Supranationaal fiscaal recht II

Bij een resolutie van december 2022 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het standpunt in dat deze supranationale organisatie het voortouw moest nemen om te komen tot een universeel belastingsysteem dat alle staten bij deze collectieve veiligheidsorganisatie zouden moeten erkennen in nationaal invoeren.

Het gaat hier om het document: A/RES/77/244 Resolution adopted by the General Assembly on 30 Dec. 2022 (Jan. 9. 2023). Deze organisatie zou de leiding moeten nemen bij het formuleren van de standaardprincipes omtrent de belastbare feiten, de aanslagen daarover, het heffingssysteem, inning, de daarbij te bezigen dwangmiddelen en de wederzijdse rechtshulp daarbij te gunnen en te verwezenlijken door Charterpartijen. Dat zijn niet alleen de territoriale staten. Maar ook de inmiddels opgerichte organisaties die zich met interstatelijke fiscaliteiten bezighouden.

Het is een koerswending van principiële aard. Want daarvoor was deze organisatie niet opgericht in 1945. Haar oprichting vond haar rechtvaardiging in het Atlantisch Charter, gewijd aan de realisering van een internationale publieke rechtsorde gericht op de stichting en bestendiging van wereldvrede. Daarbij werd een herinrichting van de geopolitieke situatie beoogd die op dat moment fundamenteel veranderd was door militair ingrijpen van wat destijds de As-mogendheden werden genoemd: Groot-Duitsland, Japan, Italië en hun onderhorige staten.

Dat Atlantisch Handvest (Engels: Atlantic Charter) was een strategisch belangrijke diplomatieke verklaring uit 1941 van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika, vertegenwoordigd door respectievelijk eerste minister Winston Churchill en president Franklin Delano Roosevelt, met een gemeenschappelijke visie op de grondbeginselen van een internationale orde na de Tweede Wereldoorlog en een op te richten internationale organisatie voor bewaking van de globale vrede en veiligheid. De hierin vastgehouden beginselen hebben tot op heden wereldwijd werking. Al brokkelen ze zienderogen af. Daarover hieronder.

Destijds dacht men al wel bij dat charter aan de vervolging, berechting en bestraffing van oorlogsmisdaden, óók via wederzijdse rechtshulp – zoals uitlevering, forensische onderzoekscommissies, bewijsvergaringen in situ, overdracht van getuigen en bijbrenging van experts – maar men dacht in dit verband beslist niet aan fiscale feiten of daarop betrekking hebbende gedragingen, opstellingen en constructies van juridische aard. Integendeel, de hele negentiende eeuw hadden de volkerenrechtsgeleerden zich beijverd te beklemtonen dat het fiscale feit uitgezonderd moest blijven van de interstatelijke rechtsbetrekkingen gericht op wederzijdse publieke rechtshandhaving.

Je vindt dat voorbehoud – geen fiscale delicten als oorzaken voor interstatelijke publieke rechtshulp – in alle verdragen met Groot-Brittannië. Omdat in Londen het financiële centrum was gevestigd waar ook flink financieel gesjoemeld kon worden met constructies gericht op belastingontwijking en –ontduiking door de rijkeren binnen het ganse Empire waar Whitehall effectieve controle kon uitoefenen. De Britten hoopten hier alle troeven binnen te halen, nu de Fransen voorgoed uitgeschakeld bleken. Brittania rules the waves! En dat was destijds bijna een derde van de aardkloot, hou dat in de gaten. Deze Angelsaksische exceptie binnen het interstatelijk rechtshulprecht moest in 1920 overeind blijven, omdat dat Angelsaksische blok nu eenmaal de wereldkrijg 1914-1918 had gewonnen.

Londen dacht dat een reconsolidatie van dat Empire er volledig in zat. En dus had het belang bij deze exceptie waarin New York ging delen toen in 1920 duidelijk werd dat de USA schuldeiseresse van de gehele westerse wereld was geworden. Kortom: de VN betreedt nu ineens nieuwe paden. Dat verdient rechtvaardiging.

En die zit in een report vanwege de VN-secretaris-generaal, waarin gesteld wordt dat de noodzaak van VN-bemoeienis te dezen onontkoombaar is wil men komen tot sluitende interstatelijke samenwerking bij inningen en boetes. A/78/235 Promotion of Inclusive and Effective International Tax Cooperation at the United Nations, Report of the Secretary-General (26 Jul. 2023). Onbevredigend inzoverre, dat de vraag dan toch blijft: waarom nú ineens? Dat er geen sluitend inningen en samenwerkingspatroon bestond werd toch al een halve eeuw aanvaard? De ontwerpresolutie is publiek beschikbaar als A/C.2/78/L.18/Rev.1 Resolution on the Promotion of Inclusive and Effective International Tax Cooperation at the United Nations.