Thans enige aandacht aan de eerste koning van Noord-Nederland, Lodewijk Napoleon. De ongelukkige jongste broer van Keizer Napoleon I van Frankrijk. Hij was, geboortig als Corsicaans quasi-edelmannetje uit het huwelijk van Carlo Buonaparte en Maria Ramolino in 1778, gedoemd om te leven en te sterven in de langgerekte slagschaduw van zijn voorbeeldeloze oudste broer, die het tot Keizer van Frankrijk zou brengen in 1804. Lodewijk was echt het benjaminnetje van de wat nurkse familie. Zijn oudste broer domineerde het gezin volledig. Die broer was bijna pathologisch zelfovertuigd en zeker van een roemvol bestaan binnen de nationale geschiedenis van revolutionair Frankrijk. Lodewijk werd door die broer opgevoed, nadat de vader schielijk in een beslag was gestorven in 1785.
Napoleon kon nooit naar Lowietje kijken, of hij zag het hummeltje weer in het roodbollend jurkje met draagbanden dat overal mee te laat was: met leren lopen, praten, zindelijkheid en sociaal bewustzijn. Lodewijk heeft zich aan de voogdijschap van Napoleon nooit kunnen ontworstelen, maar geprobeerd heeft hij dat wel. Hij placht daartoe het blonde duinlandschap rondom Haarlem in het Kennemer Graafschap te bezigen als habitat. Want Napoleon benoemde hem daar, min of meer zijns ondanks, tot een echt koninkje in 1806. Hij trachtte zich en zijn rijkje te emanciperen binnen het imperium dat zijn oudste broer had opgebouwd via de ene oorlog na de andere. Hij vond de ‘Ollanders nette, vrome en nijvere mensen en hij was een van de weinige Fransen die zich erop toelei onverplicht het Nederduits te beheersen.
Het Nederlands dus, dat destijds werd gezien als een soort subdialect van het Hoogduits, het Duits van de Oost-Pruisen dat nogal snauwerig, gierend en staccato werd in die dagen met veel nasale klanken. Lodewijk trachtte zich voor te stellen in het Nederlands als “Konijn van ‘Olland”, waarmee hij zich dacht te introduceren als koning voor het nijvere volkje in deze gezellige moerasdelta. Hij kreeg, helaas, les van zijn adjudant Röell, die zelf ook nogal een bekakt accent bezigde, een soort van Leids studentikoos gebral dat echt niet voor Algemeen beschaafd Nederlands kon doorgaan. Lodewijk wilde de Nederlanders echte eigen nationale wetboeken geven. Daarin slaagde hij voor het strafrecht. Het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland, geredigeerd door Joachim Kemper.
Het werd ingevoerd in 1809. En weer afgeschaft in 1810, toen Napoleon genoeg had van dit soort eigenwijzigheden van zijn broertje. Hij had zelf grote Franse wetboeken doen opstellen. Die moesten, zij het vertaald, ingevoerd worden in dat koninkrijkje Holland en verder geen nieuws. Hij wilde een progressief belastingsysteem invoeren waaruit hij voorshands de steeds oplopende militaire begroting van Frankrijk kon financieren. Een inkomstenbelasting en een vermogensbelasting ten laste van de welgezetenen van dat rijkje was wel het minste wat hij van Lodewijk eiste, buiten de delging van de enorme bezettingskosten van de Franse legerkorpsen die Holland alleen maar aandeden om volledig opnieuw gekleed, gefourageerd en geëncadreerd te worden.
Toch heeft Lodewijk Holland even heel kort kunnen bezigen als een proeftuin voor een resocialisatieprogramma voor veroordeelde misdadigers. Dat heeft hij gedaan in Kempenland. En daaraan herinnert een apsis in een cafézaaltje aan het Stratumseind te Eindhoven. Dat omvat drie gebogen segmenten in zwaar stucwerk. Deze apsis ligt achter een soort digitale speeltafel waarop disk-jockey’s zich te buiten gaan op uitgaansavonden in zeer harde synthesizer-music waarop het jeugdig publiek uit zijn dak kan gaan. Zoals het hoort.
Deze segmenten omvatten geheimzinnige symbolen zoals laurier- en eikenblaren, handboeien en een goedmoedige leeuwenkop. Ik ga dat uitleggen. De Heer Bert van Herk, gerenommeerd stadsfotograaf ter stede, markeerde deze segmenten bekwaam via wat digitale kunstgrepen zodat u het geheel van mythische symbolen beter kunt zien. De verschillende pleisterwitlagen hebben namelijk het relief van de symbolen in de eeuwen wat begraven. Maar Van Herk revitaliseerde en markeerde. Kunstmatig. En niet voor de tapperijgangers. Die komen voor iets anders.