In augustus 1918 was duidelijk dat het Duitse leger verslagen was, strategisch gezien. Het was in maart 1918 begonnen met een geweldig offensief, operation Michaël, naar de aartsengel Michaël die met het vlammend zwaard Beëlzebub en Lucifer uit de hemelen ter helle drijft. Generaal Ludendorff had deze operatie kundig opgezet. Hij was erin geslaagd de geallieerde legers weer duchtig zuidwaarts te drijven. Hij naderde zelf Parijs wederom op dertig kilometer afstand.
Maar weer maakte de Duitse legerleiding dezelfde fout als in september en oktober 1914. Zij liet de Duitse infanteristen per dag minstens twintig kilometers opmarcheren, met volle bepakking, in de brandende zon. Terwijl de ravitaillering die voor voedsel, drank en legering zorgen moest niet dat tempo kon bijhouden. De infanteristen moesten maar van de veldoogsten leven en zorgen door plundering voor bijvoeding en dranken. Dat deden ze door de wijnkelders van de boeren te ontdoen van de fusten bier en wijn. Gevolg: massale dronkenschap, delieren en katers, zodat het tempo eruit raakte. De opmars stokte.
De USA leverde tegelijkertijd honderdduizenden frisse jongelingen die wel goed gevoed en geëncadreerd bleven. De Duitse generale staf moest erkennen in augustus: deze oorlog kunnen we niet meer winnen. Dat was, omdat zij het thuisfront steeds had gezegd, dat zij garant stond voor een daverende overwinning, een blamage. De staf wilde die niet meemaken. Dat zou immers haar vakkundigheden – die onmiskenbaar waren – toch in discrediet brengen. Dus zocht Ludendorff naar middelen om het burgerlijk gezag, inclusief de Keizer, in te zepen met deze schande.
Dat deed hij door het te doen voorkomen dat dat gezag, laf als burgerheren nu eenmaal waren, buiten de staf om aan de geallieerden om vrede gesmeekt had. Hij flikte dat de Rijkskanselier Von Hertling en diens opvolger, Max van Baden. Het was Ludendorff bijna gelukt. Maar het leger zelf begon er genoeg van te krijgen. Inclusief de kostbare roemruchte keizerlijke marine. Die kwam in opstand in Kiel, Wilhelmshafen en Hamburg. Ze tastte daardoor ook de tucht onder het veldleger aan. Dat kreeg steeds vaker met semi-muiterij te maken.
Ludendorff kon er niet onder uit: er moest een wapenstilstand gevraagd worden, anders dreigde instorting van de fronten. Die radiotelegrafische boodschap aan de Eiffeltoren was al lang beraamd. Ze was eigenlijk misplaatst. Ze kon zó niet gedaan worden, buiten de rijkskanselier om. Ludendorff had de boodschap ook cryptisch opgesteld. Ze was duister geredigeerd en omvatte geen echte voorstellen. Dat zagen de Fransen óók. Gröner, opvolger van Ludendorff, zette diens complot tegen de kanselier voort. Van Baden wist niets van die boodschap. Als de Fransen bij het Duitse rijkskabinet navraag zouden doen – Gröner dacht dat ze dat zeker zouden doen – kwamen ze daar gauw genoeg achter.
Van Baden had de Zwitserse regering gevraagd om een vredesregeling aan te vragen bij de USA-president Woodrow Wilson. Daar was Wilson druk mee bezig. Die zou ook meteen zeggen: ik weet nergens van. Hij zou de Fransen wantrouwen. Dat vond hij chauvinistische militaristen. Terecht. Dan zou er onenigheid ontstaan tussen de geallieerden. Daardoor zou het Duitse veldleger gunstiger posities kunnen betrekken. Achter de massieve Siegfriedlinie. Dat was de toeleg aan Duitse zijde.
Daarom had korporaal Hacot groot gelijk dat hij niet meteen naar zijn kapitein rende. Om te vertellen over de smeekbede van Duitsers om een wapenstilstand. De Fransen hebben dagen verdaan om te overleggen wat ze nu in vredesnaam – letterlijk! – met die rare ongecodeerde boodschap moesten. Ze konden Wilson niet vertellen dat ze de Eiffeltoren hadden voorzien van een radiotelegrafische zendinrichting die ook Wilsons berichten aan de Zwitsers afluisterde. Dat deden ze al máánden.
Pas op de 7e november besloten ze de opperbevelhebber Foch inderdaad in te lichten. Terwijl er nog steeds dagelijks duizenden vielen rondom de loopgraven. Foch vertrouwde de boodschap niet en zijn eigen inlichtingendiensten. Terecht. Daarom duurde het tot de 11e, voordat er eindelijk werk werd gemaakt van het verzoek.