Koude oorlog

Wij kregen Pummeltjes’ onderricht te verstouwen tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, op het moment van de Cubacrisis. De Sovjet-Unie zette toen nucleaire raketinstallaties neer op het eiland Cuba. Dus in de vóórtuin van de USA. John Kennedy was net president van de USA en reageerde flink. Hij stelde het Kremlin een ultimatum. Wég met die installaties en geen bevoorrading meer. Het spande erom, want Moskou scheen onwillig, maar net voordat de zaak zou escaleren liet het toch een bevoorradingsschip ineens rechtsomkeert maken en bleek Chroetsjow, de regeringsleider van de Sovjets, bereid tot onderhandelen.

Voor de godsdienstlessen van Pummeltje kon niets illustratiever zijn om aan te tonen dat de wereld was onderverdeeld in Goede en Kwade machten en dat de Sovjets het ultieme kwaad waren. Hij deelde ons mee dat we dus nooit pro-Russisch mochten zijn en verder dat communisten soms net leken op Goeden. Daar moesten we dus steeds goed voor uitkijken. Er waren Goeden die eigenlijk helemáál niet Goed waren. Ze zagen er alleen maar Goed uit, maar wilden Kwaad.

De Kerk leerde ons hoe hierin duidelijk te onderscheiden: wie tegen Christus en Zijn Kruis was, was Kwaad. En dat kon je weer merken doordat iemand, hij noemde maar wat, achter de meiden aan zat, vloekte of op zondag veel naar het café ging. Of niet bij Philips wilde gaan werken maar liever steun trok. Of geen gezinsbijdrage wilde betalen. Dan wel opstandig was tegen het gezag. Dat was je als je socialist was, dat had de Paus zelf gezegd. Want socialisten waren voor de strijd tegen de Hogere Klassen. Ze wilden ook het christelijk gezin vernietigen en vonden echtscheiding daarom heel erg best.

Op dit thema ging Pummeltje dieper door, hij had er schik in. We moesten daarom óók goed opletten of iemand zijn vrouw sloeg, zijn salaris inleverde voor de huishouding en niet te veel aan duivenmelkerij deed of op een opgevoerde brommer ree naar het recreatieoord Het Blauwe Meer bij het Belgische Mol in de Vasten om daar frieten met knakworsten te eten.

Wederom: Pummeltje noemde maar wat, maar het was ons zo duidelijker wie de Kwaden waren. Dat waren ook de jongens die lagen te vallen in het Evoluonpark met de meiden uit de Olympialaan die uit Indonesië kwamen en eigenlijk Christus en Zijn Kruis niet volgden en dus niet meededen aan de Katholieke Padvinderij. Het zou zo wel duidelijk zijn. Seksuele gedachten waren ook fout, daar hadden de jongens links van de Sint Geertruidenbergstraat veel mee te schaften, Pummeltje had het blaadje wel zien rondgaan met blote meiden.