Nederlands Neutraliteit V

Na 1713 is Nederland voorgoed en onherroepelijk onttroond als grote mogendheid niettegenstaande zijn kleine territoir in West-Europa. De belangrijkste reden is dat het vrijwel alle handelsmonopolies die het in de zestiende eeuw zo moeilijk heeft weten op te bouwen en te reserveren opgeeft en teloor doet gaan. Zulks omdat de regenten het doorzicht missen hoe belangrijk ze zijn voor de nationale economie. Het belangrijkste is het slaventransport-monopolie op Zuid-Amerika, het veelgesmade en beruchte Asiento. Den Haag stemt er en passant in toe dat over te laten aan Londen, aan de daar gevestigde East Indian Company, die er wel raad mee weet.

En ook weet wat een verreikend systeem van ontheffingen van het verbod slaven in te kopen aan dat monopolie is verbonden voor ondernemingen die zich occuperen met intensieve landbouwactiviteiten zoals: de kweek van de Cochille-vlinders en rupsen en de zijderupsen, die van de rubberbomen, suikerrietstengels, en de diverse geleedpotigen die gifstoffen produceren voor de productie van medicamenteuze stoffen waaraan de mens steeds meer behoefte heeft, de papaververbouwingen en die van de cocaplanten. De regenten hebben er geen idee van hoe kostbaar die ontheffingen, oorspronkelijk vanwege Madrid verschaft en overdraagbaar bij toonderpapieren, inmiddels geworden zijn en hoe belangrijk inmiddels de manipulatie van de markten voor deze eindproducten geworden zijn.

Ze zijn dan ook derde-generatie nazaten van de stichters van de zestiende -eeuwse monopolistische vennootschappen. Groot-Brittannië krijgt nu een amfioenmonopolie ten behoeve van haar sociëteiten in het Verre Oosten en kan een opiumoorlog beginnen tegen het Chinese Rijk en de aan dat rijk onderhorige staten. De regenten, wuft, verwaand en bureaucratisch, opgaand in hun contracten van correspondentie inzake de uitwisselingen van staats- en overheidsambten en aanstellingen, zijn nu nog passieve renteniers die de eigenlijke beursspeculaties overlaten aan private banken in Londen. En deze, wetend dat hun lastgevers uit Amsterdam, Rotterdam en Middelburg eigenlijk geen kijk hebben op deze windhandel en de daaraan verbonden arglist, sjoemelen wat ze kunnen en bewerken de ene kredietcrisis na de andere.

De regenten hebben er geen echte last van: de gevolgen komen ten laste van de middenklassen en de arbeidende standen in de ambachtsnijverheden die steeds hogere accijnzen moeten betalen met de bijbehorende inflatie van de pasmunten. Omdat Nederland er weinig meer toe doet is zijn neutraliteit ook weinig meer waard. Het proclameert die wel. Maar het raakt niettemin toch weer verzeild in oorlogen met Frankrijk en erger nog, met Groot-Brittannië. Frankrijk verklaart ultiem de oorlog aan de Stadhouder Willem V in persoon. Die vlucht en verkwanselt aan George III eigenlijk alle koloniaal bezit van de Republiek. Deze Republiek blijft neutraal, maar generaal Dumouriez legt niettemin een zware bezetting met onderkomen Franse troepen in het mistig polderland, dat zwaar moet dokken voor hun legering, uniformering, wapenrustingen, kazerneringen en encadrering tot in het geringste onderhoud.

Nederland is nu formeel geallieerde van Parijs, dat op Hollands kosten oorlogen voert en de Bataafse Republiek voert naar het technisch bankroet. Deze Republiek staat zwaar bij Londen in de schulden. Die vermeerdert Whitehall in 1813 grotelijks via leningen aan Willem, de Souverein vorst in persoon door tussenkomst van het bancaire conglomeraat Rothschildt. Omdat deze vorst verplicht is bij geheime clausules behorende bij het Verdrag van Londen van dat jaar een effectieve transoceanische gouvernementsmarine en een mobiel volksleger op te richten die Frankrijk noordelijk in toom moet houden als Whitehall eindelijk Parijs tot een wapenstilstand zal hebben genoodzaakt.

Hoe groot die lening is, weet alleen Willem I. Hij deelt deze kennis wel met zijn ministers die de aflossingen moeten borgen. Maar de volksvertegenwoordiging, in 1814 vermeerderd met Belgen en Luxemburgers weet van niks. De Belgen protesteren. Ze hebben in het snotje dat ze belazerd worden. De Noordelijke Nederlanders gedragen zich als die harmlose Kinder an die Nordseeküste zoals ze sedertdien zullen ingeboekt worden bij de oosterburen, de Pruisen. De Belgen vorderen een allesomvattend jaarlijks budgetrecht voor het nieuwe parlement. Maar Holland verlangt vrome huiselijkheid, rust en kinderlijk vertrouwen in de Goede Soeverein, de Wijze Koning, waaraan het zich aanhankelijk betoont als de kleuter nauwelijks de luiers ontwassen.   De vorst moet een gewapende neutraliteit borgen aan alle geallieerden tegen Napoleon I. Wat daaronder verstaan moet worden weten hij en zijn ministers. Dat zal blijken bij de Slag bij Waterloo in juni 1815.