Waarom verstekrecht tegen delinquenten die zich richtten tegen de supranationale rechtsorde?

Zelensky zette geducht de toon tijdens zijn triomfale intocht in Washington. Zie de blog hierboven 02/01/2023. Hij was de vaandeldrager van de supranationale rechtsorde, hij voerde de begeerde titel van il gonfaloniere della diritto e di giustizia zoals in de stadsoptochten van Florence gebruikelijk in de bloeiperiode van de Italiaanse stadsstaten. Niet te vér verwijderd van het zegenvierende kruis, verwijzend naar het laatste oordeel, maar de tenuitvoerlegging van gewijsden wijselijk overlatend aan het bestuur. Een begeerde, eervolle functie. Alleen te vervullen door een burger wiens blazoen iedere toets der kritiek kan doorstaan. En daarom ook voor goudgeld verwerfbaar. Omdat de titularis daardoor met terugwerkende kracht iedere eerbaarheid verwerft die het stadsrecht permitteert. Hij koopt zich immuniteit. Zoals Boreel via zijn huzaren bij de Slag bij Waterloo. Een immuniteitsgerechtigde kan eisen stellen zonder ze zelf bij benadering te kunnen en te hoeven inlossen. Het is altijd goed riemen snijden van andermans leer.

Zelensky eiste vrede. Maar niet tot iedere prijs. Minstens zou berechting van de oorlogsmisdadigers moeten volgen. Dat deze gezocht moesten worden onder de bevelsbevoegden in het kamp dat de invasie in zijn Ukraïne beval kon niet twijfelachtig zijn. En vervolgens, dat de procesgang die zou zijn van het adversarial system — want Zelensky was immers in Washington. En daar kennen ze voor dit soort gevallen geen ander processysteem. Dus: de beschuldigden zouden in de macht van de rechters moeten zijn, op het moment van het uitroepen van hun zaken. Zie hierboven. Het was in Neurenberg immers niet anders en bij het Yugoslavia-tribunal (ICTY, International Tribunal for the Former Yugoslavia) óók. Maar dáár, bij dat ICTY, was nu wel gebleken dat de volstrekte verbanning van ieder verstekrecht niet altijd functioneel was. Dat was in de strafzaak tegen Karadzíc.

Mladíc en Miloševíc hadden tevoren al zonder meer opgegeven dat ze het ICTY niet wilden erkennen. Zij beriepen zich op de Dayton-akkoorden over de inleidende wapenstilstand in het rechtsgebied van het voormalig Joegoslavië. Miloševíc voerde in Den Haag aan, ook bij de Nederlandse kort geding-rechter, dat hij toch niet geacht kon worden bij deze akkoorden ingestemd te hebben met onherroepelijke rechtsafstand van zijn immuniteit conform het volkerenrecht zoals dat gold tijdens die parafering? Hij had toch te veronderstellen dat dan éérst zou moeten worden beslist dat naar het nationale Servische recht dergelijke opheffing van die immuniteit constitutioneel acceptabel was geweest? En voor zover hij wist had de Servische staat – in wiens belang die immuniteit gegeven was – niet met deze opheffing, opschorting of schorsing ingestemd. Deze hem verweten feiten had hij begaan als staatshoofd volgens de redactie van de tenlastelegging. Niet, dat hij ze erkende. Natuurlijk niet. Maar hij erkende het ICTY ook niet. Niet als tribunaal in volkerenrechtelijke zin. Het was een westers tribunaal. Een ledenpop van Washington, dat als altijd bij iedere westelijke juridiserende instelling, anti-Slavisch was. De Serven immers waren de proto-Slaven van de Balkan. De Slavische militaire, etnische en religieuze geallieerden bij natuurrecht, par droit de naissance, van de Russen, de echte dan, die het primaat van de Patriarch van Moskou altijd hadden geëerbiedigd.

Artemisia Gentileschi / Артемизия Джентилески (1593-1653) – Ritratto di Gonfaloniere / Портрет Гонфалоньера (1622)

Dat was niet de insteek van Karadazíc. Die nuanceerde. Hij onderscheidde tussen de rechtsvaststellende bevoegdheid van een gerechtelijk hof en de punitieve, de leedtoevoegende ter vergelding. Karadzíc kon zich voorstellen dat Het Westen voorlopig onafhankelijke waarheidsvinding wilde betrachten, zulks ter conservering van mogelijk vervluchtigend bewijsmateriaal op slagvelden, in concentratiekampen en burgerlijke ziekenhuizen. Het was verder denkbaar dat Het Westen wilde weten hoe de staatkundige hiërarchie in elkaar had gezeten tijdens de etnische ontvoogdingsstrijd van Servië dat nog altijd te kampen had met een sociale stratificatie, verwijtbaar aan de Ottomanen, die Servië eeuwen hadden bezet. Karadzíc wilde daarover inlichtingen via een betrouwbare procesgemachtigde.

Die zond hij dus. Met geloofsbrieven, mandatering, identiteitsbewijzen en een vragenlijst. Kon deze gemachtigde het woord voeren tijdens de inleidende vraag naar de jurisdictie van het Tribunaal en de ontvankelijkheid van zijn Openbare Aanklager, die kennelijk in verstandhouding stond met de politieke wederpartijders van Karadzíc? Dan zou hij nader zien. Kardazíc was heel duidelijk: rechters konden notarieel feiten vaststellen en de daarbij, bij voltooide bewijsredeneringen, behorende gevolgen. Dat is de onmiskenbaar notariële functie van de strafrechter. Ik gaf al aan dat de ongelukkig opererende Hubert Légal daarover nu juist in Rome in 1998 steeds het woord wilde voeren. Zou dat nu niet bij afwezigheid van de beschuldigde kunnen?

Ik gaf al aan, dat Nederland dat Napoleontische gedachtengoed nooit losliet en de meeste staten die met Frankrijk in geregeld rechtshulpverkeer verkeren evenmin. Daaronder de staten die sedert 1919 met Parijs steeds een kleine Entente hadden gevormd. Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Albanië, en nog zowat grut. Die voerden ook Frans procesrecht in om het interstatelijk rechtshulpverkeer in strafzaken te vergemakkelijken. Waaronder het benarde Servië. Dat vreesde de Duitse rekening ééns te moeten betalen. Dat wist Karadzíc best. En de vrouw van Milosevíc, Mirjana Markovič, ook.  Dat was een geharnaste academica die goed rechtsgeleerd was. Die kwam daarmee op de proppen toen de Franse rechter voorzat, toen de wel erg Britse judge May uit Londen wegens ziekte moest defungeren. Die notariële functie heeft ieder respectabel internationaal straftribunaal. Dat te Neurenberg ook. Het vervulde die in de procedure tegen de afwezige Parteileiter und Reichsminister Bormann. Omdat Stalin niet geloofde dat Bormann dood was. Zie hierboven.