Westelijk geloofsmassief

Er was wel degelijk een West-Europees geloofsmassief onder de hoede van de paus. Maar met veel territoriale differentaties. Naarmate een bisschop sterker in het zadel zat, stond hij méér typische sacramentaliën toe in zijn rechtsgebied en ook de daarbij passende, spontaan uitgevonden, heiligen. Zijn kathedraal kon daarmee een loopzaak worden. De prins-bisschop van Luik was een meester in dit soort nevenkomstigheden.

Maarten Luther

Zijn zetelplaats wemelde dan ook van bijzondere bedehuizen waar allerlei zonderlinge zegeningen te krijgen waren, naarmate de kerkvorst zich beter verschansen kon in zijn citadel. Sint Lambertus, de gemijterde soeverein van het Luikse garnizoen bleek van alle markten thuis en ontzag zich niet bekommerd toe te zien op wapenzegeningen van alle ijzeren tuig dat te Luik bij de vleet werd gesmeed door de bisschoppelijke kerkfabrieken, vervracht via de Maas en lucratief verkocht.  De winstmarges werden groter naarmate de koningen die vochten om de erfenis van Karel de Grote meer legerafdelingen lieten voortmarcheren over de linkerbedding stroomafwaarts van de regenrivier De Maas.

Deze koningen hanteerden als Karel een geforceerde confessionaliseringspolitiek in het publieke domein en bewaakten die angstvallig. Dat die politiek er moest zijn, was vanzelfsprekend. Kerk en staat waren identiek inwisselbaar. Theocratie was zó noodzakelijk voor de legitimiteit van het staatsapparaat, dat niemand daar vraagtekens bij dorst zetten. Het zou ultieme ketterij zijn geweest. Verzet tegen de van gode bevolen publieke orde. Wel kon de vraag gesteld worden hoe ver deze politiek door vorsten mocht worden doorgezet. Het probleem was voornamelijk of zij daarbij beperkt werden door stadsrechten of gewestelijke privileges, met name op het gebied van de belastingheffingen.

En verder, in hoeverre de geestelijken daarbij provisie mochten afhouden en of de eigenlijke sacramenten alleen maar beschikbaar mochten worden gesteld als deze afdracht geborgd was. Vooral bij de finale kwijtschelding der zonden op het sterfbed leek dat velen onacceptabel. De mindergegoede zou ter helle varen als hij de aanslag niet zou kunnen betalen, niet in geld en niet in natura. Dat kon toch niet de strekking van de christelijke heilsleer zijn? Die vragen werden in de vijftiende eeuw steeds vaker gesteld, naarmate de aanslagen groter werden en de geestelijkheid berispelijker in levenswandel.

Desiderius Erasmus Roterodamus

Ze begonnen hun bediening vooral te zien als een lucratief ambt. Dat stiet steeds meer tegen de borst, naarmate de opstelling van de sacramentele bedienaar ambtelijker en verharder werd. Vaak was hij niet eens direct beschikbaar, al was hij in de buurt, omdat hij eerst duiten wilde zien. Daardoor werd ook de geloofsleer, waarmede dit alles verenigbaar scheen, kritischer bekeken naar strekking en toepassing. Maar de grondprincipes van de theocratie en de uniforme universaliteit van die leer niet. Een neutrale staat wat de religie betreft was niet denkbaar. De staat had een geloof, om zo te zeggen. De vorst regeerde via gods beschikking, hij kon dat goed of slecht doen.

Maakte hij het te bont, dan trad hij wellicht buiten zijn bevoegdheidskring, hij kon dan van zijn macht vervallen worden verklaard, maar alleen als god dat toeliet. Of hij dat deed, kon alleen de paus te Rome vaststellen. Maar die politiseerde daarbij ook weer. Dat zag men best in. Dat veroordeelde de intellectuele elite ook wel. Een concilie zou dan de paus moeten corrigeren. Hoe die kerkvergadering dat kon doen, met welke gevolgen en wat de reactie van het pausdom zou kunnen zijn werd een van de grotere staatkundige vragen van de zestiende eeuw.

Dat de onderdanen zelf van koning en paus daarbij niets te vertellen hadden, was eigenlijk ook breed aanvaard, ook bij de meest kritische geesten. Luther verwierp het verzetsrecht van het volk  aanstonds. Erasmus zag de rechtmatigheid van de vraagstelling of de gelovige massa niets te beslissen had te dezen wel, maar duchtte de antwoorden zeer. De geloofsleer zelf was niet voldoende doorontwikkeld om daarvoor de bijbehorende redeneringen te bieden, aldus de Rotterdammer.