Systemische discommunicatie jurisprudentieel verankerd

De zaak-Milosevíc moest dus beëindigd worden zonder dat de beslissingen over daderschap, aansprakelijkheden van bevelsbevoegde militaire en burgerlijke meerderen, de vereisten voor genocidale intenties, de strafuitsluitingsgrond van het militaire strategische bevel en de rules of engagement – de tactische gedragsvoorschriften bij een gewapend treffen —  daarbij, de positie van de burgerlijke verzetspleger of franc-tireur en de status van geüniformeerde weerbaarheidskorpsen op het hoogste niveau werden genomen. Het ICTY zou er niet echt meer aan toe komen, óók niet in de casus tegen Mladìc en Karadzic. In Belgrado stond vast in regeringskringen dat Den Haag hun Slobo opzettelijk uit de weg had laten ruimen.

De Servische kranten stonden vol met de aanwijzingen dat de westerse mogendheden daartoe hadden samengespannen, omdat tijdens het gerechtelijk vooronderzoek aan het daglicht was gekomen hoe goed Slobo, hun Slobo,  op de hoogte was geweest van de toeleg van het westen. Van de weeromstuit gingen Bosnische, Herzegowinese, Kroatische, Albaanse en Slavonische kranten ook berichten over dergelijke samenzweringen, ware het maar om hun nationale regeringen-in-spe te rechtvaardigen tegenover de arrestatiebevelen uit Den Haag. Dat werd mede mogelijk omdat de rechters van ICTY eigenlijk niet echt veel benul hadden van de ingewikkelde ethnische verhoudingen op De Balkan en de wijze waarop de Ottomanen sedert de val van Byzantium in 1453 hun koloniaal rijk hadden geadministreerd tot in Centraal Europa.

Ze hadden christengemeenschappen voortdurend tegen elkaar opgezet via hun Milletstelsel en ook zorg gedragen dat de patriarchale rechtskringen elkaar gingen beconcurreren en het ene jurisdictieconflict na het andere bleven aangaan. Christenen waren derderangs rechtssubjecten geworden tot diep in de negentiende eeuw, aan het internationaal handelsverkeer hadden ze nauwelijks mogen deelnemen en horigheid was normaal. In sommige regio’s waren trekdieren, strijdrossen, muilezels en runderen hoger juridisch in tel dan christenhonden die op speciale marktdagen zelfs niet mochten reclameren bij dwang, dwaling, bedrog of knevelarij of valse getuigenis. Eeuwen lang was de daaruit voortvloeiende haat een ondergrondse veenbrand geweest. De christenen die tóch, ondanks dit alles, hadden willen collaboreren met de Islamitische bezetter moesten het nu bezuren dat zij hadden kunnen kopen, erven en vervreemden op basis van die bereidheid tot samenwerking  en verraad. De ICTY-rechters wilden er niet van weten. Het was weer als in de dagen van de lente van de vredesonderhandelingen te Parijs in 1919, toen óók die verhalen steeds weer waren losgekomen.

Woodrow Wilson, David Lloyd George, Georges Clémenceau, Sidney Sonnino en Vittorio Orlando, de belangrijke westerse vier, wilden er niets van weten. Ze hadden hun eigen geopolitieke doelen en vonden het ridicuul dat Serven iets wilden op basis van hun misdeling bij het Verdrag van Münster in 1648. Laat staan dan ze iets zagen in snuiters die beweerden authentieke Dalmatiërs te zijn zonder de viervoeters te bedoelen. Frankrijk wilde een strategische voorpost op De Balkan en dat hoorde dan maar een Zuidslavisch rijk te wezen waar het op kon terugvallen in geval dat de Duitsers weer eens de kolder in de kop kregen. Wilson wilde de Russen terugdringen naar het oosten. Dat waren enge mensen. Slaven ook trouwens.

Zo reageerden nu de ICTY-rechters. Rare jongens die Slaven. Je moest ze zelfs niet willen begrijpen. Dat kon je als geciviliseerd globalist niet doen. Aldus Judge Gabrielle Kirk Mcdonald die het USA-element in ICTY kwam stemgeven. Een fantastisch ranselend, ratelend en toch temerig Texaans striemde door de zaal als ze het op haar heupen kreeg. Duško Tasdíc, de eerste beschuldigde, zat er krimpend bij als zijn sexuele aberraties aan de orde kwamen. Judge McDonald paste de wet creatief toe. Zo kwam het in de kranten. Ze werd presidente van het ICTY.  Ze zette een educatieve cursus op voor de Slaven in het rechtsgebied van het voormalig Joegoslavië. Om uit te leggen wanneer recht niet krom was. Zo had Wilson het ook gewild in 1920. Als hij geen beroerte had gekregen. En als de Europeanen maar hadden willen luisteren.