Direct doorwerkende EU-waarborgnormen in Nederlands perspectief

Het Europese Verdrag betreffende de Mensenrechten soms diverse klassieke grondrechten op in reactie op de humanitaire aardverschuivingen die het naoorlogse Stalinisme sedert 1950 westwaarts te weeg bracht. Stalin zette enorme volksverhuizings- en humanitaire ontwortelingsprogramma’s op touw, vooral om volksvijandige groeperingen te verwijderen, te isoleren en fundamenteel te ontrechten binnen de geopolitieke invloedssferen die bij de intergeallieerde geopolitieke verdelingen van de ruimtelijke invloedssferen op de conferentie van Potsdam in 1945 waren gedefinieerd.

Het uitgangspunt waren weer de allerlaatste tactische afwachtingsopstellingen die de geallieerden op het moment van de capitulatie op de Lünenburger Heide hadden kunnen innemen. Daarbij waren de Angelsaksische veldtroepen in de zomer van 1945 veel minder ver oostwaarts kunnen optrekken dan Eisenhower had beoogd. De drie regeringsleiders van de overwinnende landen, Harry Truman, Winston Churchill (later Clement Attlee) en Joseph Stalin, ontmoetten elkaar om de nieuwe orde in Duitsland en Europa te bespreken. Al in een houding van basiswantrouwen jegens elkaar.

De ‘grote drie’ kwamen tot overeenstemming over de wijze waarop het bezette Duitsland geregeerd zou worden. Decentralisatie, demilitarisering, denazificatie en democratisering waren de kerndoelen. De Pools-Duitse grens zou westwaarts worden verschoven tot de Oder-Neisse rivier. Een toekomstige vredesconferentie zou dit later nog definitief regelen. Verder werd de repatriëring onder humane omstandigheden van Duitsers geregeld, die in de door Polen en de Sovjet-Unie geannexeerde voormalige oostelijke Duitse provincies woonden.

Er werd bepaald dat iedere bezettingsmacht in zijn eigen zone, zijn eigen herstelbetalingsregelingen kon treffen. Omdat de Sovjet-Unie hiermee niet tevreden was kreeg ze ook herstelbetalingen uit de door het Westen bezette zones. Alhoewel Frankrijk op de hoogte werd gehouden, nam het niet deel aan de onderhandelingen. Op 7 augustus 1945 ging –met een zeker voorbehoud- ook de Franse regering akkoord met het Verdrag van Potsdam.

Op de conferentie van Potsdam werd duidelijk dat het einde van de oorlog ook het einde betekende van de geallieerde samenwerking, en het begin van nieuwe conflicten. Gedurende deze Koude Oorlog waren er herhaaldelijk discussies over hoe het Verdrag van Potsdam geïnterpreteerd moest worden. Wel waren er territoriale deliniëringafspraken in uitvoeringsarrangementen overeengekomen, maar die waren niet cartografisch afgehecht. Dat afhechten hing nog steeds in de lucht, er waren verkennende besprekingen gaande, toen Stalin ineens de voorlopige westelijke grenzen sloot, alle corridors afhechtte en verder grensverkeer volledig opschortte.

Het beruchte IJzeren Gordijn ging neerdalen, maar het duurde wel even voordat het afsluitende voorhang oostelijk en westelijk geheel was uitgereden langs de rails en de coulissen waren gemarkeerd. Westelijk en oostwaarts, dat wil zeggen in Siberië en in Indochina. Verder was nog niet aanstonds duidelijk wat voor rechtsregime op dat podium achter die rails zou worden geregisseerd door Het Kremlin.

Want Sovjet-Rusland was tenslotte óók destijds toegetreden tot het Atlantisch Charter van 1941, opgesteld en geparafeerd in Placenta Bay, en het kon toch zijn dat de dictator daar bepaalde minima van zou respecteren? Niets bleek minder waar. De principes van dat Charter werden niet slechts met voeten getreden, maar werden spiegelbeeldig uitgelegd en toegepast. Stalin initieerde enorme volksverhuizingen west- en oostwaarts, verdreef tal van etnische groepen van huis en haard en sloeg hun gezinnen, familieverbanden en tribale connecties grondig uiteen.

Zij waren nog minder dan naar het abattoir opgedreven vee. Hun lot deerde Het Kremlin niet, want het gold hier vijanden van de Slaven-Moskovieten. Dat gold voor allen die hadden deelgenomen op enigerlei wijze aan de recentst verleden wereldkrijg, zelfs al hadden ze dat gedaan als slaven in een oorlogsindustrie, als door de Wehrmacht geïnterneerden, als krijgsgevangenen of als gedetineerden in werkkampen van de As-mogendheden in Japan, Indonesië, De Filippijnen, Hongarije, Bulgarije of in de bezette gebieden in Het Westen.

Daartegen, tegen die ontvolkings- en omvolkingstactieken reageren het Vluchtelingenverdrag van Genève en het EVRM. Zij prenten hun ratificatoren in niet mee te werken aan deze tactieken, deze te stuiten en het al begane leed te lenigen. Ze verplichten tot humanitaire optredens met dat oogmerk.  En ze dwingen of dringen niet tot verschaffing van verblijfsrechten, bepaald of onbepaald. Zie: https://gerardstrijards.nl/massale-immigratieperspectieven/ en verder https://gerardstrijards.nl/direct-werkende-waarborgen/