Chris was op het dak bij de buuf doende toen ik, met de deuren open naar de tuinzijde van mijn pand, de “Missa Bruxellensis” draaide van Heinrich Ignaz von Biber. Een juichende mis die hij op bestelling componeerde in de achttiende eeuw. De Bohemer Biber werd in 1644 in Wartenberg (nu Stráz pod Ralskem) geboren en groeide op te midden van de rijke muzikale folklore. Volksmuziek die zonder enige twijfel zijn weerslag heeft gehad op zijn latere composities, getuige de volksliedachtige motieven in zijn muziek.
De adolescent Biber verruilde zijn geboortestreek voor het kosmopolitische Wenen, de rijkshoofdstad van het Oostenrijkse Keizerrijk. Wie voldoende begaafd was en over de financiële middelen beschikte, ging in de hoofdstad verder studeren of daar als hofmusicus zijn geluk beproeven. Biber nam les bij de grote vioolvirtuoos Johann Heinrich Schmelzer en maakte rond 1660 de overstap naar het hofensemble van Johann Seyfried Eggenberg in Graz. De positie van kapelmeester van het in hoog aanzien staande orkest van Karl von Lichtenstein-Kastelkorn, de aartsbisschop van Olmütz, lonkte.
Daar, op het kasteel in Kromeriz (nu het Premysliden-paleis), kwam Biber tot wasdom als componist. Toch nam hij de benen naar Salzburg, waar hij de aanstelling van componist, violist, kapelmeester en rentmeester aan het hof van aartsbisschop Gandolph von Khuenburg had verworven. Niet alleen als componist en musicus bood Salzburg Biber vruchtbare grond: op 30 mei 1672 trouwde hij er met Maria Weiss. Tot zijn dood op 3 mei 1704 woonde en werkte hij in Salzburg.
Chris, die, naar ik later ervoer conservatorium had gedaan, specialisatie slagwerk, wist alles van deze Missa Bruxellensis. Hij stapte ineens tot mijn verbazing zonder nadere introductie op mijn balkon. En vroeg de DVD te leen. We raakten in gesprek. Want ik was nu wel geïntrigeerd door deze persoon, die abrupt de gloeiend verhitte bitumen dekdekkingen had laten liggen bij de buuf en mijn achterkamer kwam binnen gestapt. Ik leende de DVD. En vroeg deze Chris of hij ook mijn dak eens onder handen wilde nemen, met het oog op de waterdichtheid van het tuinterras aldaar en de oprichting van een balustrade met schuttingen.
Omdat steeds meer omwonenden ook op het dak hun tuinen hadden aangelegd en daar bij stralend weer luidruchtig plachten te barbecueën en tot diep in de nacht de feesten nadien ontplooiden met de betoverende klanken van de band Abba (uit Zweden) dreunend voluit op de luidsprekers. Chris en ik oordeelden dat Het Benoordenhout flink aan het verjongen was en dat het daardoor niet in alle opzichten erop vooruitging. Dat gaf een band. Chris bleek erg handig en van alle markten thuis. Hij legde dus ook een nieuwe tuin aan op mijn dakdeel met een automatische sproei-installatie. Ik had er wil van.