Lusten zijn goed

Voor de pastoor en Pummeltje was duidelijk dat lusten bestreden moesten worden. Altijd. Overal. In de Vasten natuurlijk méér dan anders, maar het principe der lustbestrijding was universeel, niet aan tijd en plaats gebonden. Daarom moest je biechten in een donker hok met een gerasterd schuifraampje waarachter de pastoor zat. Vlak voor Pasen. Meestal op Witte Donderdag. Wat lusten waren en in welke soorten, dat was onduidelijk. Dat moest je zelf maar uitvogelen en de meeste jongens wisten er veel vanaf. Maar ik kreeg verder niet zoveel inlichtingen.

Ik ging veel te veel met de pastoor om. Ik zou vast vertellen over die lusten en hoe ik wist dat ze bestonden, dat namen de jongens wel aan. Waarschijnlijk terecht. Op de middelbare school gebeurde iets vreemds. Daar werd in de medio-zestiger jaren toch wel gezegd dat lusten eigenlijk prima waren. En dat seks een lust was. Dus was seks goed. Tenminste, onder bepaalde omstandigheden. Ik viel daarom met mijn Askruisje ineens op. De leraar Latijn zei er iets van, zonder mij specifiek aan te kijken en zonder mijn naam te noemen.

Hij had net zijn driedelig krijtstreepjespak verruild voor een ribfluwelen bruin jasje en een canvasbroek met een grote leren riem. Hij droeg een smal badstoffen dasje met groene vale kleuren. Hij las net Sallustius voor. En ineens, al declamerend op zaterdagochtend, deelde hij mee dat seks eigenlijk best goed was, het hoorde bij de volheid van het bestaan. We moesten het leven genieten, zei hij, de volgende hexameter herpakkend met krachtige articulatie terwijl de kastanjeboom op de cour machteloos haar lantaarnbloesem liet vallen.

Zijn woord viel in deerlijke stilte en in goede aarde. De brommers die door de jongens bereden werden, waren een fallisch symbool, zei hij nog veel later. Piet Meurs was al aan die Püch toe, maar de rest reed nog op amechtige Solexjes. Dat gaf te denken. In allerlei opzichten. Die mij alstoen en aldaar ontgingen. Maar er werd aan zwaarder rijdend materieel gewerkt, al was de Püch van Piet onbereikbaar. Zo bleek het in andere opzichten ook te gaan met de lustbeleving die van vitaal belang bleek te wezen.