Rechterlijk kabinet

Het zou toch kunnen dat er aanstaande woensdag de vijftiende mei geen formatieakkoord op tafel ligt. Dan zou dus het toch mogelijk blijken dat de onderhandelingen tussen BBB, NSC, VVD en PVV echt mislukt zijn. De formatie heet dan “geklapt”. En dan zou dus Frans Timmermans mogen gaan formeren, ook al maakt hij steeds duidelijker een saggerijnige, vermoeide en verongelijkte indruk op onze verrekijk. Timmermans heeft aangegeven dat hij het dan met VVD en NSC gaat proberen. Ook al heeft de kiezer overduidelijk aangegeven dat hij een kabinet met PVV wil. Een centrumrechts kabinet, zegt de Nederlandse publieke omroep steeds.

Maar dat lijkt toch op electorale zelfmoord. De VVD heeft overduidelijk via de achtervang doen blijken dat zijn stemvolk Frans Timmermans niet moet en niet wil. Een akkoord met Frans lijkt vrijwel illusoir. Al is in Nederland echt heel veel mogelijk als het op de interpretatie van de stembusuitslag aankomt. Wat zou er nu gebeuren als een groep belanghebbenden naar de rechter toestapt en in kort geding eist dat de Tweede Kamer een kabinet formeert? Een kabinet met een parlementaire meerderheid. Met een dwangsom voor iedere dag na de vijftiende mei aanstaande dat die Kamer daarmede in gebreke blijft.

De rechter heeft nu al zo vaak doen blijken dat hij meent veel beter politieke knopen te kunnen doorhakken dan welk rijksorgaan dan ook? De eisers moeten dan wel heel duidelijk aangeven waar de parlementaire meerderheid van Kamerleden gevonden moet worden: welke Kamerleden komen daarvoor in aanmerking? De dagvaarding met de conclusie van eis kan via het Kamerledenbestand de namen opgeven. Van de geschikte leden die een formatie zouden afparaferen.

Als de Nederlandse rechter ingewikkelde einduitspraken kan geven over de oplossing van de universele klimaatproblemen waarin Nederland mondiaal verwikkeld is, die óók nog eens hoofdzakelijk uitgevoerd moeten worden op andere continenten dan West-Europa waar dat koninkrijk gesitueerd is, als die rechter kan beslissen welke strijdmiddelen wanneer en hoe ingezet moeten of mogen worden bij een hypothetisch gewapend conflict waarbij Nederland partij is – al dan niet via een deelneming als NAVO-partij – dan is zulk een vonnis over de formatie een makkie. En de rechter is er gek genoeg voor.

Die ambtsaanmatigingen heeft die rechter nu vaak genoeg vertoond. De Nederlander heeft er toch recht op, adequaat geregeerd te worden? Dat is toch een grondrecht in een democratische rechtstaat?  Als dan niet gebeurt, dan wordt hij toch getroffen in het recht op een vreedzame en evenwichtige levensgang? Het hoogstpersoonlijk private recht op geborgd leven, hét leven als burger?