Uitgevonden oeroude tradities

Fruin beantwoordde in ieder opzicht aan de verwachtingen van de rijksoverheid. Hij ontwierp de verhaalslijn van een eigenzinnig geuzenvolk dat onstuitbaar opmarcheerde onder de leiding van Willem van Oranje naar een Gouden Eeuw. Geen wonder. Want deze Willem was een geboren leider. Vol empathie voor het deerlijk verstrooide volk achter de lekgeslagen dijken. Willem was uiteraard de calvinistische grondtoon van het Nederlandse volkskarakter volledig toegedaan.

Vroom, oprecht en gewetensvol prentte hij zijn onderzaten in dat ze vóór alles tolerant moesten zijn. Dat was hij zelf óók. Van nature. Dat was de slagader van zijn nobiliteit die zijn onderdanen ook meteen erkenden. Toch bleef Willem, gevenereerd als hij was, eenvoudig, wars van ostentatieve rijkdom en pompeusheid. Hij prentte de Nederlanders in dat ze asiel moesten verlenen aan allen die om des geloofs wille zich in Holland kwamen vervoegen. Daar moesten ze niet kruideniersachtig in zijn. Dat was Willem zelf immers ook niet?

Groen van Prinsterer, protestants staatsman en schrijver van het eerste vaderlandse geschiedenisboek

Dus: stel dat iemand als Spinoza langs kwam, dan moesten de Hollanders bereid zijn hem logies, bed en ontbijt te gunnen uit de volheid van hun overvloed. Ook al was die Spinoza – Willem noemde maar iemand voor de vuist weg – wellicht een hinderlijke eigenheimer die zich nodeloos ingewikkeld uitdrukte omdat hij zijn ei niet kwijt kon bij zijn geborneerde sefardische geloofsgenoten die alleen maar voor de fluit en de duit leefden. Spinoza was nog wel niet geboren, maar daar gaat het nu even niet om. Willem voerde ook zijn troepen aan in bewonderenswaardige tactische slagen. Hij viel daarbij wel steeds van zijn strijdros, maar op zulke kleinigheden moet je niet letten. Hij ried zijn geuzen ook de katholieken alle vrijheid van geloofsuitoefening te laten. Dat ze dat niet deden, was hem een smartelijke ervaring. Hij nam het de ploertige zeerovers natuurlijk niet echt kwalijk.

Willem stond er, om zo te zeggen, boven. Maar hij was er wél verdrietig om, evenals hij afkeurde dat Johan van Oldenbarneveldt overal geldelijk gewin uit wilde slaan. Zelfs uit sluikhandel met de vijand. Fruin toonde het allemaal treffend aan, uit wonderbaarlijk intact gebleven documenten die ineens opdoken in de archieven van het koninkrijk. De Nederlanders hadden een van gode gegunde leider gehad. Die hadden zij onmiddellijk herkend en erkend. Als een nieuwe Mozes leidde Willem hen naar een beloofd land, overvloeiend van melk en honing. Vandaar die Gouden Eeuw. Die welverdiend was. Uiteraard. In die tijd konden vooral de Hollanders de wereld beschaven. En dat deden ze met de vlijt die ze altijd al practiseerden. Jammer, dat Willem het zelf niet meer meemaakte. Maar hij had het wél zien aankomen. Dat had hij nog uitgestameld in zijn laatste adembreking nadat hij was vermoord door Balthasar Geraerdtsz. Een handlanger van de al eerder genoemde Hoer van Babylon.

Johan van Oldenbarnelveldt, de eerste premier van Nederland

De Hollanders rouwden. Maar bleven verdraagzaam, ook jegens de hoogverraderlijke katholieken. Zo deden ook de edele Maurits en Frederik Hendrik nadien, en Willem II ook, wat dacht je? Met Willem III was het even iets anders gelegen, die had ook rare dingen bij de erfvijand Engeland gedaan die niet direct in het belang van de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën waren geweest, maar de stadhouders nadien van de Oranje-dynastie waren gelukkig weer in de aloude plooi teruggekeerd, de traditie van humaniteit, vrijheid en tolerantie. De Nederlanders hadden hen daarin gevolgd.

De genade was hen dus geworden in november 1813. Toen had het de Here Here behaagd het Koninkrijk der Nederlanden te doen verrijzen onder de wijze soeverein Willem I, de erkende koning van deze staat. Die had deze oeroude tradities voortgezet. Jammer, dat de Belgen hadden afgehaakt. In 1830 hadden die de organische geschiedlijn van het rijk der Lage Landen verbroken op basis van revolutionaire inblazingen als koortsdromen. Die Belgen, ze konden er niets aan doen,  waren dus ten prooi geraakt aan innerlijke spanningen en oorlogsweedom. Groen van Prinsterer, de historicus en staatsman, de eerste auteur van een echt vaderlands geschiedenisboek,  had de zuidelijken nog zó gewaarschuwd. Maar ja: katholieken hé?  Die weten nooit wat goed voor hen is.