De chaotiserende optredens van de extinctionisten deden mij sterk denken aan de demonstraties tegen de plaatsing van kruisraketten in de tachtiger jaren van de vorige eeuw. De USA was destijds van oordeel dat Het Westen tegenover de aanmerkelijke hoeveelheid SS-20 raketten die het Kremlin deed plaatsen op de grondgebieden van de Oostbloklanden Polen, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Roemenië en zelfs Albanië eveneens thermonucleaire wapens moest installeren op NAVO-grondgebied. Met een beperkte actieradius, mobiel, makkelijk te plaatsen en korte drachten, waarbij de na-ijleffecten van afvuren beheersbaar zouden blijven. Het Westen in Europa had zelf niet de adequate informatie om te kunnen beoordelen of de USA te dezen de juiste informatie had over de Sovjet-opstellingen, de aard van de raketten en hun neveneffecten en ging ervanuit dat alles wat de CIA op dit punt berichtte onvoorwaardelijk geloof verdiende, want waar zou het anders blijven? Bondgenootschappelijke trouw vooronderstelde dat je aannam dat de bondgenoot niet lóóg.
De Nederlandse regering wilde zelfs onvoorwaardelijk trouw NAVO-bondgenoot blijven en had al min of meer toegezegd dat de voorbereidingen voor de plaatsing van de raketten konden aanvangen. Daar was het Witte Huis dus onverwijld toe overgegaan. Mient Jan Faber verscheen nu namens de vredesactivisten voortdurend op de verrekijk, vooral op de prime time-nieuwsprogramma’s waarin hij het volk aanmaande tegen deze plaatsing massaal in opstand te komen. Het moest nu eindelijk de regering ertoe pressen de NAVO onverwijld te verlaten. De Sovjets waren niets kwalijks van plan, zo onderwees Mient, de NAVO daarentegen wel. Dat was eigenlijk een criminele werkmaatschappij van het USA-industriële complex. Mient organiseerde, zwaar gesubsidieerd, allerlei inleidende demonstraties waarop het denkend deel der natie uitvoerig in de gelegenheid werd gesteld om er het hare van te zeggen, en ook daaraan gaven de media alle dagen volop aandacht.
Ze gaven de boomers alle gelegenheid, voorzover ze vonden wat Mient vond. Dan mochten allerlei woedende jongelingen aanschuiven bij de praatprogramma’s. Menig hedendaags vooraanstaand politicus heeft destijds de kans gegrepen en is deswege via de opmars der instituties binnen de rijksoverheid tot onvermoede hoogten gestegen. Via de destijds gekoesterde radikalinski-partijen, zoals de PPR, PSP, de CPN en hun flintervolgelingen op provinciaal niveau waaronder, merkwaardigerwijze RaRa en de Rode Jeugd uit Eindhoven. Miljoenen kwamen op de been op het Domplein te Utrecht. De overeenkomst zit hem daarin, dat iedereen die niet de zienswijze van Mient deelde, werd weggezet als een burgerlijke sukkelaar die niets van de tijd begreep en geen wereldbeeld kon ontwikkelen.
Een wappie, een inboorling, een hufter en een uit de klei getrokken materialist. Het is interessant zich even in te prenten dat Mient vanaf 1993 juist dringend eiste dat de NAVO zou optreden bij de impasses in Serajewo, in het ellendige Kosovo en bij Srebrenica, waar geen doeltreffende luchtsteun werd geboden aan de armzalige UNPROFOR-detachementen op de grond, waaronder Dutchbat. Het kon toch niet zo zijn, zo onderwees Mient de natie, dat Mladic en Karadzic met hun genocides ongestraft konden wegkomen, gesteund door Russische troepen die eindelijk de geopolitiek van het Kremlin probeerden te verwezenlijken. Niemand viel Mient er echt hard om. Mient had gewoon last van voortschrijdend inzicht. En dat sierde hem. Aldus de immer progressivistische elite. De middenklassen en het spreekwoordelijke klootjesvolk hadden deze zwenkingen te respecteren, al konden zij ze niet volgen. Uiteraard konden ze dat niet. Zij waren gelijk de roodbonte koeien slechts stofferingen der weide. De grasvelden waren voor de elites. Om hun apocalyptische ruiters te doen draven. Tot ontsteltenis en verstoring van het goedwillige roodbonte vee. Dat slechts bestemd was, uiteindelijk, voor het abattoir.