentiteit, die haar strafvorderlijke bevoegdheden alleen maar ontwikkelde voor zover Washington dat goed vond. Nu komt daar buiten de driehoek VN-Hof-gastland (Nederland dus) ineens dat onderzoekscentrum bij dat zijn oorsprong vindt in eenzijdige beschuldigingen tegen Rusland. Dat Hof niet, maar dat centrum. Dat Nederland vol gaat faciliteren via rechtshulpbetrekkingen. Met als mededeling dat het recht immers moet zegenvieren. Een dooddoener die zuur gaat monden. Ze is uiteraard onbetwistbaar. Daarin zit ook tevens de zwakke stee. Nederland weet heel goed dat Washington al sedert 1998 het Hof in alle opzichten heeft tegengewerkt.

Omdat het, vermoedelijk terecht, duchtte dat het Hof zich zou willen bemoeien met de krijgsoperaties door Washington in het buitenland, waarbij het opmerkelijk onverschillig was of het gebeurde onder dekking van enig VN-mandaat. Make America Great Again. Alleen Obama scheen iets te aarzelen om met die benadering voort te gaan. Maar Trump wist versnelling te bereiken en schroomde niet om het Hof weg te zetten als een samenspanning tegen de USA waar de POTUS (President Of The United States) per definitie maling aan moest hebben.

Biden ziet nu heil in dat Hof, maar doet ook duidelijk blijken dat hij, alles bij elkaar, wanneer het erop aankomt weinig interesse heeft in de acute noden van een direct bedreigde Europese Unie. Wat de USA-ambassadeur altijd heel goed heeft gedaan is, op een moment dat het Den Haag volstrekt niet uitkomt, het daar residerend kabinet herinneren aan in jongensachtige opwellingen gedane blanco beloften waaruit het State Department alle boter kan braaien die het wil. Dat zijn er al heel wat. Inmiddels. In Genève was het gevleugeld woord van Aristide Briand premier van de Franse Republiek in 1934 ieder op de lippen dat de wereldvrede nimmer meer in gevaar kwam dan op het moment dat een Haags diplomaat trachtte haar voor het oneindig toekomende te verzekeren.