Voorzienbare Kamerreactie

Stel dat het Blok Omtzigt zo’n motie zou voordragen nog tijdens de informatie, als het overleg over de samenstelling van het nieuwe kabinet gaande is. Dat kan het Blok gerust doen. Het zou zelfs al aangekondigd kunnen worden tijdens de verkiezingscampagne. Het zou ook best een dergelijke voordracht tot in beschuldigingstelling kunnen doen ten aanzien van voormalige ministers uit de kabinetten Rutten I, II en III. Niet terzake van de verklaring dat Nederland in oorlog is met Rusland, maar terzake van iedere aangelegenheid waarin zulk een bewindspersoon heeft geweigerd de Kamer volledig in te lichten over een bij de Kamer in een verantwoordingsdebat aanhangige zaak waarin de minister naliet de Kamer adequaat, volledig en wel ambtshalve in te lichten zoals bijvoorbeeld in de beruchte “Bonnetjes-affaire”.

Die ging over de zogeheten Teevendeal, weet u nog?  Een geheime schikking uit 2000-2001 tussen het Openbaar Ministerie en een zekere Cees H. Sedert 2002 werden Kamervragen gesteld over de inhoud, strekking en reikwijdte van deze schikking waarbij Cees H, een drugshandelaar, een fors bedrag wederrechtelijk verkregen drugswinsten terugkreeg in ruil voor nimmer opgehelderde diensten. Over dat bedrag werden steeds weer Kamervragen gesteld, maar die werden niet, onvolledig, nauwelijks of leugenachtig beantwoord. Vragen over de redenen voor deze schikking – wat had Cees in ruil dan gepresteerd? – werden nimmer beantwoord. Het was, zo vertelden de verschillende ministers, staatsgeheim. Maar in die tijd lieten de media nog niet af om als een terriër achter dat geheim aan te zitten.

Het had er steeds meer de schijn van dat het Openbaar Ministerie had deelgenomen aan een witwasoperatie ten behoeve van Cees. Dus dat hield in dat dat Openbaar Ministerie een misdrijf — heling – had begaan. Het College van Procureurs-Generaal wist van niets. Dat zei het. De waarnemend voorzitter was wel ingelicht maar die gaf dat niet door aan dat College. En bovendien: bonnetje en transactieovereenkomst waren zoek. Aldus Ivo Opstelten en later Ard van der Steur, die uiteindelijk hun positie als bewindspersoon moesten prijs geven. Er werd natuurlijk weer een staatscommissie opgezet, de zoveelste Commissie-Oosting, die gestandaardiseerd concludeerde dat alles de toets der kritiek – welke kritiek eigenlijk? – niet kon doorstaan, maar dat er ook niemand schuldig was.

Maar het bonnetje zat al die tijd in het dossier, waar het thuis hoorde. Bij de eerste raadpleging van de archiefdozen door parketsecretarissen bleek dat het gevouwen zat in het kartonnen vouwmanchet van de map met het eerste zaaks dossier. Daar dwarrelde het uit. De schikking was ook en detail bekend bij het departement, bij de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving. Het zat in de digitale cloud van het departementale ICT-net maar stond ook op de afzonderlijke harde schijf van het departement. Nadat de beschuldiging was geuit dat de ICT van dat departement niet deugde haalden de ICT-experts het document binnen de kortste keren boven tafel. Weg waren het bonnetje, de transactie en de toelichting nooit geweest. Waarom deden de bewindspersonen dan of dat wel zo was? Waarom stortten zij zich op het dwarsbomen van de waarheidsvinding? En welke ambtenaren hadden hen daarbij geholpen?

Nooit heeft de Kamer enig inzicht gekregen waarom er eigenlijk een staatsgeheim of staatsbelang in het geding was bij het stelselmatig onthouden van de juiste feitelijke informatie door de volgtijdelijke bewindspersonen: Korthals, Opstelten en Van der Steur. Kun je je voorstellen dat er nog duidelijker casus denkbaar zijn over opzettelijke of grof onachtzame nalatigheid in deze zaak de volksvertegenwoordiging te informeren over een opstelling zijdens het Openbaar Ministerie die op heling lijkt?  Deelneming aan witwassen?

Ik noem het even, omdat Omtzigt terecht veel werk maakt van de onvoorwaardelijke informatieplicht die artikel 68 van de Grondwet veronderstelt. Een volksvertegenwoordiging die feitelijk niet goed op de hoogte is, kan nooit echte controle uitoefenen. Vergeet het dualiteitssysteem van Thor dan maar. Hier zijn toch wetten geschonden die artikel 355 Sr, ook in de benepen redactie van artikel 355 van het Wetboek van Strafrecht bedoelt? Wie maakt uiteindelijk uit of een nationaal belang een staatsgeheim rechtvaardigt? De volksvertegenwoordiging toch uiteindelijk?  Het zou meteen een mooie gelegenheid zijn om eens te kijken of de Kamer vernieuwd is. Vernieuwd in de mystieke zin die Koningin Wilhelmina eigenlijk bedoelde in 1944-1945. Ik heb zo het idee dat die Kamer zo nieuw niet wil wezen. Als dat zo is, flakkert de crisis in het overheidsgezag voort. Of er nu een Blok-Omtzigt is of niet.