Extinction

Twintigduizend deelnemers ongeveer. Het kunnen er dertigduizend zijn geweest. Want niet alle protesteerders concentreerden zich rondom de Utrechtse Baan of de A12. Rond het middaguur waren deze personen vooral bezig tactieken te bespreken in het Haagsche Bosch waar open grasvlakten zijn die uitstekend geschikt zijn voor dit soort Hagenspraken. Er was via de fietspaden dus geen doorkomen meer aan voor de gewone eenzame fietsers die toch nog even naar het stadscentrum van Den Haag moesten of wilden. Want de congresgangers ten behoeve van klimaatverbetering vormen opmarspelotons van vijf tot zes rijen breed en tientallen meters lengte en versperden dus iedere fietsroute.

Ze oefenden alvast op oproerige kreten en voerden borden met dringende boodschappen mee, waarop stond te lezen dat wanneer nu nog steeds stikstofemissies via plofmotoren werden uitgestoten de Noordzee zich zou aandienen op de stranden bij Amersfoort op de Utrechtse Heuvelrug. Er liepen overduidelijk ook bejaarde welgeklede boomers mee die liepen te genieten van de gedrevenheden en daadkracht van hun nazaten, óók weer, op hun beurt, vergezeld van hun nakomelingen die zich de café lattes met havermoutmelk betrokken bij de diverse stationskiosken opperbest deden smaken.

De kartonnen bekers wierpen zij, zo kon ik deze frisse ochtend wel weer vaststellen, fors van zich weg in de bermen van de paden. Daar had de gemeentereiniging zich, dat was ook duidelijk, verder om te bekommeren evenals over de verpakkingsmaterialen van het eveneens op het Centraal Station betrokken biologisch verantwoord dure volksvoedsel bestaande uit uitgekiende speltbroodjes, belegd met geitenkazen en knisperende tomaatjes met verse groenten in aïoli-toppings. Ook daarvan lagen de emballages thans hoog opgetast in de bermen. De gekleurde medemensen die bij de reinigingsploegen deze ochtend doende waren deze overblijfselen vloekend bijeen te harken en op de meegevoerde handkarren te dumpen ter verdere biologisch verantwoorde verwerking tot pulpmateriaal waren er mooi klaar mee.

Bij deze inzamelingen moesten soms toch de illegale bewoners van de groene Boschbankjes gehinderd worden in hun vaste slaap. Zij rezen ongaarne op, stinkend naar wodka en verschaald zweet want gisterenavond hadden de Extinctionisten nog lang feestgevierd rondom feeëriek flakkerende vuurtjes op gezegde weiden, waarvan de as thans nog wat lag na te smeulen. De extinctionisten komen aanstonds terug, in kleine getalen, ter redding van onze dierbare planeet. En dat is een idealisme dat ik ook herken van de boomers die de dienst uitmaakten destijds op de Tilburgse Karl Marx-universiteit. In 1968-1974. Tjonge. Want konden die lieden een rommel maken. En welke vernielingen wisten ze in de Warande-parken aan te richten. Dan heb ik het nog niet eens over de vernieling en onbruikbaarmaking van de destijds zo geavanceerde telefooncentrale, waar ik met ontsteltenis naar stond te kijken.

Allemaal voor een zeer goed doel. En natuurlijk ten behoeve van de particuliere opmars in de staatsinstituties die hun ouders succesvol volbrachten, stijgend van salarisschaal naar schaal, totdat zij in staat waren hun kinderen en kleinkinderen met alle verpozing van dien te voorzien van alle schillen, dozen en plastic flesjes die thans de Haagse Beemden sieren. De gemeentearbeiders zijn er nog tot twaalf uur zoet mee. En dan start de nieuwe extinctieve folklore ter redding van de planeet en de bewoners mits die tot de juiste progressieve elite behoren. Dat wél, natuurlijk.