Wat willen de Chinezen?

Twee dagen achter elkaar hevige windstoten met enorme watermassa’s. En grijs, wielende wolken, grote plassen. Ik ging gisteravond te voet naar De Witte. Fietsen gaat niet omdat de twee grote fietstassen werken als zeilen en enorme windvangen. Dat zou fijn zijn als je die van achteren hebt. Maar het opperwezen heeft het KNMI zó geïnstrueerd dat ik die krachten alleen van voren heb. Daar valt bij 8 Bft niet tegen in te trappen. Maar ook te voet merk je het echt wel. Ik moest mijn hoed steeds stevig vasthouden en mijn zware overjas zal dagen moeten drogen.

Bij de Groote Sociëteit De Witte was het in ieder geval droog. Dat was al wat. Druipend ontdeed ik mij van mijn buitentextiel. Aan de leestafel zijn altijd de grote gangbare periodieken beschikbaar. En de welmenende dame met het geëpauletteerde witte jasje was meteen bereid voor mij een grote koffie-verkeerd aan te dragen. Ik kies zitplaats vlakbij de grote glazen toegangsdeuren tot de Oude Conversatiezaal. Het is interessant te zien hoe de binnentredende persoon van grauwe doorsnee-particulier in deze immense zaal onmiddellijk verandert in een belangwekkend autoriteit die het toch maar goed in dit ondermaanse voor elkaar heeft. Een verdienstelijk mens.

De dames doen dat óók: ook zij rechten de rug, herschikken de halsketting en kijken gezaghebbend in het rond. Men gaat nu met een nodeloos luide stem wat kakelend praten. Aardappel in de keel. Men ziet de reeds aanwezigen taxerend aan. En haast zich naar de eigen côterie, die geanimeerd in groepjes strategisch staan opgesteld. De vrouwen – pardon, de dames – gaan kirren en aaien elkaar over de onderarm. Meis, meid, wadde weer, wadde weer. En de toestanden op het Plein. Het most niet magge.

De heren doen het iets anders. De belangrijkste vertelt een anekdote toen hij laatst een belangrijke voordracht hield. Als die afgelopen is, klinkt het krachtige gemeenschappelijk “hò-hò-hò!” op. Sonoor. Dat betekent, dat men het eens is, verdulleme nog toe. Ons seurt mensen. Bier wordt aangedragen en de onvermijdelijke bakken olienootjes. De stemmen worden luider, omdat men elkaar steeds krachtiger gelijk staat te geven. Het gaat de verkeerde kant op. Met de wereld. Met het kabinet. Putin is de schuld. Maar ook de PVV. En eigenlijk de Kamer in het algemeen. Het moet veranderen. Eerst meer bier en zijn er ook bitterballen?

We hadden het bij de G.B.J.Hiltermanntafel over China.  Gezellig. Een nieuweling die makelaart in bancaire kredieten in het Rijk van het Midden doet de aftrap. Hij komt vaak in deze regio en kan al “goede morgen” en “dank u zeer” in het Chinees zeggen. Hij doet het ons voor. Hij is dus een expert. Hij komt meteen krachtig in het midden van het onderwerp. Kijk: de Chinezen bestaan als volk al vijfduizend jaar. En ze zijn met bijna anderhalf miljard. Daar moeten we goed over nadenken. Ze hebben een eigenaardige cultuur. Dat om te beginnen. Het gaat eigenlijk om een veelvolkerenstaat, ook dat nog. Er is de Han-Chinees. Maar ook de Woe-Chinees. Een wereld van verschil, vrienden, niet te vergelijken met het belachelijke onderscheid tussen de Limbo en de Brabo.   Wat willen de Chinezen?  Komaan?  Wat willen zij. Indringend kijkt de kredietmakelaar ons aan. Ik denk: alleen maar kezen totdat er heel veel Chinezen zullen wezen. Dat zei Opa-Gerard altijd en die had er als echte Rotterdammer kijk op. Ik zag ook de pindachinezen nog wel in de vijftiger jaren. Maar veel kezen konden die niet want dat scheen op Katendrecht toch nog wel prijzig te wezen.

Gisteren wist bijna iedereen wel wat de Chinezen op middellange termijn willen. Maar ook wat ze als ultiem geopolitiek doel hebben. Ze willen de machtigste economische superpower worden die er ooit geweest is. En iedereen kon dat ook overtuigend aantonen. Ze doen dat overigens heimelijk, de Chinezen. Ze hebben de pest aan het Westen.  Dat heeft hen honderd jaar vernederd. Tot slaven gemaakt in hun koloniale periode. De Japanners deden het waarachtig óók. Die bezetten Shantoeng en Mantsjoerije. Met toestemming, vrienden, van dat verdomde Westen.

Dat nemen de chinezen niet, al lachen ze vriendelijk tegen je. Maar ze motten je ergens toch niet.  Je moet goed opletten om dat te kneizen. Gelukkig kunnen ze dat bij De Witte allemaal. Ze hebben allemaal een privé Chinees bij de hand. Die zit niet voor niets in Het Westen. Die wil iets met Het Westen wat de chinezen eigenlijk allemáál willen.  Geheimzinnig, die geopolitieke doelstelling.  Moeilijk te vatten. Veel aspecten. En die privé Chinees weet dat allemaal wel, maar het is staatsgeheim. Beijing wil dat ze er niet over praten. Maar omdat ieder die privé-Chinees ook heel veel drank geeft en leuke praat, komen deze wijze leden er tóch achter.

De Chinezen hebben een eigen Wereldbank met nog een paar Aziatische mogendheden en daarmee drukken ze het IMF weg. Want het IMF, dat is Biden. Washington. En dat moet weg. Geopolitiek dan, als dominante factor. De Chinees in kwestie verzekert ook dat ze het in harmonie gaan doen met Europa. Want zelf houden de Chinezen niet van ruzie. Mooi vind ik dat. En ook geruststellend. En fijn dat mijn medeleden zo goed die Chinezen uit elkaar kunnen houden. Ik luister ademloos, nu, dat wil wat zeggen. Men weet als geen ander hoe eigenwijs en pedant ik ben. Het wordt dus tijd dat ik ook een privé-Chinees aanschaf. Inmiddels lekt het op de studeerkamer en ga ik morgen op het dak kijken. En dan ga ik bij Appie Heijn eens kijken of ik daar zo’n Chinees kan krijgen. “U kunt het óók” stond vroeger op de pakjes instant-Saromapudding. Dat ging over het lepelmatig kloppen van die chemische instantpudding. Dat geheim van het juiste kloppen stond achterop. Je kwam er zó achter.  Dat moet dus bij Chinezen een makkie zijn.  Als je maar wéét Hoe Je Het Moet Doen.