Om Walcheren is gruwelijk had gevochten, maar ook bij Breda waar Duitse troepen ineens oostwaarts trokken in 1944 toen Montgomery zijn veel omstreden strategische doorstoot naar en over de Gelderse Neder-Rijn probeerde te verwezenlijken. Montgomery wilde in één opmarsbeweging over de weg van Neerpelt/Valkenswaard/Aalst/Eindhoven oprukken naar Den Bosch. Daar wilde hij vervolgens over de Maas en dan in één verrassingsmanoeuvre een aansluiting zoeken bij Nijmegen met Britse-grondtroepen die – per zweefvliegtuigen — afgeworpen zouden worden bij de noordelijke hoofden van de brug over de Neder-Rijn.
Deze troepen zouden dus zuidwaarts trekken, hun Britse geallieerden tegemoet. Die Britse soldaten zouden daarbij één doorgaande weg moeten gebruiken van Eindhoven over Den Bosch naar Nijmegen. Die weg lag op een hoog dek lichaam met taluds en was nogal smal. Er mocht niets fout gaan in deze bewegingen van noord naar zuid en van zuid naar noord: met name zou geen artilleriecontact mogen ontstaan met Duitse troepen, vijandelijke infanterie-eenheden die weg en dat dek omzwermend. Boven Arnhem zou gehergroepeerd worden alvorens zuidoostelijk te trekken, het hart van het Duitse Rijk tegemoet: Berlijn.
Montgomery had geen rekening gehouden met sterke Duitse troepeneenheden op Walcheren. Onder commando van een geduchte troepencommandant Von Zangen. Hij kon van die groep-Von Zangen best weten, Montgomery. Het was hem gerapporteerd, ook door het Nederlands verzet. En in ieder geval had hij moeten beseffen dat hij te grote risico’s nam ten aanzien van de zijn opmars volgende logistiek die nog steeds vanuit Normandië moest worden geborgd, vooral met betrekking tot de vereiste brandstoffen. Uiteraard ging er van alles fout. De groep-Von Zangen werd onmiddellijk oostwaarts gedirigeerd.
Ze had ook mobiele lange afstandsartillerie. Die schoot veel tanks en achteropkomende vrachtwagens op die weg van Eindhoven naar Den Bosch overhoop. Zodat de doortocht niet gemaakt kon worden binnen de geraamde tijdsmarges. Maar eigenlijk ging er nog veel meer mis. Het gelag werd vooral betaald door Canadese soldaten die de groep-Von Zangen moest beletten oostwaarts op te rukken ter verhindering van Montgomery ’s Operations Market/Garden. Er werd vooral rondom de Sloedam, die Walcheren via een spoordijk acces gaf tot West-Brabant flink gevochten, waarbij Canadese jonge jongens het gelag betaalden. Er zijn in deze regio nog veel begraafplaatsen waar deze soldaten hun laatste rustplaats kregen. Keurig onderhouden.
Brandschoon zijn de graven. Geen groen-aanslag, fraaie borders. Je leest de namen van de soldaten, vaak jong, tussen de twintig en dertig jaar. Regimentsnummer, rang, peloton, onderdeel, vaak nog met de vreemde typisch Britse aanduidingen voor het korps of de divisie. De zon speelt met het lichtschijnsel dat de grafinscripties letterlijk bijzonder reliëf geeft. De bomen ruisen krachtig zoals het hoort. Het kerkhof is verlaten. De schaduwen verraden dat de wolken wielen. Boven de graven. En je probeert te denken: deze jongens stierven voor mijn vrijheid om hier te staan. Het snelverkeer raast vlakbij onophoudelijk. De adem van het voorbijsnellend leven waaraan deze jongens geen deel meer hebben.