Wereldmacht Amerika

Het is opmerkelijk hoe weinig de tijdgenoten van geopolitieke verschuivingen die ze zelf, om zo te zeggen, aan den lijve ondervinden, eigenlijk begrijpen, perspectivisch en met de noodzakelijke zelfrelativering van dien inkaderen op middellange termijn en hun eigen tijdslot kunnen afstemmen op de beginnende tijdlijnen die nu beginnen te lopen. De geschiedenis leert ons dat de Engelsen en Fransen in 1919 echt niet begrepen dat hun imperia in feite het onderspit hadden gedolven in de autogenocide die het Avondland zichzelf berokkende: de gedeeltelijk geslaagde uitroeiing van het witte ras der Ariërs of Teutonen. De eerste Wereldoorlog kwam daarop neer.

De Britten meenden na de wapenstilstand van november 1918 waarom de Duitsers gesmeekt hadden dat ze nu pas eerst recht hun Empire konden reconsolideren tot in de eeuwen der eeuwen. Ze zagen helemaal niet in dat ze de Franse en Japanse mariene hulp in de Middellandse Zee bitterhard nodig hadden gehad bij het bewaken van de zeegangen naar hun Rijk in het Verre Oosten. De Duitsers hadden die met gemak, met de hulp van de Ottomanen, kunnen versperren als Parijs en Tokio hun patrouilles niet hadden aangeboden. De spectaculaire acties van de Duitse oorlogsschepen “Goeben” en “Breslau” in de Levant tonen dat overtuigend aan. Londen zag helemáál niet in dat het helemaal nergens was geweest zonder de militaire bijstand in dat opzicht van de inderhaast gelichte Australische en Nieuw-Zeelandse expeditionair brigades. Het had het vanzelfsprekend gevonden dat deze staten die ter beschikking hadden gesteld, de oorlogsverklaring van His Most Brittannic Majesty’s Government klakkeloos volgend.

Frankrijk waande zich in Versailles 1919 overwinnaar al gaf het toe dat het enige hulp van buiten had gehad. Het eiste voor zijn maarschalken dus de ereplaats bij de overwinningsparade te Parijs. Beide staten zagen niet in dat ze hun wereldmacht en prestige echt kwijt waren. Ze kwamen er maar niet achter dat dat overgegaan was naar de USA. De door hen begane stommiteiten binnen de Volkenbond nadien gewagen van deze miscalculaties. Hoe lang heeft het niet geduurd ná de Tweede Wereldoorlog dat dat inzicht mondiaal indaalde bij Het Westen? Twee decennia zeker. De wijze waarop Londen en Parijs omsprongen met de Suez-crisis van 1956 demonstreert het. In 1993 ervoer ik dat Washington zich nu onbetwist en onbetwistbaar wereldhegemoon achtte. In de PrepCom stelde de Noord-Amerikaanse delegatie zich dienovereenkomstig op.

Daarom vond de USA ook in dat jaar nog dat wellicht het geprojecteerde Strafhof een principaal orgaan zou kunnen zijn van de UN. Omdat dan de USA via de Veiligheidsraad dat hof als een willoos werktuig kon inzetten bij het beslissen van rechtsmachtconflicten, een soort jurisdictioneel clearinghouse. Het zou bij de ontvankelijkheidbeslissingen voor acties vanwege de Aanklager kunnen beslissen welke staten wellicht óók rechtsmacht zouden kunnen uitoefenen over de misdrijven gericht tegen de mensheid die in het Statuut zouden worden gedefinieerd. Het zou daarbij de prioriteit geven aan de staten die daarbij het territorialiteitsbeginsel zouden kunnen inroepen: het principe dat die staat bij voorrang rechtsmacht mag uitoefenen binnen wier grondgebied het misdrijf zich voltrokken heeft, daargelaten of het voltooid is of niet.

Daarbij zou men de USA-jurisprudentie over de definitie van “territoir” ten voorbeeld moeten nemen, inclusief de daarmee verbonden territorialiteitsficties zoals die betreffende vaartuigen, vliegtuigen, drijvende lucht-objecten en wellicht satellieten en ruimtestations, want daar had het Pentagon uitgesproken ideeën over.  Evenals over gesloten legerafdelingen en kampementen in het buitenland waarover de USA-vlag waaien zou, al dan niet met mandaat van de UN. En ongeacht of daarvoor een status-overeenkomst met de territorialiteitsstaat zou zijn gesloten en uitgevoerd. Deze desiderata werden achteloos opgevoerd bij de opening van de PrepCom als vanzelfsprekende uitgangspunten. Evenals de compartimenteringen van de volle zee voorzien bij of krachtens het Angelsaksische verdrag van Montego Bay uit 1983.

De USA wilde geen discussies hierover, anders kon het niet vruchtbaar samenwerken. Ik merk even op dat Bos, de Nederlandse voorzitter, onze nieuwe Huig de Groot, dat ook allemaal normaal vond. Hij vond mij maar lastig toen ik hem op zijn hotelkamer opzocht en vertelde dat er toch echt vier grote rechtsmassieven ter wereld bestonden waarvan de Angelsaksische er maar één was. En dat de meeste Volkenbondsverdragen ook op basis van die Angelsaksische traditie waren geformuleerd, ook al hadden de Aziaten destijds flink dwars gezeten. En dat er ook een massief aan het ontstaan was van jegens Het Westen ongebonden landen. En dat de Ottomaanse rechtstraditie ook nog virulent in het nationale rechtsbesef aanwezig was van de staten die eens op enigerlei wijze aan dat immense Rijk onderhorig waren geweest, zulks op andere gronden dan het territorialiteitsbeginsel. Bos zat het allemaal gehinderd maar toch vriendelijk uit. Over de Chinezen hoefden we ons, zo zei hij, echt geen zorgen te maken. Die waren wel stil in de PrepCom. Maar die trokken altijd bij. Dat had hij ervaren. En Gerard Strijards niet, zei hij guitig.