Supranationale fiscaliteiten en Westerse intriges VI

Het is voor de ongebonden staten overduidelijk dat de transitie die van hun industriële parken wordt verwacht bij voorraad met langlopende termijnkredieten op lage bestendige rentevoeten gesubsidieerd moeten worden door Het Westen. De transitiedoeleinden zijn immers in Addis Ababa geijkt via Westerse maatstaven opgegeven door westerse experts in de als genoemde en geduide Sustainablity Development Goals en zonder veel discussie opgesolferd aan de niet-Westerse naties en staten die hun concurrentiepositie nog volledig technisch moeten ontplooien. Zie de 2024 Addis Tax Initiative General Assembly, waar Thomas Beloe namens de UN daarover toch de staf brak.

Waarbij Het Westen de delfstoffen die makkelijk aannaderbaar waren in de negentiende en twintigste eeuw voor het grootste deel grof onderuitgeput hebben. Zonder zich daarbij te bekommeren om de minste milieuvervuiling. Dat was hun zaak immers niet? Die vanzelfsprekendheid is achteraf niet te vreten.

De Aziaten, Zuid-Amerikanen en Afrikanen staan daardoor technisch op achterstand omdat ze nieuwe exploratiestrategieën moeten gaan ontwikkelen waarbij ICT –ondersteuning een vanzelfsprekendheid is, die deze Continenten nog steeds niet waar kunnen maken. Ze staan op achterstand buiten hun schuld. Zo voelen ze dat. En zo duiden ze het UN-activiteitenpatroon. Of ze daar nu volledig gelijk in hebben of niet.  En daarvoor behoren ze mondiaal vóórgefinancieerd te worden. Vinden ze steeds stelliger. Met concrete toezeggingen en zekerheidsstellingen.

Hoewel de industrielanden hier dus nog geen bedrag aan willen hangen, is de EU naar verluidt bereid om in te zetten op 200 à 300 miljard in 2035. Dat is twee à drie keer zo veel als het huidige doel, maar aanzienlijk minder dan volgens experts nodig is. Het bedrag valt dan ook niet in goede aarde bij ontwikkelingslanden. “Is dit een grap?”, was woensdag de enige reactie van Ayebare en zijn Boliviaanse collega Diego Pacheco.

In de onderhandelingsteksten die donderdag zijn gepresenteerd, staat weinig duidelijke taal over het uitfaseren van fossiele brandstoffen en het investeren in hernieuwbare energie. De EU wil daar juist stevige woorden over zien, nadat het vorig jaar op de klimaattop in Dubai eindelijk was gelukt om overeenstemming te bereiken over het “wegbewegen” van olie, kolen en gas.

“Zoals het er nu voor staat, is het duidelijk onacceptabel”, zei Eurocommissaris Wopke Hoekstra donderdag 21 november 2024. Volgens hem willen sommige landen “doen alsof de vorige klimaattop niet is gebeurd”. Hoekstra ging die donderdag niet in op een prangende vraag of hij nu wel een bedrag op tafel gaat leggen in de onderhandelingen. “Deze tekst brengt ons niet dichter bij ambitie, maar bij uitsterven”, zei Juan Carlos Monterey Gomez, de hoofdonderhandelaar van Panama. Volgens hem is meer klimaatambitie én meer klimaatgeld nodig. Minder dan dat is “een doodstraf voor mijn volk”, zei Gomez. Er lijkt inmiddels wel overeenstemming te zijn over de mogelijkheid voor landen als China en Saoedi-Arabië om vrijwillig bij te dragen aan de internationale klimaatsteun. Ook in het voorstel van de ontwikkelingslanden worden ze “uitgenodigd” om dit te doen.

Verder is de concepttekst een allegaartje van wensen uit verschillende werelddelen. Zo wordt de nadruk gelegd op het verminderen van de schuldenlast van arme landen. Ook wordt de mogelijkheid geschapen om de vrijwillige handel in CO2-credits aan te merken als forfaitaire klimaatfinanciering, een voorstel dat direct op stevige kritiek van milieugroepen kon rekenen. Die handel is in de afgelopen jaren erg gevoelig gebleken voor fraude en waardeloze CO2-credits.

Rijke landen worden in de tekst gevraagd om te stoppen met klimaatsubsidies van meer dan 100 miljard dollar. Dat voorstel lijkt specifiek gericht te zijn op het grote klimaatpakket van de Amerikaanse president Joe Biden, die met subsidies strooit om onder meer de bouw van elektrische auto’s in eigen land te stimuleren. Dat is tegen het zere been van China, de grootste mondiale concurrent.

De voorzitter van de top in Azerbeidzjan organiseert later nog een geprolongeerde vergadering met de hoogste vertegenwoordigers van alle landen. Daar zal hij proberen de plooien glad te strijken zodat de klimaattop toch tot een succesvol eind kan komen. Officieel eindigt de top vrijdagmiddag. Maar niet heus. Dat begint het harde onderhandelen pas goed. In de achterkamertjes die men zeker niet in Azerbeidzjan zal moeten zoeken.  Maar vermoedelijk is er nog veel méér  blessuretijd nodig. De strijdende partijen zijn elkaar echt niet veel nader gekomen. En de verwijten tussen Het Westen en de Rest van de wereld vliegen klapwiekend heen en weer via de social media.