Men ZOU, om aan de korte termijnnoden die geconcentreerd voortvloeien uit het immense immigratievraagstuk dat zich steeds nijpender vooral aan gemeenten presenteert – zij moeten immers nu de opvang in alle aspecten voor hun rekening nemen – kunnen terugkeren naar de uitgangspunten van het reeds meermalen op deze site besproken wetsontwerp-22735. Ik verwijs naar de Blogs van 7 juni-20 juni 2023 op deze site en in het bijzonder die van 19 juni daaruit. Die uitgangspunten zijn nog steeds onverkort relevant. Ze zijn echter alleen haalbaar, als het gehele vreemdelingenrecht volledig onttrokken wordt aan de werkingsomvang van de Algemene Wet Bestuursrecht.
En vervolgens zal specialisatie moeten worden ingevoerd in de rechterlijke organisatie met bij uitstek deskundige vreemdelingenrechters, die ook kennis hebben van het vreemdelingenrecht en de daarmede verbonden opvangtrajecten in de ons omringende noordelijke EU-staten. Want wie nog steeds wil blijven volhouden, dat het Nederlandse opvangtraject géén enkele aanzuigende werking heeft, waardoor de migratiestromen bijna automatisch bij de toegangsverschaffing tot Europa via smokkelorganisaties met winstbejag worden verlegd naar Nederland leeft in een ontstellende nimbus.
Het processysteem zou moeten zijn dat er één concentratie van rechtsmacht is bij de Haagse vreemdelingenkamer, waarbij een beperkt aantal rechtbanken in de arrondissementen waar de opvang totaal uit de hand dreigt te lopen bij ministeriële verordening worden aangewezen als nevenzittingsplaatsen van die Haagse rechtbank, die tevens voorziet in een rechtseenheidsafdeling. Deze twee voorwaarden waren destijds ook beslissend voor de uitvoerbaarheid van dat wetsvoorstel. Het kabinet-Lubbers stemde dat toe. En de twee tranches die dat zouden moeten verwezenlijken liggen nog als voldragen wetsontwerpen bij Justitie in de kast. Het is een oud vehikel.
Maar het fietst nog best, als de roest uit de remnaven wordt geschuurd en het stuur een betere bel krijgt. Inconstitutioneel kan dat alles nooit wezen. Want destijds, toen dat voorstel bij de Raad van State aanhangig werd gemaakt, kloeg hij daarover niet in zijn Advies aan de Koningin. Dat hij niet accepteren zal dat hij uit de procedure wordt geschreven, ligt voor de hand. Want zijn Afdeling Rechtspraak bestáát vooral dankzij dat immigratievraagstuk, dat hij evenmin praktikabel wenst op te lossen. Daar zijn rechters ook niet voor zegt de Raad voor de Rechtspraak.