Wat opvallend is, is dat de marktlui tegenwoordig nauwelijks meer enig specialisme hebben in aanbod en taxatie. Veertig jaar geleden waren er handelaren die naar Engeland gingen om staande Engelse horloges te kopen. En daar waren waarachtig prachtstukken bij. Met nog de houten spankatrollen met kattendarmen die het werk gaande hielden via stenen contragewichten en bewegende planeten op de wijzerplaat met waterstanden.
Maar dat wordt niet meer verkocht. Dat geldt ook voor de olieverfschilderijen met heiligenvoorstellingen en al helemaal voor de bijzondere negotie in religiosa zoals altaar retabels, preekstoelen, heiligenbeelden en liturgisch vaatwerk. Alleen het oude mannetje dat ik frequenteer heeft daar nog soms specimina van omdat hij weet dat ik daar aardigheid in heb. En ik betaal ook direct contant. Dat scheelt ook nog, want iedere koopman zit krap bij kas met een beperkt vlottende voorraad.
Hele kruiswegen met alle staties gingen op één dag van de hand, makkelijk zat. Daar hoef je nu niet meer mee aan te komen. Met Boeddha’s eventueel nog wel, maar dan moeten die toch echt wel gemaakt zijn in Taiwan. Daar woont Boeddha namelijk. Verwar hem niet met Christus. Want die hangt doorgaans aan het kruis. Wat hij daar mee voor heeft weet niemand. Maar daar gaat het ook helemaal niet om.
Napoleon ligt ook wel goed in de markt, maar hij moet dan niet te groot zijn en hij moet die hoed echt dwars op zijn kop hebben. Heeft hij een rozenkrans, dan is het toch de krijgsheer niet uit de Franse glorieperiode ook al probeert de koopman u van het tegendeel te overtuigen. Als aan het schilderij een stekker zit, die u kunt inpluggen bij u thuis zodat de waterval echt gaat lopen, dan is de schilder niet Rembrandt van Rijn.
Misschien een nazaat van Rubens, dat wil ik niet betwisten, maar die had heel veel personeel in dienst dat zich oeverloos voortplantte. Maar ik zou toch nader informeren als de vraagprijs boven de duizend Euro ligt. Ook als het geld bij thuis tegen de plinten klotst omdat u zo voordelig belegd heeft. Zo gewonnen, zo geronnen en lekker is maar ene vinger lang. Of ga ik nu te diep?