Kerkhofkwestie-1874

Wekenlang zal het nietige Strijp in 1874 prijken op de voorpagina van de nationale couranten: De Nieuwe Rotterdamsche Courant, het Algemeen Dag- en Handelsblad, De Nederlander. Want een pastoor heeft de begrafenis ontzegd aan een kind van een protestant. Terwijl het kerkhof eigenlijk protestants is. Kamervragen, interpellaties, vlugschriften: Het Beest van Rome overweldigt protestants Nederland. Het gaat om een kind van een protestantse loodsopzichter. Het sterft aan één van de onverklaarbare ziektes waardoor Strijp zo berucht is. De vader wendt zich tot dominee. Die verwijst hem naar het kerkhof rond het stenen kerkje te Strijp. Daar is er maar één van. Dominee komt bij het sterfhuis een overweging doen. Men zingt een psalm. Daarna zet een armzalig begrafenisstoetje zich in beweging, gevolgd door spoorwegarbeiders die werken aan de aanleg van het rangeerterrein te Eindhoven.

Er is al een grafje gegraven. Het overlijden is naar behoren aangegeven bij burgemeester Vogels. Hij tekent het aan in de gemeentelijke registers van de burgerlijke stand. De stoet trekt naar dat aangeduide hof. Dat is omringd door een gracht, vol troebel water dat niet doorstroomt. Het belendt in de brandkuil. De pastoor is op dat moment op dat hof samen met enkele confraters. Het poortje naar het hof is gesloten. De vader roept de pastoor aan: hij wil toegang. Maar de geestelijke houdt zich doof. Men schijnt op dat hof te bidden. De vader roept weer. De pastoor en collegae zwijgen en keren zich af. Nog eens roept de vader, smartelijk als een roerdomp in de ochtendmist. Geen reactie van gene zijde. De vader gebiedt nu het kistje op het bruggetje te zetten dat naar dat poortje leidt. Vanuit de stoet maakt zich een van de volgers los. Hij rept zich klompenkletterend naar Eindhoven. Hij zal er op het stadhuis aldaar werk van maken. Dit kerkhof is protestants.

Hij blijft lang weg. Zeer lang. Men ziet hem verslagen aan komen sjokken in de namiddag. Op het Eindhovens gemeentehuis wisten ze geen bescheid. Er waren heel hoge ambtenaren bij. Maar hiervan konden ze niks effectief maken. Dit is een Strijpse affaire. De burgemeester Vogels heeft óók een bode gezonden. Hij verwijst naar het algemeen kerkhof te Woensel. Want dit kerkhof in Strijp is katholiek. Het is gewijde aarde. Alleen gedoopten van de Moederkerk mogen er na consent van de pastoor op begraven worden, aldus Vogels. Ja, hij heeft deze dood als een natuurlijke naar behoren geregistreerd. Maar hij heeft ambtshalve geen bemoeienis met de lijkbezorging. Dat is een zaak voor de nagelaten betrekkingen, de bloed- of aanverwanten in de naaste linie van de afgestorvene. Die worden bijeengetrommeld uit de tapperijen. Want het duurde zo lang. Een mens moet dan wat schavuitenwater hebben.

Ook in protestantse kring. De zaak escaleert nu, want de tongen zijn nu los. Ook bij de katholieke Strijpenaren. Inderdaad: een ketters lichaam mag hier niet ter aarde besteld worden. Dat ontheiligt het hof. Dan komt de ziel spoken. Dus moeten loodsopzichter en familie maar naar Woensel gaan. Dat nemen dezen niet. Ze gaan hogerop. Wat denken die roomsen wel? Nieuwe verhitte beraadslagingen resulteren erin, dat een telegram zal worden gezonden naar de minister van Binnenlandse Zaken Mr Heemskerck. Men eist zijn recht. En dus lijkbezorging door begrafenis op locatie, het staat verdomme in de wet. En met de wet mag niet gespot worden. De pastoor heeft er inmiddels tabak van, opent de poort en wringt zich naar buiten tussen de drommen door. Hij stompt zich en zijn getoogde ambtsgenoten een weg naar zijn pastorie. De grote deftige voordeur valt bonkend toe.

De achtergebleven rouwgenoten overleggen of ze de poort maar niet eenvoudig zullen openbreken. Maar dat verhindert de vader: neen, dat is zaaksbeschadiging, dat is strafbaar, bovendien is die Heemskerck protestant, dus die zal recht doen geschieden. Het retourtelegram laat op zich wachten. Het wordt valavond. Dan, verdomme, zetten we dat kistje in de voortuin van die verrekkeling van een pastoor. Dat verhindert de veldwachter, inmiddels óók aanwezig en inmiddels óók verhit. Dat is het betreden van verboden terrein, weet hij. En de burgemeester wil dat het kistje voorlopig maar wordt gezet in de ruimte in het luidhuis, waar ook de baren, scheppen, spaden en lijkkleden hangen. Dat gebeurt, bromsnor heeft de klewang al uit de leren schede. Maar de volgende ochtend staat het kistje in de schemering breeduit op de stoep van de pastorie.

De rijksoverheid komt uiteindelijk tussenbeide, brengt het kistje eigener beweging naar de openbare begraafplaats te Woensel. En pastoor Maas wordt een Bekende Nederlander. En net als nu zitten daar ook beslist negativa aan verbonden: sympathie hebben ze in Den Bosch en in Den Haag niet voor Maas. Hij moet bij de bisschop komen. En dat is niet goed voor hem. Al blijft hij pastoor. In onooglijk Strijp. Er komt een langdurig onderzoek. Met als conclusie dat de handelwijzen van alle betrokkenen de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. En net als nu heeft niemand daar wat aan. Maar iedereen neemt er genoegen mee. Zie: Stripe kerk, niet van gisteren, over deze afdoening en de daarbij gewisselde ambtsmissiven, pp. 121-128.