Veldkamps verklaring over Netanyahu’s arrestatie.

Niettemin, ik gaf het al aan, was de Nederlandse minister van Buitenlande Zaken betreurenswaardig kort en duidelijk over de onmiddellijke en onvoorwaardelijke uitvoering van Khan’s arrestatiebevel ten laste van deze zittende Israëlische regeringsleider. Dat zou aanstonds door Nederland tenuitvoergelegd worden. Hoe dan ook. Een verklaring als een vaststaand huis. De minister was de eerste die een dergelijke ondubbelzinnige verklaring ook onmiddellijk publiek maakte.

Terwijl direct redelijkerwijs voorzienbaar was dat zulks – deze positieverklaring bij voorraad – wereldpolitiek heel wat zou losmaken. Washington reageerde getergd en senatoren kwamen weer eens aan met de The Hague Invasion Act van George W. Bush’s administratie. Ze trad in werking, die federale wet, op 2 augustus 2002. Het gold destijds al een legislatieve oprisping, een nodeloze excessieve rechtsmachtaanmatiging van de USA binnen Nederland, om te voorkomen dat de ICC-Aanklager het in zijn hoofd zou halen om USA-militairen en daarmee gelijk te stellen ambtenaren of personen in USA-aanstelling zouden worden gedetineerd in Nederland op aanklachten terzake van oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en de humanitaire integriteit, vervat in tenlasteleggingen niet ongelijk als Khan nu componeerde tegen de Israëlische regeringsleider. Het USA=leger zou dan binnenvallen. In Nederland, Den Haag. En bevrijden.

Een storm van reacties barstte los van werkelijk alle continenten, gericht tegen Nederland, omdat heel veel staten nog steeds voor eigen militairen en constitutionele bewindspersonen op leidinggevende posities toch immuniteiten blijven claimen, als ook voor hun in gesloten gelederen opererende legerafdelingen. Ook in Europa begonnen regeringen zich nu wel wat aarzelend af te zetten tegen het zo prompte standpunt van Veldkamp, gebaseerd op het ICC-Statuut. Want velen hunner hadden en hebben in dat opzicht echt wel boter op hun hoofd, als ze bij de ICC-familie behoren. Ik gaf ook aan dat Veldkamp zich ook als vertegenwoordiger van het gastland niet zo had behoren en hoeven uit te laten.

Want de minister deed het voorkomen dat hij als vertegenwoordiger van het ICC-gastland echt niet anders kon. Het is niet alleen gissen, wanneer men veronderstelt dat de minister deze opstelling koos op advies van zijn interne juridische dienst die zich met volkerenrechtelijke vraagstukken bezighoudt. En dat alle tegenheden van zijn stellingname, geventileerd jegens alle staten, dus weer erga omnes, niet echt ook ambtelijk met klem onder zijn aandacht zijn gebracht. Want de minister is omringd met topambtenaren die inderdaad vinden dat Nederland Israël niet langer mag behandelen als mogendheid met wie het nog altijd bevriend is en wier geallieerde het is.

Regelmatig kan men dan ook ambtenaren van die dienst provocerend zien demonstreren bij het departement van Buitenlandse Zaken, óók in het zicht van de zich gehaast voortspoedende volksvertegenwoordigers op weg naar publieke manifestaties en vergaderingen van pro-Palestijnse aard elders. Ambtenaren kunnen lang ministers verkeerd of gebrekkig voorlichten. Onder het motto dat een zwakke of verzwakte minister altijd sterke ambtenaren maakt. Het is bij de Algemene Bestuursdienst van het Rijk een breed gedeeld en zwaar verankerd inzicht. Vooral omdat de minister het is die het gelag betaalt. Democratisch is het niet. Maar dat is niet relevant als men tot het Weldenkend Deel der Natie staat die het Goede voor heeft.