Chris VII

Natuurlijk gaven de kooplieden van de Haagse Antiekmarkten mij de afgelopen jaren ook wel inzichten in bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen die mij anders ontgaan zouden. Maar Chris kwam echt uit de buurt op “Het Veen” waarop de volkswijken in de negentiende eeuw opschoten en hij kwam ook klussen bij de eigenaren van de alkoofwoninkjes en hofjeshuizen achter de grotere herenhuizen gelegen in de Archipelbuurt, Buurtschap 2000 en de Schenkkade.

Ik kreeg aldus levensaanschouwelijk onderricht over de wijze waarop de Haagse volkse klassen hun levens inrichtten en schoof aan bij de gesprekken in de tapperijen die zij plachten te bezoeken. Een avondje Harry Jekkers (“Auw, auw de Haag, mauie stad achter de duine!”) had mij daar geen glimp van gegund. Wel stelde Chris als ultieme voorwaarde dat ik mij nergens mee zou bemoeien en niet zou trachten Haags te praten.

Hij had mijn Rotterdams beproefd en na weging te licht bevonden al kwam ik toch wel een heel eind in de goede richting. Verder ging hij met mij ook wel op stap naar de aangelegenheden die ik placht te frequenteren, maar die achtte Chris toch alles bij elkaar niet aan de maat. Zeker “De Witte” niet, die Chris diskwalificeerde als een verzameling would be gasten die het net niet gemaakt hadden en toch heel wat pretendeerden. Dat lichtte Chris ook illustratief toe waarbij mij zijn imitatief vermogen in zonderheid opviel.

Ik kwam door Chris’ tussenkomst ook aan goede maatkleding, want Chris placht ook subiet te ontruimen als een oudere zonderling uit hogere ambtelijke schalen in zijn kennissenkring ineens tot zijn vaderen verzameld bleek. Dan drukte hij de kostuums met toebehoren voor mij weg en keek ook of de schoenmaat van de dierbare gestorvene de mijne kon zijn of daartoe door professionals opgerekt kon worden, want onder de vaklui uit de Schilderswijk is nog steeds veel mogelijk.

Maar ook Chris bleek niet echt onsterfelijk, al deed zijn schimpen over deze en dergelijke stakkers soms het tegendeel vermoeden. Darmkanker velde zelfs deze voorvechter van een nieuwe maatschappij ontijdig. En triest was het dat hij dat toch in alle eenzaamheid moest ondergaan tegen iedere redelijke berekening in. Omdat zijn partner al direct te kennen gaf dat hij dit soort dingen maar in zijn eigen tijd moest uithalen. Zij had er niets mee te maken en kon haar tijd beter besteden. Zo bleef Chris’ bestaan de torso, die ons aller deerlijk lot blijkt te zijn ook al bereiden wij op andere perspectieven voor. Tegen beter weten in.

Gelukkigerwijze dacht Chris niet dat hij voor het lot der mensheid in het aangezicht der eeuwigheid het echte verschil zou uitmaken. Dat had hij mij te Pernis duidelijk gemaakt voordat hij zijn eerste matineuze pilsje verschalkte terwijl de meeuwen gokkerden boven de desolate havenkom. Het scheelt, dat besef. Al weet ik niet waarom en in welk opzicht. Wel weet ik dat mijn ex-collega’s uit mijn verschillende werkkringen dat besef nooit hebben verkregen. Dat bleek vooral bij het uitreiken van de gestandaardiseerde koninklijke onderscheidingen waarnaar hun linkerreversknoopsgat al jaren hunkerde. Zodat het tochtte in de deemstering der ouderdom.