Robs vrouw II

Eerder die avond vond ik al op de deurmat van mijn pand in de vestibule een pakket met een dvd over de Noord-Hollandsche Ringdijk. Die is aangelegd in de negende eeuw van onze jaartelling, dus in de middeleeuwen, door de Benedictijner monniken uit Egmond-Binnen. Ze begonnen hun dijkparken eerst noordwaarts en legden daar onder meer de Hondschbossche Zeewering aan. Ze zwenkten ruim onder Alkmaar naar het oosten en dijkten hun parken vervolgens langs de grillige oostelijke oevers van de Zuyderzee naar het zuiden op de Amstel aan. Het karwei wisten deze monniken niet te voltooien, omdat de plotse overgang van Amsterdam naar de protestantse religie in 1578 ze min of meer overviel. Amsterdam was heel lang bolwerk geweest van katholicisme. Uit handelsoverwegingen.

Rob was met de ringdijk als filmisch project al lang bezig. Hij zag en ziet er een filmisch erfgoed in dat ook zijn naam artistiek tot in de eeuwen der eeuwen zal doen voortleven. Hij schatte het een buitenkans dat hij mij tegenkwam in het kader van een ander filmisch project over de Pauselijke Zouaven die tussen 1860-1870 de Kerkelijke Staat in midden-Italië dachten te redden tegen de Garibaldisten, een soort na-ijlende revolutionairen wier geestelijke doopcelen nog steeds niet echt duidelijk zijn. Want ik wist veel van dat enorme Hollandse dijkage-project. Rob schakelde mij dus in als rondwandelend commentator die belerend de ene scène na de andere aan elkaar praat. Ik kostte niets. Dat was daarom aantrekkelijk, al betwijfel ik of mijn contributies de attractiviteit van de film ten goede komt.

Maar dat kunt u zelf beoordelen. Deze films staan op deze site. Klik dubbel op de rubriek “Video” in de groene werkbalk op deze site en dan kunt u dat controleren. Net als ik wordt Rob een dagje ouder. Hij kreeg TIA’s en dergelijke defecten en raakte daardoor soms enigszins van slag. De draad kwijt, zogezegd. Ook die van het lopend filmisch project, dat hij beslist af wilde maken. Ria, zijn vrouw, trachtte deze aandriften krachtig te temperen en verzocht mij amechtig Rob niet zo vaak lastig te vallen. De man was niet wel, dat wist ik toch en die film had waarachtig geen haast.  Ze zag in mij een soort Zoef de Haas, dat was wel duidelijk. Een ongeremde zenuwenlijder. Dat kwam duidelijk over in haar Noord-Hollands, wat scherper getoonzet, accent. Ik hoorde dus zeker drie jaar niets meer over de Ringdijk en de bijbehorende rolprent in wording. Maar daar lag nu ineens de dvd met dat project en een voor mij zo goed als onbegrijpelijk briefje dat gewaagde van zeer droevige omstandigheden.

Niet Rob was dood, zo begreep ik nu – dat had ik inderdaad verwacht – maar Ria, zijn vrouw. Schielijk overleden aan een hartaanval. Wel had Rob meteen 112 gebeld. Maar dat alarmnummer gaf niet thuis. Consternatie. Buren erbij. Ria gaf geen asem en geen sjoege. De huisartsenpost later, veel later, weer wel. Telefonisch werd Rob geïnstrueerd hoe hij met een glaasje kon vaststellen of zijn partner inderdaad tot haar vaderen was verzameld. Rob zette het mij telefonisch uiteen en óók, hoe de buren, inmiddels eveneens ademloos, hadden toegezien hoe Rob had moeten vaststellen dat Ria in ieder geval geen adem meer uitstiet.

Ik krijg ongetwijfeld nu later wel uitvoerig uiteengezet hoe dat dan precies is gegaan. En verder hoe dit sterven in Robs leven is aan het indalen. Niet de dóód als zodanig. Die is inmiddels feitelijk als toestand duidelijk geconstateerd. Maar het actuele sterven, dat is wat anders. Dat is een ambigu proces. Zoals het leven zelf. Het valt mij iedere keer weer op. Dat soort dubbelzinnigheden vielen ook Zoef de Haas nog op. Kunt u nagaan.