Stalin wantrouwde Churchill vanaf het begin af aan dat hij genoodzaakt werd tot toetreding tot de militaire alliantie met de westerse mogendheden. Hij had er alle reden toe. Whitehall had tevoren nooit een bevredigende militaire verstandhouding willen opbouwen met de Sovjets. Integendeel. In 1939, toen Hitler oorlogsbereid was, althans oostwaarts, tegen Polen, had Londen een merkwaardige delegatie naar Sint-Petersburg willen sturen zonder toereikend mandaat. Ze had wel van Het Kremlin opmarsoperaties willen bedingen om vanuit het oosten Duitsland binnen te vallen, zonder tevoren de Polen ertoe te verplichten aan de Sovjets een ongehinderde oprukroute toe te staan over Pools territoir. Polen lag tussen Rusland en agressief Duitsland. Als Londen werkelijk wilde samenwerken in strategisch groter verband met het Rode Leger dan had het tevoren kunnen beseffen dat die ongehinderde doortocht basisconditie daarvoor zou moeten zijn.
Maar het zag liever dat de Rode Soldaten zich te barsten zouden lopen op de Poolse militaire barrières. Daarna zou het met Parijs wel uitmaken hoe de westelijke geallieerden militair voordeel zouden kunnen trekken uit een verstarde loopgravenoorlog tussen Russen en Polen. Chamberlain zag graag de Sovjets doodbloeden. En Churchill hoopte opnieuw op een even vernederende vrede als die van 8 maart 1918 te Brest-Litowsk waarbij Rusland immense defensieve posities zou moeten opgeven. Stalin wist goed dat Churchill maar op één ding uit was. Net als in 1919 wilde perfidious Albion reconsolidatie van het Britse Imperium. Daarbij zou hij de bijstand van grootadmiraal Dönitz, het nieuwe staatshoofd van het Duitse rijk goed kunnen gebruiken. Deze zou zijn veldleger oostwaarts kunnen keren met logistieke ondersteuning van SHAEF te Brussel. Het Angelsaksische Opperbevel onder Eisenhower. Daarvoor was te Flensburg al gesondeerd bij de grootadmiraal. Om de Russen terug te dringen oostwaarts.
Geen wonder, dat Churchill een selectie wilde toepassen op de Duitse beschuldigden die zouden terechtstaan voor dat Tribunaal. Dat zouden geen militairen mogen zijn, die op de hoogte waren van dit soort inleidende onderhandelingen. Explorative talks waren dat. Stalin wist verdomde goed wat achter die aanduiding verborgen werd. Want ze zouden, geïsoleerd van staven en achterban, wellicht gaan praten, overdonderd door de beschuldigingen. Vandaar de eis dat alleen beschuldigden die persoonlijk verschenen waren in de dock het schervengericht zouden moeten doorlopen van de onmiddellijke cross examination, een bewijsgaring die toch nooit geheel te regisseren was. Churchill zou zorgen dat tot samenwerking bereide Duitse topmilitairen die publiek nog niet onherstelbaar gecompromitteerd waren niet in die dock zouden zitten en dus niet berecht zouden kunnen worden: Londen en Parijs zouden ze wel wegwerken naar staten waar ze voorlopig in afwachting van nieuwe commando’s veilig zaten, eventueel onder hoede van Het Vaticaan.
En daar zat Stalin echt niet zover naast. Staten als Argentinië hadden altijd goede verhoudingen gehad met het Duitse militaire apparaat en hadden volledige diplomatieke betrekkingen met dat Vaticaan kunnen onderhouden. Stalin was geobsedeerd door de gedachte dat de bijzonder goed ingelichte Bormann, de Rijksminister van Partijzaken, die route gegaan was evenals andere topfiguren uit de Waffen-SS. Bormann wist precies waar alle brisante dossiers in ordners opgeslagen waren. Himmler had hem ook ter dege ingelicht als wisselgeld om hem, de Reichsführer, bij de Führer zolang mogelijk uit de wind te houden. En waar waren de Duitse atoomgeleerden gebleven die hadden gewerkt aan het geruchtmakende Duitse zwaarwater-project ter vervaardiging van een nucleaire bom?
Vandaar de eis dat in het belang van de internationale justitie – wat dat ook mocht wezen – afgeweken zou mogen worden van de regel dat geen verstek te Neurenberg of te Tokio mocht worden verleend. En vandaar dat de International Law Commission in 1947 ineens die regel als absoluut codificeerde, als dwingend onderdeel van een behoorlijke procesorde. Ze kon daarbij niet op precedenten wijzen. Maar ze dééd of zulks voortvloeide uit het dwingend volkerenrecht dat door een belangrijke staten meerderheid al lang erkend was. De Koude Oorlog was ophanden. De Angelsaksen konden niet hebben dat van hun heimelijke samenwerkingsmodaliteiten met voormalige schurkenstaten gewag zou worden gemaakt door gedagvaarde getuigen of deskundigen. Experts van verschillende herkomst en pluimage, die in dit opzicht meer van de hoed en de rand zouden weten te verhalen dan Washington of Whitehall lief zou kunnen zijn. Vandaar deze verenging van dat procesrecht dat dat universele hof zou gaan hanteren. Stalin kende zijn pappenheimers. Basaal wantrouwen. Hij was er ver mee gekomen.