Waar de wetgever zich verder beslist uitdrukkelijk over zal moeten bekommeren, wil een herziening van het vreemdelingenrecht enige zin hebben ter fine van immigratie-reductie als algemeen doel, is een terugdringing van de rechterlijke competentie bij het ontoepasselijk verklaren van nationale wetsbesluiten die conflicteren met algemeen verbindende waarborgnormen in verdragen in de zin van artikel 94 van de Grondwet. Dat artikel wordt nu door de rechter toegepast lós van de rechtshistorische bedoeling die de wetgever ermee had.
Ik verwijs naar datgene wat ik zei over de motieven-Serrarens. Hierboven. Het artikel wordt verder alleen maar toegepast als het gaat om voorzieningen, die uitgelegd zouden kunnen worden als mogelijke direct toepasselijke waarborgen ten gunste van het individu. Die in de Nederlands rechtsmachtkring verkeert. Aan die kring geeft die rechter een zeer ruime toepassing, want hij doet haar niet samenvallen met de territoriale delineatie van het grondgebied van Nederland In Europa en op de Antilliaanse zeezones waarbinnen Nederland rechtsmacht zou mogen claimen — terwijl dat juist wel de bedoeling was.
Die rechter past deze rechtstreekse werkingen ook extraterritoriaal toe, bijvoorbeeld op basis van het gegeven dat bij een onrechtmatige daad, toerekenbaar aan Nederland, personen met een bepaalde band met het Nederlandse grondgebied slachtoffer waren of juist daders. Zo kan de Nederlandse grondwet soms zelfs toepasselijk zijn in de USA, omdat dergelijke rechtsverbindingen construeerbaar zijn. Of aan boord van vliegtuigen, niet geregistreerd in Nederland.
Verder wordt artikel 94 asymmetrisch gehanteerd bij het vaststellen van directe werkingen van normen: alleen als ze waarborgen opleveren, niet als ze resulteren in plichten. Dat is zo tersluiks gegaan, doordat de rechter die rechtsmacht en passant naar zich toeschoffelde zich superieur achtend bij de rechtsvinding aan de wetgever.
Daarbij werd hij bedwelmd door bijna religieuze ontremmingen van zichzelf als iudex viator die nu eenmaal bij krachte van een bijzondere ingestorte buitenzintuigelijke genade verbonden aan zijn ambt beter in staat was vast te stellen wat rechtens verbindend behoorde te zijn dan de wetgever die toch maar bestond uit een stelletje toevallig samengetaste politici wier rechtsgevoel defectueus was ter oorzake van de samenstuwende krachten die de kiesurne hadden doen spreken. https://gerardstrijards.nl/harmonisatiewet-iii/ en de blogs https://gerardstrijards.nl/iudex-viator/ en volgende.