De eerste vreemdelingenwetgeving van Willem I als Souverein Vorst ging ervan uit dat uit het buitenland inreizende personen, niet geboortig uit in Nederland verblijvende ouders die daar in steden, gehuchten, dorpen of gewesten ontlastbrieven konden krijgen, in het land van herkomst bij de consul van Nederland een machtiging vanwege de vorst moesten aanvragen tot verblijf in Nederland. Dat werd geregeld in een Souverein Besluit van november 1813.
Willem schakelde daarbij het Wapen van de Koninklijke Marechaussee in. Omdat Nederland werkelijk barstte van de vreemdelingen. Waarvan de meerderheid beslist niet meer wilde vertrekken. Zie mijn blog van 27 december 2023: https://gerardstrijards.nl/vreemdelingenwetten-1849-en-1965/ Er waren enorm veel Franse troepen in Nederland gelegerd na de terugvloeiing van de Grande Armée uit Rusland onder de druk van de nadringende kozakkenbrigades die zich ook deden gelden in de Nederlandse steden Amsterdam, Utrecht, Rotterdam.
Maar vóór deze brigades waren ook massaal ontheemden vooruit gevlucht naar Nederland uit Centraal-Europa, vooral nadat de slag bij Leipzig tot volledige demografische destabilisatie had gezorgd. Nederland had de faam uiterst coulant te zijn bij de onderstand van ontheemden en te kunnen putten uit immense fondsen. Dat was tot 1800 het geval geweest, maar daarna beslist niet meer. Toen was door de Britse zeeblokkade het eens zo welvarende land bijna failliet geraakt.
Een dergelijke situatie kan ook ontstaan als straks de Ukraïnse linies volledig bezwijken en de bevolkingen westelijk daarachter op de vlucht slaan naar Het Westen, naar dat Nederland, waar al een belangwekkende illegale Ukraïnse submaatschappij is doorontwikkeld en waar een ruchtbaar royaal opvangtraject zo ruim beschikbaar schijnt te zijn. Willem, de Souverein Vorst, wilde in ieder geval collectief deze bevolkingen terugdrijven. Anders zou hij nimmer enige grip krijgen op de bevolking, want het merendeel ervan was technisch illegaal.
En hij zag goed in dat Frankrijk aanstonds weer agressief zou worden, al dan niet onder leiding van Napoleon I. Hij eiste dus die machtiging. Daaraan hield het kabinet Thorbecke I zich óók bij de Vreemdelingenwet-1849. Wie deze machtiging niet had, was illegaal en dus direct verwijderbaar. Deze wet voorzag wel in de mogelijkheid om in het buitenland reispassen en verblijfpassen aan te vragen en te verkrijgen, maar daarvan werd zo goed als nimmer gebruik gemaakt. De consuls wezen er ook niet op.
Wie toelating aanvroeg en machtiging wilde voor een verblijf langer dan drie maanden, moest een garantieverklaring overleggen dat er geen crimineel verleden was, dat er geen bezwaren waren uit hoofde van de borging van de openbare orde en rust, en dat er geen bezwaren van armlastigheid konden bestaan na toegangsverschaffing, waarbij vaak een verblijfsgerechtigde in Nederland een garantie afgaf dat hij garant stond dat zulks zich niet zou voordoen. Bij gebreke van voldoende middelen bij de vreemdeling kon dan verhaal genomen worden op de garant.
De gemeenten gaven elkaar ontlastbrieven, wanneer de toegelatene zich naar elders verplaatste dan de eerste plaats van toegang. Ze garandeerden elkaar dat ze de schulden van de toegelatene zouden voldoen, welke vorm of titel deze ook mochten hebben. In de praktijk echter werd daaraan niet de hand gehouden. De reispassen of verblijfsvergunningen werden nooit afgegeven dus iedere vreemdeling bleef illegaal. De minister van Justitie kon deze dus naar believen uitzetten. En dééd dat ook. Zonder zich te bekreunen waar de vreemdeling dan terecht kon. En onder welke omstandigheden en perspectieven. Het was dus een voor de administratie handig systeem.
Maar het liep spaak na 1937 toen Hitler hele volksstammen Aszkenasische Joden ging vervolgen die daarna heenkomen zochten in Nederland. De minister Goseling van Justitie ontwikkelde daarop een verwijderingsbeleid dat de toets der kritiek niet kon doorstaan. Maar van wetgeving daartegen kwam het niet. Die kwam pas in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. https://gerardstrijards.nl/maatschappelijke-achtergronden-van-de-vreemdelingenwet-1965/https://gerardstrijards.nl/maatschappelijke-achtergronden-van-de-vreemdelingenwet-1965/